Gezondheid 20 april 1999

Nieuwe landelijke opleiding voor maag-, darm- en leverziekten

Verpleegkundigen specialiseren

Door Alice de Stigter-de Jong
Patiënten met bepaalde aandoeningen vragen steeds meer specialistische kennis van verpleegkundigen. Dat geldt bijvoorbeeld voor mensen met maag-, darm- en leveraandoeningen. De Hogeschool Arnhem Nijmegen start in oktober zelfs met een speciale opleiding voor verpleegkundigen die op de maag-, darm-, en leverafdeling (MDL) gaan werken.

De landelijke specialisatieopleiding is een initiatief van vijf grote Gelderse ziekenhuizen. Verpleegkundigen zagen de problemen van MDL-patiënten steeds ingewikkelder worden door betere behandelingen en therapie. De MDL-verpleging heeft zich daardoor tot een eigen discipline ontwikkeld, terwijl er geen verplichte scholing voor bestond. Dergelijke specialisaties bestaan al wel voor onder andere oncologie (tumoren), intensive care, kindergeneeskunde, gynaecologie, psychiatrie en diabetespatiënten.

Patiënten met aandoeningen aan maag, darm en lever zijn meestal chronisch ziek. De opleiding richt zich zowel op de diagnostische fase als op de klinische verpleging en de nazorg. Juist de nazorg is een belangrijke verpleegkundige taak. Maag-, darm- en leverpatiënten gaan namelijk vaak het ziekenhuis uit met blijvende hulpmiddelen, zoals een stoma, waardoor ze zich sociaal en emotioneel zeer gehandicapt kunnen voelen.

Beter geschoold
Een van de initiatiefnemers van de nieuwe opleiding is Hans Fleur. Hij werkt als manager inwendige geneeskunde en MDL-ziekten in het Rijnstate-ziekenhuis in Arnhem. „Wij hebben hier een uitgebreide maag-, darm-, en leverafdeling. In gesprekken met artsen werd duidelijk dat de behoefte aan beter geschoold personeel heel nadrukkelijk aanwezig was. Ook de verpleegkundigen op deze afdeling vonden verdere scholing nodig vanwege de snelle ontwikkelingen. Een paar andere ziekenhuizen in Gelderland wilde al een interne bijscholing organiseren. Het leek ons toen beter er een landelijke opleiding van te maken.”

Fleur ziet het in toenemende mate gebeuren dat verpleegkundigen handelingen overnemen die voorheen aan de arts waren voorbehouden. Hij denkt dat in de toekomst een zogenaamde ”nurse-endoscopist” handelingen overneemt van een specialist op de maag-, darm-, en leverafdeling. „Een arts werkt dan op twee of drie kamers tegelijk. De nurse-endoscopist brengt de scope in maag of darm in en haalt er op aanwijzing van de specialist een stukje weefsel voor onderzoek uit.”

Fleur ziet, ondanks de toenemende vraag naar specialisatie in de gezondheidszorg, nog volop ruimte voor verpleegkundigen in de basiszorg. „Er is heel veel basiszorg in Nederland waarbij de behoefte groot is aan een goede verzorging en verpleging van mensen. Deze behoefte is er misschien in mindere mate in het ziekenhuis, maar juist wel in de thuiszorg, verpleeg- en verzorgingshuizen en allerlei andere moderne woonvormen.”

Bij een toenemende specialisatie is het van groot belang dat de zaak goed gecoördineerd wordt, is de ervaring van Fleur. „En of je je nu specialiseert of niet, het is voor een verpleegkundige altijd belangrijk oog te houden voor de patiënt. Je hebt tenslotte met mensen te maken.”

Specialiseren
Het Landelijk Centrum Verpleging & Verzorging (LCVV) vindt het belangrijk dat onderwijs dat volgt op het basisberoepsonderwijs een samenhangend geheel is. Een verpleegkundige kan dan na de basisopleiding bij- en nascholing volgen of zich inschrijven voor een opleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige.

Beleidsadviseur Minke Nieuwboer stelt dat het voor een verpleegkundige belangrijk is zich te ontwikkelen en te specialiseren. Mensen die op specialistische afdelingen werken, hebben toch vaak behoefte aan een hierop afgestemde opleiding. „Juist nu er een groot tekort is aan personeel in de gezondheidszorg is het heel belangrijk dat mensen graag blijven werken.”

Via patiëntenorganisaties hoort Nieuwboer regelmatig dat de patiënt meer specialisatie wil van verpleegkundigen. „Vooral chronisch zieke patiënten vinden het heel prettig als zij iemand aan hun bed krijgen die helemaal op de hoogte is van de problemen waar ze mee te maken hebben. Zulke verpleegkundigen en verzorgenden weten veel van het dagelijks functioneren van hun patiënten en zijn daardoor in staat afgestemde zorg te geven. Zo uitte de organisatie voor parkinsonpatiënten onlangs de wens door specialistische verpleegkundigen geholpen te worden. Ook diabetici willen graag een verpleegkundige die speciaal is opgeleid voor de verzorging en begeleiding van mensen met suikerziekte.”

Verschuiving
De verschuiving van taken van de arts richting verpleegkundige staat bij het LCVV volop in de belangstelling. Enkele maanden geleden werd nog een onderzoek uitgevoerd met de vraag of deze taakverschuiving moet worden teruggedraaid, gedoogd of geformaliseerd (het aanpassen van de regelgeving aan de huidige praktijk).

Volgens Nieuwboer komt het „in alle velden voor dat verpleegkundigen handelingen overnemen die van oorsprong tot de taak van de arts behoren.” Een deel van deze taakverschuiving is toegestaan via de Wet beroepen individuele gezondheidszorg (WBIG). Door deze wet is het mogelijk handelingen die zijn voorbehouden aan artsen onder bepaalde voorwaarden te delegeren aan verpleegkundigen.

„Het komt echter nogal eens voor dat verpleegkundigen buiten deze regelgeving handelingen voor een arts uitvoeren. Te denken valt aan het af en toe voorschrijven van slaapmedicatie of het wijzigen van het pijnbestrijdingsbeleid.”

De meeste artsen en de helft van de verpleegkundigen vinden dat deze situatie moet worden teruggedraaid. Werkzaamheden die volgens de wet niet overdraagbaar zijn, moeten dat ook blijven. Verpleegkundigen zouden dit soort taken niet meer mogen uitvoeren. Slechts een klein deel van de artsen en verpleegkundigen wil de huidige praktijk gedogen.

Spuitje
René van Leeuwen, opleidingscoördinator van de opleiding verpleegkunde van de Christelijke Hogeschool Ede, vraagt zich af of specifieke handelingen die mogelijk van de arts worden overgenomen een onderdeel moeten worden van de basisopleiding of dat er in de vervolgopleiding aandacht aan moet worden besteed.„In de thuiszorg is nu de praktijkverpleegkundige in opkomst. Dat is iemand die in dienst is van huisartsen in bijvoorbeeld een gezondheidscentrum. Deze neemt bepaalde taken van de huisarts over. Ze bezoeken bijvoorbeeld chronisch zieken en kijken of het goed gaat met de medicatie.”

Van Leeuwen noemt specialisatie in de gezondheidszorg op zich een goede ontwikkeling. „Je krijgt mensen die op een bepaald gebied heel goed zijn. Alleen moet je er wel voor zorgen dat andere aspecten van zorg daardoor niet in het gedrang komen. Als de zuster alleen nog maar voor een spuitje komt en geen aandacht meer heeft voor de patiënt als mens, dan ben je te ver doorgeschoten.”