Gezondheid 20 april 1999

Hoge werkdruk kan tot psychische aandoening leiden

Maatschappij beïnvloedt ziektebeeld

Door W. M. Bakker
Arnold de Graaf is overspannen. Zijn baas toont begrip en adviseert: Ga maar naar huis en rust uit. Om te beginnen is dat prima, zegt onderzoeker dr. A. de Jong, maar hij voegt er meteen aan toe: Blijf niet te lang thuiszitten. „Ook al voelt iemand zich na enige tijd nog niet helemaal fit, dan moet je toch proberen hem weer aan het werk te krijgen. Hoe langer hij uit zijn werkkring is, hoe moeilijker het wordt terug te keren.”

De gevolgen van een psychische ziekte kunnen diepingrijpend zijn, stelt dr. A. de Jong. Hij werkt vanaf 1980 als universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, sinds een aantal jaren in combinatie met een functie als wetenschappelijk onderzoeker in het academisch ziekenhuis in die plaats. Bovendien is hij eindredacteur van het vorige maand verschenen ”Handboek Psychiatrische Epidemiologie”, dat onder meer tal van ziektebeelden beschrijft.

De gevolgen van het ziek-zijn voor patiënt en maatschappij kregen in een apart hoofdstuk in het standaardwerk een plaats. „Als je er als buitenstaander tegen aankijkt, lijken die misschien mee te vallen. De lijdenslast die mensen zelf ervaren, is echter behoorlijk. Die heeft allerlei gevolgen, die je niet moet onderschatten. Dan denk ik niet alleen aan het werk, maar ook aan de persoonlijke levenssfeer, de contacten in het gezin en de familie.”

De Jong wijst erop dat de gevolgen, net als bij lichamelijke ziekten, enorm variëren. „In de somatische geneeskunde spreken we over een gebied met aan de ene kant een griepje en aan de andere kant kanker, om maar eens wat te noemen. Die hele reikwijdte heb je in de psychiatrie ook. De gevolgen hangen van de ernst van het ziektebeeld af. Vaak is het afnemen van werkplezier een van de eerste tekenen van psychische ziekte. Net als bij 'gewone' ziekten.”

Als mensen langdurig met ziekteverlof gaan, komt het sociale leven in veel gevallen behoorlijk onder druk te staan, zegt De Jong. „Mensen met ernstige psychiatrische ziektebeelden raken vaak al hun contacten in de maatschappij kwijt, met als laatste uitzondering de familie. De bloedbanden –ouders, broers en zussen– blijven het langst bestaan. Wanneer het ernstig mis gaat, zie je patiënten soms ook hun eigen gezin verliezen. Dan kan een scheiding het gevolg zijn.”

Opname
Vooral mensen die een jaar of langer in een psychiatrische instelling zijn opgenomen, komen in een isolement terecht. „Vrienden en bekenden komen in het begin nog wel op bezoek. Als het lang duurt, wordt dat bezwaarlijk, mede omdat instellingen soms nogal afgelegen liggen. Een opname kan nodig zijn, maar laat die vooral niet te lang duren. Dan wordt het namelijk steeds moeilijker om terug te keren naar de maatschappij”, zegt De Jong.

De onderzoeker ziet een wisselwerking tussen maatschappelijke ontwikkelingen en psychiatrische ziektebeelden. Hij noemt als voorbeeld de gevolgen van een langdurig hoge werkdruk. „Mensen die overspannen raken, hebben niet onmiddellijk een psychiatrisch probleem, maar het kan zich wel in die richting ontwikkelen, als het te lang blijft doorslepen. Wanneer er op termijn geen oplossing voor een te hoge werkdruk komt, kan langzamerhand een depressie of angststoornis ontstaan.”

Ook op andere wijze blijkt volgens De Jong dat maatschappelijke ontwikkelingen van invloed zijn op ziektebeelden. „Patiënten klagen over problemen. Hun beleving daarvan wordt beïnvloed door wat in de maatschappij gebruikelijk is. Psychosen zijn bijvoorbeeld door alle tijden heen voorgekomen, maar de klachten verschillen. Soms hebben mensen het idee dat op de radio bepaalde berichten worden uitgezonden die alleen voor hen bestemd zijn. Dat soort klachten hoor je niet in een maatschappij waarin geen radio is.”

Samenspel
De eindredacteur van het handboek voor onderzoekers en hulpverleners merkt op dat de benadering van patiënten in de loop der tijd ook is veranderd. Hij signaleert onder meer dat de kennis over genetica een steeds grotere rol gaat spelen. „De lichamelijke basis van veel aandoeningen kan langzamerhand niet meer ontkend worden. Dat wil echter niet zeggen dat alle ziektebeelden worden veroorzaakt door fouten in het lichaam of door verkeerd werkende organen.

Bij ernstige psychische aandoeningen mag je veronderstellen dat lichamelijke oorzaken van groter belang zijn, terwijl bij de lichtere vooral de sociale omstandigheden een grote rol spelen. De klassieke manier van diagnosticeren staat tegenwoordig ter discussie. Het is de vraag of we niet méér moeten denken in termen van wat er enerzijds mis is in het lichaam en anderzijds in de maatschappij.

Vroeger werden ziektebeelden vaak op zichzelf bekeken. Inmiddels groeit de overtuiging dat klassieke stoornissen als angt en depressie de uitkomst zijn van een basaal proces. Er is iets mis. De ene keer uit zich dat in de vorm van een angststoornis, de andere keer in de vorm van een depressie. Als het erger wordt, kan het misschien zelfs een psychose tot gevolg hebben.”

Oorlog
De onderzoeker noemt als voorbeeld van maatschappelijke invloeden de recente conflicten rond Kosovo. „Wat daar gebeurt, zal bij sommigen ongetwijfeld tot een psychiatrische aandoening leiden, die ze niet gehad zouden hebben in een maatschappij waarin geen oorlog gevoerd wordt. Door de ellende die de bewoners in dat gebied meemaken, komen ze onder een druk te staan die voor een aantal een psychiatrische aandoening tot gevolg zal hebben.”

Het voorbeeld laat zich moeilijk naar de Nederlandse situatie vertalen, zegt De Jong. Hij stipt opnieuw de werkdruk aan. „Daarover wordt veel gesproken. Werkdruk op zich kan nooit de oorzaak van een psychiatrische aandoening zijn. Als iemand met plezier werkt, resultaat ziet en daar achter kan staan, is een hoge werkdruk niet zo'n probleem.

Anders is het als werkdruk gepaard gaat met het gevoel dat het allemaal niet zo geweldig veel uitmaakt, wat je ook doet. Als iemand zichzelf in zijn werk niet kwijt kan, wordt werkdruk echt vervelend. Het geeft op zich niet mensen onder druk te zetten, als ze de resultaten, de positieve uitwerking daarvan maar zien. Het is een kwestie van balans.”

Gelukkig volk
Zo zijn ook huwelijksproblemen over het algemeen niet de directe oorzaak van een psychische ziekte. „Het is op zich niet erg als er spanningen in een huwelijk optreden, maar op het moment dat er tussen de echtgenoten fundamenteel iets niet goed zit, worden de effecten daarvan groter. Dat kan een druk tot gevolg hebben die uiteindelijk soms tot een psychiatrische aandoening leidt.”

Over het algemeen is de invloed van de Nederlandse maatschappij op het ontstaan van psychische ziekten volgens De Jong gering. „We zijn een gelukkig volk.” Houdt hij die bewering ook staande tegen de achtergrond van steeds langere wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg? „Als het om de betrokkenen gaat, moet je nooit zeggen dat het allemaal wel meevalt. Een patiënt heeft het moeilijk. Dat moet je niet bagatelliseren. In vergelijking met andere landen valt het bij ons echter wel mee. Ik zeg het met enige schroom, want het gaat om ziekten. Voor degene die het betreft en zijn naaste omgeving kunnen de gevolgen wel heel ingrijpend zijn.”