Gezondheid 7 september 1999

Oude plaspil begint
aan tweede leven

Door A. M. Alblas
Vergeten en door de meeste artsen afgeschreven. De veertig jaar oude plaspil met de werkzame stof spironolacton is echter terug van weggeweest. De pil staat weer volop in de belangstelling. Amerikaanse onderzoekers maakten bekend dat het middel, weliswaar in combinatie met andere medicijnen, de sterfte onder mensen met ernstige hartproblemen belangrijk kan verminderen.

De Amerikaanse onderzoekers, die ook Nederlandse patiënten in hun onderzoek betrokken, stopten voortijdig met hun onderzoek naar de werking van de bijna vergeten plaspil. Het onderzoek, waaraan vijftien landen deelnamen, had drieënhalf jaar moeten duren. Maar na twee jaar was het effect van de pil zo overtuigend aangetoond dat het niet verantwoord was met het experimentele onderzoek door te gaan.

De controlegroep patiënten die een nepmiddel kreeg, moest ook zo snel mogelijk aan de spironolacton. Ongeveer 46 procent van de patiënten die het nepmiddel kreeg, overleed binnen de twee jaar. In de groep die de echte plaspil kreeg overleed 36 procent binnen dezelfde tijd. Dat is nog altijd veel, maar wel een risicovermindering van 30 procent. Bij zo'n hoog sterfterisico is dat een mooi resultaat. Ook het aantal ziekenhuisopnamen verminderde met 30 procent, dankzij de spironolacton. En zo is de oude plaspil aan de vergetelheid ontrukt.

Verbazing
Was de pil eigenlijk wel vergeten? De Utrechtse cardioloog dr. J. H. Kingma is een beetje verbaasd over de ophef rond spironolacton. „We schrijven deze nog steeds voor aan patiënten met ernstig hartfalen. De pil verbetert de pompwerking van het hart, houdt de patiënt wat langer uit het ziekenhuis en hij of zij voelt zich wat beter. En dat alles wordt nu met cijfers onderbouwd”, zo reageert hij.

Helaas heeft de oude plaspil, net als alle andere medicamenten, ook vervelende bijwerkingen. Spironolacton is een soort antihormoon. Het voorkomt dat het hormoon aldosteron zijn werk doet. Aldosteron is verantwoordelijk voor de waterhuishouding van het lichaam; het zorgt ervoor dat de nieren zout en water vast houden. Als er te veel activiteit van aldosteron is, houdt het lichaam te veel water en zout vast en ontstaat hoge bloeddruk.

Doordat spironolacton de werking van aldosteron belemmert, werkt het als plaspil en als middel tegen hoge bloeddruk. Vervelende bijwerking daarvan is echter dat er een overschot aan kalium in het lichaam ontstaat. En dat uit zich weer in een onregelmatige hartslag. Bovendien werkt spironolacton als krachtige blokkeerder van het mannelijk geslachtshormoon testosteron. Mannen die het slikken, ontwikkelen borsten en worden soms impotent. Bij vrouwen leidt het tot menstruatiestoornissen, verlaging van de stem en haargroei op de bovenlip. Vandaar dat de farmaceutische industrie andere middelen ontwikkelde, de zogenaamde ACE-remmers, die minder nare bijwerkingen hadden dan spironolacton.

Lagere dosis
Het Amerikaanse onderzoek heeft nu aangetoond dat de effectieve dosis van spironolacton veel lager kan zijn (25 milligram) dan de gebruikelijke hoge dosis (100 milligram) om een blokkade van aldosteron te verkrijgen. Bij die lage dosis nemen de bijwerkingen navenant af: de kaliumspiegel in het lichaam is minder hoog en ook de borstgroei bij mannen en haargroei bij vrouwen blijft beperkt.

„Geen enkel medicijn doet alleen maar goede dingen. Het gaat erom dat de balans van voor- en nadeel voor de individuele patiënt positief uitvalt”, zegt cardioloog Kingma, die tevens hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen is.

Belangrijker vindt hij de achterliggende problematiek. „Vrijwel alle onderzoek naar medicijnen in ons land wordt gedaan door farmaceuten die nieuwe geneesmiddelen uitproberen. Die vinden hun oude medicijnen niet interessant, omdat de patenten daarop zijn verlopen en er dus niet veel meer aan te verdienen valt. Maar oude medicijnen kunnen nieuwe toepassingen krijgen. Als de academische wereld van de overheid meer geld zou krijgen voor dergelijk onderzoek, kunnen meer van dergelijke inmiddels goedkope medicijnen een tweede leven krijgen. Een oud middel verliest immers wel het patent, maar niet de werking.”