Gezondheid 20 april 1999

„Ik durf haast niet meer te zeggen wat voor werk ik doe”

De apotheker in de branding

Door A. M. Alblas
Hij begrijpt niets van alle commotie rond zijn inkomen. Minister Borst wil de apothekers korten met een slordige 340 miljoen gulden. Voor de Ridderkerkse apotheker A. L. van Eijsden betekent dit dat hij ieder jaar 350.000 gulden moet inleveren. „Dat zal ten koste gaan van de kwaliteit van zorg die ik als apotheker aan mijn patiënten wil leveren”, zegt hij zuur.

„De bewindsvrouwe van het departement van Volksgezondheid doet aan kortetermijnpolitiek. Bovendien wil zij dingen doen die tegen de afspraken ingaan”, zegt Van Eijsden.

De Ridderkerker begon 15 jaar geleden in de wijk Drievliet in zijn woonplaats een apotheek. Inmiddels telt het uit de kluiten geschoten dorp in de Randstad vijf apotheken. De vestiging in Drievliet draait goed. Onlangs vond een hoognodige verbouwing plaats. Een investering van een half miljoen gulden. Van Eijsden had in al die jaren anderhalve ton bij elkaar gespaard. Voor 350.000 gulden sprong de bank bij. „Wanneer ik zoveel zou verdienen als de minister beweert, dan had ik niet bij de bank behoeven langs te gaan”, klinkt het een beetje wrang.

Wat is er precies aan de hand? Het onderzoeksbureau Price Waterhouse Coopers becijferde onlangs dat apothekers 360 miljoen gulden per jaar opstrijken aan bonussen en kortingen van de leveranciers. Daar moet wat aan gedaan worden, reageerde de minister gebeten. Zij heeft de Tweede Kamer voorgesteld het mes in de bonussen en kortingen te zetten voor een bedrag van 225 miljoen gulden. Daarnaast moeten de apothekers ook nog eens per receptregel inleveren. Ook dat zal 112 miljoen gulden opleveren.

De apothekersorganisatie KNMP is woedend en stapt naar de rechter. Bovendien heeft de organisatie de leden gevraagd de Tweede Kamer een brief te schrijven waarin ze het onrechtvaardige van deze maatregel aan de kaak stellen. De Ridderkerkse apotheker heeft aan dit verzoek met tegenzin voldaan. „Ik vind zo'n brief een teken van zwakte. Als de KNMP reageert zou dat eigenlijk al voldoende moeten zijn”, zegt hij. „Toch heb ik een brief geschreven omdat ik me wel een klein beetje zorgen maak. De bekostigingsproblemen van de gezondheidszorg moeten niet op één beroepsgroep afgewenteld worden. Ik vind dat niet eerlijk. Bovendien worden we als apotheker al jarenlang met het grove geld geassocieerd. Dat geldt misschien wel voor een kleine 25 procent van onze beroepsgroep, maar meer dan 75 procent staat voor zijn vak. Wij willen kwaliteit leveren, begeleiden patiënten in het medicijngebruik, geven voorlichting over het gebruik van bijvoorbeeld incontinentiemateriaal, verwerken recepten van huisartsen en bezorgen gratis medicijnen aan huis. Zo willen we ons profileren naar de patiënten toe”, aldus Van Eijsden.

Een kwart van zijn beroepsgenoten betitelt hij als zakenlui in de apothekerswereld. „Ze doen niets onwettigs, maar zijn wars van het maken van extra kosten en willen alleen maar zo veel mogelijk hun zakken vullen”, zegt hij. De Ridderkerker voelt zich geen zakenman en wil het niet zijn ook! „Wel heb ik een prikkel in me om een eigen zaak te hebben en wil ik kwaliteitszorg leveren.”

Hoe zit het dan met die bonussen en kortingen? Van Eijsden: „Natuurlijk wordt het budget dat beschikbaar is voor geneesmiddelen ieder jaar weer overschreden. Daar zijn oorzaken voor aan te geven. Neem de toenemende vergrijzing, patiënten worden eerder ontslagen uit een ziekenhuis en er worden meer en ook duurdere medicijnen geslikt. Maar al die jaren is het vergoedingensysteem voor ons niet gewijzigd. Dus wat de oorzaak is van al die alarmerende berichten is mij niet duidelijk.”

De apotheker rekent voor. „Per voorgeschreven medicijn op een recept krijgen wij de inkoopprijs van het geneesmiddel vergoed, met een vaste opslag van 11,20 gulden. Die opslag is al 7 jaar hetzelfde, terwijl onze kosten alsmaar stijgen. De overheid heeft erkend dat deze wijze van vergoeden niet kostendekkend is. Daarom krijgen wij van de groothandel 2 procent betalingskorting, als we tenminste netjes binnen de gestelde termijn betalen en kunnen we nog eens een functionele korting behalen van 2 tot 4 procent wanneer we efficiënt bestellen. Daarnaast kennen we een stimuleringsregeling wanneer we een merkgeneesmiddel vervangen door een merkloos geneesmiddel dat exact dezelfde werkzame stof bevat en veel goedkoper is. Het is simpel uit te rekenen wat dit oplevert bij een omzet van 3 miljoen gulden per jaar en 300 receptregels per dag. Ik kan mijn apotheek met tien apothekersassistenten draaiende houden.”

Overigens is Van Eijsden een voorstander van het afschaffen van alle kortingsregelingen. „Als de vergoeding per receptregel dan maar kostendekkend is”, voegt hij eraan toe. „Wanneer de vergoeding van 11,20 naar 13 gulden zou worden opgetrokken, kan ik zonder de kortingen ook kostendekkend draaien”, zegt hij. Hij wijst er wel op dat de korting, die dan bij de groothandel blijft hangen, wel terug moet vloeien in de kas van de overheid. Er wordt wel eens voorgesteld dat de apotheker maar in overheidsdienst zou moeten treden. Van Eijsden: „Dat zou een slechte zaak zijn.”

Het is duidelijk dat de Ridderkerkse apotheker niet onder de indruk is van het overheidsbeleid betreffende zijn beroepsgroep. „Eerst hebben we de medicijnknaak gehad. Dat werd een compleet fiasco; hadden we voorspeld. Vorig jaar kregen we de eigen bijdrage van 20 procent voor geneesmiddelen, tot een maximum van 200 gulden per jaar. Een minstens even groot fiasco; ook weer afgeschaft. Inmiddels hebben we weer wat nieuws. Naast een al bestaande eigen bijdrage voor bepaalde medicijnen, zoals voor sommige anticonceptiemiddelen, moeten patiënten nu ook bijbetalen wanneer een medicament boven de gemiddelde prijs van een bepaalde cluster valt. Je wordt er toch niet goed van! De patiënt is de dupe van een dergelijk zwalkend overheidsbeleid.”

Van Eijsden heeft het moeilijk gehad met alle publiciteit rond de apothekers. „Vroeger schreven de kranten er over in de komkommertijd. Werd er nauwelijks aandacht aan besteed. Nu is het dagelijks nieuws. Je kunt geen krant openslaan of het imago van de apotheker krijgt weer een deuk. Het gaat altijd over zakkenvullers. Maar dat zijn apothekers niet, op een enkele uitzondering na. Men zou eens serieus onderzoek moeten doen naar het voorschrijfgedrag van specialisten. Die worden meer dan rijk beloond met snoepreisjes en cadeaus door de geneesmiddelenindustrie die er agressieve reclamemethoden op nahoudt. Ik krijg in mijn apotheek ook recepten aangeboden waarop alleen maar –en dan nog dik onderstreept– een merkgeneesmiddel wordt voorgeschreven. Dan weet ik al hoe laat het is! Apothekers konden 25 jaar geleden het verstrekkingenpatroon aan de geneesmiddelenindustrie bij wijze van managementinformatie aanleveren. Dat legde bepaald geen windeieren. Maar rechtstreeks bestellen bij de fabrikant is er niet meer bij. Wij kopen in via de groothandel. Zou je dat toch weer rechtstreeks bij de industrie willen doen dan moet je enorme hoeveelheden in één keer bestellen. Bovendien gaat dat met allerlei rompslomp gepaard. Dat is dus niet aantrekkelijk.”

De Ridderkerkse apotheker schaamt zich soms voor zijn omgeving om zich als apotheker voor te stellen. „Ik zeg dan maar dat ik in de gezondheidszorg werkzaam ben. Dan hoef je niet zoveel uit te leggen.”