Gezondheid 13 juli 1999

Dotteren niet beter dan medicijnen

Het verlagen van het gehalte 'slecht' cholesterol (lage dichtheid lipoproteïne of LDL) in het bloed is een betere behandelwijze bij hartklachten dan dotteren in combinatie met de gebruikelijke medische zorg.

Dat blijkt uit een onderzoek in 37 medische centra in Noord-Amerika en Europa onder 341 patiënten met vernauwde kransslagaderen. De Emory University in Atlanta bericht over de resultaten in het jongste nummer van de New England Journal of Medicine.

Een deel van de patiënten werd behandeld met het sterk cholesterol-verlagende middel atorvastatin (merknaam Lipitor). De anderen ondergingen een dotterbehandeling, al dan niet aangevuld met andere cholesterolverlagende therapieën.

Bij een dagelijkse dosis van 80 milligram atorvastatin daalde het LDL-gehalte gemiddeld met bijna de helft (46 procent). Van de patiënten die deze behandeling ondergingen, kreeg 13 procent tijdens de anderhalf jaar durende studie opnieuw problemen als een hartinfarct of een herseninfarct of hadden een bypass-operatie ('omleiding') nodig. Van de overige deelnemers, die niet met het cholesterolverlagende middel werden behandeld, was dat 21 procent. De atorvastatin-groep had niet alleen minder last van terugkerende problemen, de tijd ertussen was ook langer.

De onderzoekers benadrukken dat de deelnemers aan het onderzoek lichte hartklachten hadden. De resultaten zijn daardoor niet direct te vertalen naar patiënten met ernstiger aandoeningen. Maar volgens de onderzoekers is het wel duidelijk dat behandeling met sterk cholesterolverlagende middelen veilig is, en minstens zo goed werkt als een dotterbehandeling.