Gezondheid 18 mei 1999

Lichte kinderkamer vergroot
risico bijziendheid

Kinderen die hun eerste 2 levensjaren 's nachts in een lichte slaapkamer slapen, hebben een verhoogde kans om bijziendheid te ontwikkelen.

Dat blijkt uit onderzoek onder 479 kinderen tussen 2 en 16 jaar door het medisch centrum van de Universiteit van Pennsylvania en het kinderziekenhuis in Philadelphia, waarover is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature. Bij bijziendheid kan iemand dichtbij wel maar veraf niet scherp zien.

Van de kinderen die op jonge leeftijd in het donker sliepen, werd 10 procent bijziend. Een nachtlampje verhoogde dat percentage tot 34. Jonge kinderen die 's nachts werden bijgelicht door een schemerlamp, hadden 55 procent kans om bijziend te worden – meer dan een vervijfvoudiging van het 'normale' risico. Eerder laboratoriumonderzoek met kuikens toonde al aan dat de verhouding licht en donker gedurende een etmaal invloed heeft op de ontwikkeling van het kijkvermogen.

Onder de 2 jaar
De onderzoekers vonden alleen een verband tussen een lichte slaapkamer bij kinderen onder de 2 jaar en bijziendheid op latere leeftijd. Nachtelijke blootstelling aan licht bij oudere kinderen lijkt de kans op de oogafwijking niet te vergroten. De eerste 2 levensjaren groeit het oog snel.

Prof. R. A. Stone adviseert op grond van het onderzoek om baby's en jonge kinderen niet in een verlichte kamer te laten slapen. Of het vermijden van blootstelling aan licht tijdens de nacht bijziendheid voorkomt, is nog niet duidelijk. Daarvoor zijn verdere studies nodig.

Verklaring
Het Amerikaanse onderzoek verklaart misschien de toename van bijziendheid in de afgelopen 200 jaar. Grote groepen mensen verhuisden van het platteland naar de stad. In het verleden is als reden voor de toename van bijziendheid gesuggereerd dat steeds meer mensen werk deden waarbij ze op korte afstand keken, zoals lezen. Volgens het huidige onderzoek kan ook de hogere blootstelling aan licht gedurende de nacht, veroorzaakt door industrialisatie, reden zijn voor de toename van bijziendheid in de ontwikkelde landen.