Voorpagina 8 juni 1999

TNO-studie: RSI groeit uit tot op een na grootste arbeidsprobleem

Per dag vijf WAO'ers door muisarm

Van onze wetenschapsredactie
EINDHOVEN – Niet alleen beeldschermwerkers, ook metselaars, naaisters en timmerlieden lopen een grote kans op RSI, repetitive strain injury, beter bekend als muisarm. Bij 30 tot 40 procent van de werknemers in de risicoberoepsgroepen komen klachten voor die tot RSI kunnen leiden, aanzienlijk meer dan vorig jaar. Dat blijkt uit een onderzoek dat TNO Arbeid gisteren toelichtte op een symposium in Eindhoven.

Volgens de studie wordt RSI –pijn in spieren, gewrichten en pezen van pols, elleboog, schouder en nek– het op een na grootste arbeidsprobleem, direct na werkdruk. Twee weken geleden maakte het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid soortgelijke resultaten bekend: 40 procent van de beeldschermwerkers bij financiële instellingen en architectenbureaus heeft last van RSI; bij de helft van hen houden die klachten ook na werktijd aan. Dat gegeven komt overeen met een onderzoek van de Arbo-dienst van de Vrije Universiteit in Amsterdam, waaruit blijkt dat 40 tot zelfs 65 procent van de beeldschermwerkers RSI-klachten heeft.

Het TNO-onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de FNV en de Belgische vakbond ACV. De klachten lijken in België systematisch hoger dan in Nederland. De onderzoekers plaatsen echter als kanttekening bij hun werk dat de respons laag was, waardoor mensen mét klachten waarschijnlijk zijn oververtegenwoordigd. In totaal reageerden circa 10.000 Nederlanders en 1100 Belgen.

Ook in beroepen zonder beeldschermwerk komen relatief veel klachten voor, bij werknemers die vaak lang achtereen met gebogen of gedraaide nek of polsen werken, of langdurig in dezelfde houding bezig zijn. Bij kleermakers en naaisters betreft het 47 (Nederland) en 66 (België) procent van de werknemers, bij metselaars en timmerlieden respectievelijk 43 en 54 procent.

Werkomgeving
Opvallend is dat de aanpak van RSI bij werkgevers nog geen hoge prioriteit heeft. Uit twintig bedrijfsbezoeken door TNO blijkt dat er geen sprake is van preventief beleid. Slechts een op de acht heeft apparatuur of machines aangeschaft om de lichamelijke belasting te verminderen.

De onderzoekers noemden een voorbeeld uit Zuid-Afrika, waarbij 23 tractoren voor het verplaatsen van hout en bomen werden aangepast zodat de chauffeurs beter zicht hadden op hun werk en daardoor minder pijn kregen aan nek en schouders. De aanpassing kostte 14.000 gulden en leverde per jaar een productiviteitswinst van 130.000 gulden op.

De werkgevers verwachten veel van een betere inrichting van de werkplek. Wetenschappers zeggen echter dat RSI ook voorkomt bij een optimaal ingerichte werkomgeving. Volgens de Nijmeegse hoogleraar psychologische functieleer dr. G. P. van Galen spelen ook psychische en sociale factoren een belangrijke rol bij het ontstaan van RSI: werkdruk, stress, lawaai, het vermogen om het werk naar eigen inzicht te organiseren.

Van Galen: „Het is een serieus probleem in Nederland. Volgens de jongste cijfers doen 13.000 tot 20.000 mensen per jaar een beroep op de Ziektewet vanwege RSI. Een deel van hen raakt echt gehandicapt en uiteindelijk komen er jaarlijks 1200 mensen in de WAO, dat is ongeveer vijf per werkdag. En dat is een zeer conservatieve schatting.”