Gezondheid 15 juni 1999

Speciale maag-darm-levercentra gewenst

Er moeten aparte centra komen waar patiënten met een maag-, darm- of leveraandoening een endoscopische ingreep kunnen ondergaan. Ingrepen met een kijkbuis voor aandoeningen aan de alvleesklier en de galwegen zijn zo moeilijk dat het succes sterk afhangt van de handigheid en ervaring van de endoscopist.

Dat zei prof. dr. K. Huibregtse afgelopen vrijdag in zijn intreerede ter gelegenheid van zijn benoeming tot hoogleraar endoscopische diagnostiek en therapie in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Huibregtse geldt als een autoriteit op zijn vakgebied. Volgens hem leveren endoscopische operaties door artsen in ziekenhuizen die minder dan twee van zulke onderzoeken per week uitvoeren aanzienlijk vaker complicaties op als bloedingen en perforaties.

Hij pleit voor de speciale centra omdat maag-darm-leverartsen, radiologen en chirurgen dan intensiever kunnen samenwerken. Nu lopen behandelingen per specialist sterk uiteen, evenals de medische gevolgen voor patiënten. Volgens Huibregtse geeft recent onderzoek aan dat bij 80 procent van de patiënten die werden doorverwezen naar een chirurg de galblaas werd verwijderd. Als ze bij een internist terechtkwamen, werd het orgaan slechts bij 40 procent van de patiënten weggehaald.

Ook vindt de nieuwe hoogleraar dat de opleiding voor maag-darm-leverartsen moet worden aangepast. Zo zou meer geoefend moeten worden met de nieuwste endoscopische technieken. Voor een succespercentage van 90 procent zouden in de opleiding niet 75, maar 180 patiënten moeten worden onderzocht.

De ingrepen zouden in de toekomst alleen in speciale centra moeten worden verricht. Dan kan worden volstaan met opleiding van een selecte groep artsen. Doordat zij de ingrepen vaak doen, beschikken zij over maximale vaardigheden en kennis van de nieuwste technieken, aldus Huibregtse.