Gezondheid 28 september 1999

Gedragstherapie zinvol
bij chronische rugpijn

Mensen met chronische rugpijn die onderkennen dat zij ook psychische klachten hebben, hebben de beste kans om weer aan het werk te komen. Zelfs na een jaar thuiszitten. Gedragstherapie en voorlichting hebben veel meer effect dan spieroefeningen of rugoperaties.

Dat blijkt uit onderzoek van de gezondheidswetenschapper en psy- choloog dr. A. Vendrig, waarop hij vorige week promoveerde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Vendrig is als psycholoog verbonden aan het RugAdviesCentrum in Nijmegen.

De promovendus stelt dat chronische rugpijn in westerse landen epidemische vormen aanneemt. Uit een onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken bleek kortgeleden dat mensen die meer dan een jaar thuisblijven met chronische rugklachten vrijwel niet meer aan het werk komen. De klachten kosten de samenleving een vermogen aan verlies van arbeidsproductiviteit.

Het onderzoek van Vendrig toont aan dat mensen met psychische klachten veel meer pijn en beperkingen melden. Uit medisch onderzoek blijkt echter dat deze mensen niet meer afwijkingen aan hun rug hebben dan mensen zonder psychische klachten. Ook kan deze groep dezelfde spieroefeningen doen. Chronische rugpijn is dus een samenspel tussen biologische, psychologische en sociale factoren, aldus Vendrig.

Vendrig ontwierp een intensieve training van vier weken. De training bestaat voor de helft uit fysieke oefeningen en voor de andere helft uit voorlichting en gedragstherapie. Bijna 90 procent van de deelnemers aan die training was zes maanden na de behandeling weer volledig aan het werk. Mensen met een erg gesloten natuur hadden het minst baat bij de behandeling. De promovendus pleit voor nader onderzoek naar het doorbreken van de vicieuze cirkel van pijn, depressie en thuiszitten bij mensen die langdurig klachten hebben.