Gezondheid | 15 juni 1999 |
De pc zou al bij derde legionellapatiënt alarm hebben geslagenCall Center Infectieziekten gewenstDoor prof. dr. I. M. Hoepelman Het is in de late nacht van 14 januari 2002, ik heb dienst, de telefoon van het Utrechts Call Center Infectieziekten gaat. De moeder van Merel is aan de lijn. Zij heeft de website van onze afdeling aangeklikt en geconstateerd dat de symptomen en verschijnselen van Merel zouden kunnen passen bij een infectie met meningokokken, bacteriën die een hersenvliesontsteking of een levensbedreigende bloedvergiftiging kunnen veroorzaken. Via de servicelijn van het callcenter is zij met mij doorverbonden. Haar ongerustheid is terecht en ik vraag of zij mij de vlekjes op de huid van haar dochter kan laten zien. Zij sluit de camcorder op de pc aan zodat ik met haar mee kan kijken. Inderdaad, de vlekjes lijken verdacht veel op een meningokokkeninfectie en ik bel rechtstreeks de ambulance die Merel ophaalt. Even later in die nacht is mevrouw van den Broeck vanuit Dar es Salaam aan de telefoon. Zij heeft 3 jaar geleden een niertransplantatie in ons ziekenhuis ondergaan. Ze is nu op vakantie, maar heeft koorts, hoofdpijn en heeft last van verstopping. In het lokale ziekenhuis is door laboratoriumonderzoek malaria uitgesloten. Via haar mobiele telefoon valt ze terug op haar vertrouwde ziekenhuis en heeft zij contact gelegd met onze Voice Response Unit, waarmee wij 24 uur per dag, zeven dagen per week verzoeken om informatie, ook als het callcenter onbemand is, kunnen beantwoorden. Volgens het menu van de Voice Response Unit, verbonden met onze infectieziektewebsite, kunnen haar symptomen bij tyfus passen. Daarom zoekt zij nu via de servicelijn persoonlijk contact. Zij weet niet precies welke medicijnen zij gebruikt. Ik klik de database van onze apotheek aan en zie, dat zij onder andere cyclosporine gebruikt, een geneesmiddel dat afstoting van de nieuwe nier tegengaat. Dit geneesmiddel leidt echter ook tot vermindering van de lichaamseigen afweer, waardoor de kans op tyfus vergroot is en de infectie bovendien ernstiger kan verlopen. Ik denk dat de diagnose van tyfus juist is. Aangezien er maar drie vluchten per week terug naar Amsterdam zijn en diagnostiek naar deze infectie in het plaatselijk ziekenhuis niet mogelijk is, besluiten we samen dat het verstandig is om direct een behandeling tegen tyfus te starten. Ik klik snel de database van prof. dr. J. Verhoef aan, waarin exacte gegevens zijn opgeslagen over de gevoeligheid voor antibiotica, van bacteriën vanuit de hele wereld, en stuur haar per e-mail een recept. Het is bijna ochtend wanneer de waarnemend huisarts van een verpleegtehuis belt. Zij wil een patiënt insturen met een ernstige longontsteking. Ik voer de naam van de patiënt en het verpleegtehuis in het patiëntenregistratiesysteem in. Dit begint onmiddellijk te flitsen en geeft aan dat in de afgelopen week reeds bij drie patiënten uit het verpleegtehuis longontsteking is gediagnostiseerd. Als waarnemer was zij hiervan niet op de hoogte en we vragen ons af of er een bijzondere verwekker in het spel kan zijn. We spreken af dat de bode van ons ziekenhuis urine van de patiënten komt ophalen om onder meer een snelle test op Legionella, de verwekker van veteranenziekte, te doen. Willekeurige nacht Het Call Center Infectieziekten met zijn website en de daarmee verbonden servicelijn zou moeten worden opgezet door de Utrechtse ziekenhuizen, zorgverzekeraars, huisartsen, apothekers, en GGD. Het centrum en de website kunnen worden verbonden aan de zorgeenheid acute inwendige geneeskunde en infectieziekten van het Academisch Ziekenhuis Utrecht. Het doel van een zorgeenheid is: de zorg voor patiënten efficiënter, effectiever en met een hoge mate van dienstverlening te laten verlopen in die omgeving waar de patiënt het beste behandeld kan worden. Daarmee wordt voorzien in een grote behoefte van de patiënt. Hier ligt onder meer een taak voor het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en het Landelijk Centrum voor Infectieziektebestrijding, om ervoor te zorgen dat de informatie van de peilstations voor infectieziekten on line beschikbaar komt. Internationaal moet er een website komen waar epidemieën van infecties binnen 24 uur worden gemeld en waar resistentiegegevens beschikbaar zijn. Snelheid en informatie-uitwisseling is met name bij infectieziekten belangrijk. Niet alleen omdat deze ziekten voor de pati‰nt bedreigend kunnen zijn, maar ook omdat we doordat we meer reizen met meer mensen in contact kunnen komen.ô
Daarnaast moeten we als behandelaar snel kunnen reageren op onverwachte en ongewone vragen en aandoeningen. Ga je met zo'n callcenter niet te veel op de stoel van de huisarts zitten? Ook van de huisarts wordt verwacht dat hij zijn oordeel baseert op de meest actuele informatie, bijna alles weet, snel handelt en dag en nacht bereikbaar is. Het is nadrukkelijk de bedoeling de huisarts bij de zorgketen en het Call Center Infectieziekten te betrekken. Door dit te doen vergroten wij het inzicht in elkaars handelen en in elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden. De behandelaars zelf -en dit wordt nog wel eens vergeten- hebben ook waardevolle informatie in handen.ô
Memotekst kan eventueel worden geschraptô
Legionella Zoals we gezien hebben in Bovenkarspel kan één individu het begin vormen van een epidemie en moet de diagnose van een besmettelijke ziekte of misschien zelfs het vermoeden hieromtrent en de isolatie in het laboratorium van een besmettelijke ziekteverwekker snel en op een centrale website worden gemeld. Alhoewel de hulpverlening in Bovenkarspel adequaat is verlopen, mag een alarmfunctie niet uitsluitend bij personen liggen, maar moet die worden geautomatiseerd en bovendien moeten de data voor iedere hulpverlener en patiënt toegankelijk zijn. Bioterrorisme In 1979 kon de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) melden dat na een zeer intensieve pokkenuitroeicampagne deze ziekte was verdwenen. In 1994 adviseerde de WHO om alle voorraden van het pokkenvirus op 30 juni 1999 te vernietigen omdat de kans dat de ziekte spontaan weer zou opduiken uitgesloten werd geacht. Op 22 april maakte het Witte Huis echter bekend dat president Clinton heeft voorgesteld de voorgenomen vernietiging van het pokkenvirus uit te stellen. Hij houdt er serieus rekening mee dat er illegale voorraden van dit virus zijn die als biologisch wapen gebruikt kunnen worden. Blootstelling aan dit virus leidt tot een sterfte van 30 procent van de besmette bevolking. De WHO heeft twee weken geleden inderdaad besloten om het pokkenvirus niet te vernietigen. Blootstelling aan de verwekker van miltvuur, Bacillus anthracis, leidt tot een sterfte van meer dan 80 procent. Wanneer iemand vanuit een klein vliegtuigje boven Washington DC een zak met 100 kg sporen van de miltvuurbacterie uitstrooit, zou dit een tragedie van ongekende omvang veroorzaken, met een sterfte die kan oplopen tot meer dan tweederde van de bevolking. Boven de provincie Utrecht zou de helft (50 kg) voldoende zijn om meer dan 1 miljoen mensen te doden. Zonder intensieve en uitgebreide schoonmaakprogramma's zou deze provincie bovendien ten minste 40 jaar niet bewoonbaar. Van zeventien landen, waaronder Irak, is officieel bekend dat zij een onderzoeksprogramma hebben gericht op een aanval met deze bacterie. Bacteriën en virussen in handen van terroristen kunnen een groot gevaar vormen. Maar dat is niet de reden waarom ik het bioterrorisme hier noem. Ik noem het bioterrorisme omdat het op zeer krachtige wijze tot uitdrukking brengt, waartoe sommige micro-organismen in staat zijn. Door een optelsom van factoren als snelle bevolkingsgroei, economische achteruitgang, klimatologische veranderingen, resistentievorming en het toegenomen en intensieve internationale transport kunnen gewone micro-organismen echter veranderen van onschadelijk in schadelijk. De schade die ze toebrengen ontstaat echter sluipender en is minder massaal dan bij het bioterrorisme. Nu reeds vormen infectieziekten wereldwijd de belangrijkste doodsoorzaak. Dit wordt niet uitsluitend veroorzaakt door de problematiek in de ontwikkelingslanden, zoals velen denken. Terwijl in bijvoorbeeld de Verenigde Staten in de eerste tachtig jaar van deze eeuw het aantal doden door infectieziekten daalde van 800 naar 36 per 100.000, wordt vanaf 1980 weer een verdubbeling van dit sterftecijfer gezien. Infectieziekten vormen momenteel in de westerse wereld na hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak. Dertig jaar geleden werd in de Verenigde Staten door het Congres de geldkraan voor onderzoek en bestrijding van infectieziekten dichtgedraaid. Dit onder het motto: Het wordt tijd om het boek over infectieziekten te sluiten, want de oorlog is gewonnen. Een grapje onder ingewijden is dat men vergat erbij te vertellen welke kant won. |
![]() |