Gezondheid25 mei 1999

Mondhygiënist kan ook
gebit controleren

Door W. van Hengel
Er kan een eind komen aan de standaard halfjaarlijkse gebitscontrole door de tandarts. Het is doelmatiger om het gebit eerst te laten controleren door een mondhygiënist, die met een tandarts samenwerkt. Dan kunnen ze onderling doorverwijzen. De frequentie van de periodieke controle door de mondhygiënist moet per patiënt vastgesteld worden. Dit kan overbehandeling voorkomen.

Met name de opleiding tot mondhygiënist dient hiervoor te worden aangepast. Ook moet de opleidingscapaciteit voor mondhygiënisten toenemen, vindt prof. dr. R. M. H. Schaub. Hij is tandarts en hoogleraar in de tandheelkundige zorgverlening aan het Instituut voor Mondzorg Groningen, een samenwerkingsverband van de RUG en de Hanzehogeschool van Groningen.

Schaub wil de tandheelkunde aanpassen aan de moderne tijd. Veel minder dan vroeger komen acute problemen voor, zoals gaatjes, pijn en gebitsverlies. Bij jongeren is het tegenwoordig vooral van belang een goede gezondheid van de mond te handhaven. Dat kan door preventie en vroegtijdige herkenning van risico's. In de leeftijdsgroep vanaf 40 jaar spelen met name de gevolgen van ziekten in het verleden een rol, toen er wel veel acute problemen bestonden. De problemen van deze groep zijn veelal chronisch van aard. Anders dan enkele jaren geleden staan daarom planning en mondverzorging centraal en niet uitsluitend behandeling. Vandaar dat Schaub liever spreekt van mondzorg dan van tandheelkunde.

Mondzorggroepen
Schaub bepleit dat mondhygiënisten binnen een samenwerkingsverband zelfstandig verscheidene taken gaan verrichten. Ze kunnen gaatjes signaleren, preventie verzorgen en afwijkingen en problemen aan tandvlees en kaakbot constateren. Ook kunnen ze de zorg voor kunstgebitten op zich nemen. De patiënt ziet pas een tandarts of protheticus als de mondhygiënist daarheen doorverwijst. Het samenwerkingsverband, een zogenaamde Mondzorggroep, bestaat uit tandartsen, mondhygiënisten, technici en prothetici. Deze hebben afspraken gemaakt over productie, kwaliteit en budgetten. Binnen de mondzorggroepen vervullen tandartsen een coördinerende rol, zonder dat ze de patiënten steeds hoeven te zien. Door de samenwerking nemen de effectiviteit, doelmatigheid en flexibiliteit van de mondzorg toe.

Zonder bewijs
Volgens Schaub worden in de mondzorg te veel handelingen verricht waarvan niet bewezen is dat ze effectief en doelmatig zijn. Zo bestaat er geen bewijs voor de effectiviteit en doelmatigheid van de halfjaarlijkse controle als standaardmaatregel voor tandartsen. Misschien is die standaardcontrole wel zinloos, mogelijk zelfs schadelijk, vanwege het gevaar van overbehandeling. Beter dan de halfjaarlijkse controle zou een regelmaat van controleren zijn die is aangepast aan de individuele patiënt.

De opleiding tandheelkunde in Groningen werd in 1991 gesloten vanwege een landelijk beleid om de opleidingscapaciteit voor tandartsen te beperken. Vier jaar geleden ging een nieuwe opleiding mondhygiëne en tandheelkunde van start vanwege een landelijk beleid voldoende mensen voor de mondzorg op te leiden. Schaub is de eerste hoogleraar in deze opleiding. Zijn vakgebied, de tandheelkundige zorgverlening, houdt zich bezig met de factoren die van invloed zijn op de manier waarop mondzorg wordt verleend.