Gezondheid 18 mei 1999

Automatische defibrillator verhoogt levenskansen bij hartstilstand

Politie Noord-Holland
krijgt hartapparatuur

Door A. M. Alblas
Ongeveer tweeduizend politieagenten van de regiokorpsen Kennemerland, Zaanstreek en Amsterdam worden getraind in het gebruik van een automatische defibrillator, een apparaat waarmee een hartstilstand kan worden opgeheven. De aanschaf wordt gesubsidieerd door de Nederlandse Hartstichting, in het kader van een onderzoeksproject van dr. R. Koster, cardioloog in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam.

Hart- en vaatziekten zijn nog steeds de grootste oorzaak van vroegtijdig overlijden in Nederland, maar de sinds 1972 ingezette daling blijft zich voortzetten. Eenvijfde van de sterfte wordt veroorzaakt door mensen die worden getroffen door een plotselinge hartstilstand. Hun overlevingskans verbetert door ontwikkelingen op het gebied van reanimatie en door de komst van de automatische defibrillator. Dit apparaat herstelt het normale hartritme en daarmee de bloedcirculatie bij mensen die door een hartstilstand zijn getroffen.

Overlevingskans
Bij een acute hartstilstand wordt in ongeveer de helft van de gevallen een reanimatiepoging ondernomen door middel van hartmassage en beademing. De kans op overleven hangt af van snelle hulpverlening. Elke minuut méér uitstel van de reanimatie verlaagt de kans op overleven met 30 procent. Het starten van de reanimatie door een 'leek' verdubbelt de kans op overleven.

Overigens staat het hart bij een hartstilstand niet echt stil, maar is er in feite sprake van een ernstige ritmestoornis. Het hart klopt niet meer normaal, maar raakt in een trilling (fibrillatie). Het bloed wordt niet meer rondgepompt. Reanimatie is dan zeker zinvol, maar nog beter is het als het normale ritme en daarmee de pompwerking van het hart wordt hersteld. Dit kan door middel van een defibrillator, die met een krachtige stroomstoot de normale hartslag kan herstellen.

Als defibrillatie binnen 5 minuten plaats heeft, neemt de kans op overleven toe tot 72 procent. Voor de Amsterdamse cardioloog R. Koster reden genoeg om een pleidooi te voeren voor het uitrusten van politie- en brandweerauto's met defibrillatoren.

Per jaar worden in Nederland ongeveer zevenduizend mensen door ambulancepersoneel buiten het ziekenhuis gereanimeerd. „Het succes daarvan hangt eveneens af van de factor tijd”, zegt Koster. „Elke 3 minuten later defibrilleren bij een hartstilstand leidt tot een halvering van de overlevingskans. Ook de neurologische toestand van de patiënt na reanimatie is afhankelijk van de factor tijd: vroeg defibrilleren leidt tot beter neurologisch herstel.”

Tijdwinst
Koster heeft in de Verenigde Staten het concept van de ”first responder”-defibrillatie ontdekt. „De eerste-hulpverleners –vaak politieagenten– die al na 2 of 3 minuten ter plaatse zijn, hebben de mogelijkheid om met de automatische defibrillator het hart weer op gang te krijgen, in afwachting van de komst van de ambulance.” Het voordeel is volgens Koster een belangrijke tijdwinst. De ambulance heeft een wettelijke aanrijtijd van 15 minuten. „Dat is bij een hartstilstand te lang”, aldus Koster. „Ambulances zijn uitgerust met gekwalificeerd personeel met een defibrillator. Dat is een goede zaak, maar ik stel tevens vast dat de aanrijtijd van de ambulance te lang is om als ”first responder” te worden gekarakteriseerd.

Het Amerikaanse Rode Kruis heeft daar wat op gevonden. Duizenden leken leren momenteel hoe zij met een automatische defibrillator slachtoffers van een hartstilstand kunnen redden. Tot juli zullen werknemers van verschillende bedrijven in de eerste tien deelnemende Amerikaanse steden worden getraind in het hanteren van de defibrillator.

Als het apparaat is aangezet, vraagt een gecomputeriseerde stem om twee elektroden op de borst van de patiënt te plakken, zodat de elektrische hartactiviteit geregistreerd kan worden. Heeft de patiënt inderdaad een hartstilstand, dan laadt het apparaat zichzelf op en vraagt om op de knop ”schok” te drukken. Na het toedienen van de stroomstoot meet het apparaat zelf het resultaat om te zien of er nog een schok nodig is.

Er kan eigenlijk niets fout gaan. Het apparaat stelt de diagnose en geeft de noodzaak van defibrilleren aan. „De betrouwbaarheid is 100 procent. Er is dus sprake van een nagenoeg risicoloze handeling”, zegt Koster. Tijdens de hele procedure worden de handelingen die de bediener moet uitvoeren door een stem uit een luidspreker begeleid en worden alle hartritmen en handelingen in het geheugen van de automatische defibrillator vastgelegd voor latere analyse en controle. De kosten van het apparaat bedragen tussen de 7500 en 8500 gulden.

Nederlandse situatie
Inmiddels komen ook in Nederland automatische defibrillatoren op de markt. Daarmee is de mogelijkheid ontstaan een defibrillatie te laten uitvoeren door getraind, niet-medisch personeel, zoals politieagenten, brandweerlieden, EHBO'ers, cabinepersoneel in vliegtuigen en familieleden van hoogrisicopatiënten. Voor cardioloog Koster alle reden om de toepassing ervan uit te breiden. Maar dat moet zorgvuldig gebeuren. Er zitten namelijk nog wat juridische haken en ogen aan. „Ik wil onderzoek doen naar de juiste plaats van zo'n apparaat in de Nederlandse situatie.”

Probleem is dat defibrilleren wettelijk gezien een medische handeling is die alleen mag worden uitgevoerd door artsen of andere deskundigen die daarvoor zijn opgeleid. In die laatste categorie vallen bijvoorbeeld ambulanceverpleegkundigen. Politieagenten en brandweerlieden komen echter in het rijtje niet voor. Deze juridische 'ins' en 'outs' zijn onder meer vastgelegd in de artikelen 35 en 36 van de Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).

Koster pleit voor aanpassing van die wetsartikelen. „Dit apparaat doet alles automatisch. Het stelt zelf de diagnose en geeft aan of er opgetreden moet worden. In die zin kan er niets verkeerd gaan. Mensen die geleerd hebben met deze apparatuur om te gaan, zouden juridisch daarvoor de ruimte moeten krijgen.”

Die ruimte is er nog niet. In een aantal brandweerregio's was het de bedoeling een proef met de automatische defibrillator te starten. Er werd echter van afgezien vanwege de juridische voetangels en klemmen. Het experiment in Noord-Holland kan wel doorgang vinden omdat het plaatsheeft in het kader van een medisch onderzoeksproject.

Verdeeld
Het hulpverleningsveld lijkt overigens wat verdeeld te reageren op de in gang gezette ontwikkelingen. „Laat de politie zorgdragen voor de veiligheid van de burgers. Laat ze boeven vangen. Laat de brandweer branden blussen en de ambulance mensenlevens redden”, aldus een ambulanceverpleegkundige in een ingezonden brief in een ochtendkrant.

Koster wuift die bezwaren weg: „Het probleem is dat de ambulance bijna altijd later is dan de politie. Die kan al beginnen met deze levensreddende handeling. De bediening van de defibrillator is eenvoudig. Bovendien krijgen de politiemensen eerst een training. Dus de genoemde bezwaren snijden geen hout.”