Gezondheid 13 april 1999

„Straks in supermarkt alleen
nog gemanipuleerd voedsel”

Door A. de Jong
DEN HAAG – Er is een wereldwijde revolutie aan de gang en maar weinigen hebben het door. Toch zijn, hierbij vergeleken, de industriële revolutie en de informatiseringsgolf kinderspel. Het betreft de genetische manipulatie van planten. Daarmee raakt de wetenschap de basis van het menselijk bestaan: het voedsel. En de verantwoordelijke politici slapen. Op een enkeling na.

Tot die enkelingen behoort het RPF-kamerlid Stellingwerf. Als geen ander heeft hij zich de laatste jaren het thema ”genetische manipulatie van planten” toegeëigend en gepoogd het op de Haagse politieke agenda te zetten. Het onderwerp is er belangrijk genoeg voor, vindt hij. „Gedurende duizenden jaren is de voedselketen op aarde in een zeker evenwicht geweest. Die balans brengen we nu in gevaar door te gaan sleutelen aan voedingsgewassen voor mens en dier, terwijl we geen flauw idee hebben van de gevolgen. We zijn een weg ingeslagen die we nog voor geen honderdste procent kunnen overzien.”

Van de schriftelijke vragenreeksen die de Kamer sinds 1995 over dit onderwerp stelde, is 40 procent afkomstig van Stellingwerf, al dan niet in samenwerking met 'compagnon' Vos, kamerlid voor GroenLinks. Ook het overleg dat de Kamer morgenmiddag heeft met minister Borst van Volksgezondheid en staatssecretaris Faber van Landbouw is voor een belangrijk deel het gevolg van de activiteiten van de bedrijvige RPF-parlementariër.

Zelf kiezen
Een van de opvallendste dingen in de voorbereidende stukken voor het overleg is dat het kabinet producenten van genetisch gemanipuleerde organismen –in het jargon: ggo's– wil verplichten een duidelijk etiket op hun producten te plakken. De consument kan dan zelf kiezen of hij die artikelen wil kopen of niet. Precies datgene wat Stellingwerf 2 jaar geleden in een door de Kamer aanvaarde motie vroeg. Toch?

„Nu ja, eigenlijk vroeg ik in mijn motie méér. Dat er etiketten komen op producten die genetisch gemanipuleerd zijn, vind ik positief. Maar ik heb destijds ook gevraagd om het totstandbrengen en bevorderen van ggo-vrije ketens. Op dit moment werkt het grootste deel van de landbouwsector gelukkig nog niet met genetisch gemanipuleerde zaden. Maar dat is in een rap tempo aan het veranderen. Zaadveredelaars geven het grootste deel van hun onderzoeksgeld uit aan proeven met genetische manipulatie. Het onderzoek naar zaadveredeling in de biologische landbouw daarentegen staat nagenoeg stil. Het is mijn schrikbeeld dat we straks wel keurige etiketjes op onze levensmiddelen hebben, maar dat er desondanks niets meer te kiezen valt: er staat in de schappen van de supermarkt amper nog een product dat níét genetisch gemanipuleerd is.”

Terugvaloptie
Daarom moet de overheid volgens Stellingwerf de traditionele landbouw financieel bevoordelen boven de landbouw die met genetisch gemanipuleerde gewassen werkt, bijvoorbeeld via het BTW-tarief. „Het is van het grootste belang dat er een ggo-vrije landbouw van voldoende omvang blijft bestaan. Stel dat zich in de toekomst een calamiteit voordoet en alle consumenten plotseling ggo-vrije producten willen. Dan moet er wel een terugvaloptie zijn.”

Er zijn nog meer redenen waarom Stellingwerf vreest dat de etiketteringsplicht een „papieren tijger” wordt. Het kabinet kan niet garanderen, zo schrijft het, dat producten gehéél vrij zijn van genetisch gemodificeerde elementen. Bij scheepstransporten bijvoorbeeld blijft altijd een beetje genetisch gemanipuleerd graan in het ruim achter. Daarom kiest de regering niet voor het label ”vrij van genetische aanpassingen”, maar voor het predikaat ”zonder gentechniek geproduceerd”. Stellingwerf: „Ik vrees dat dit een al te grote interpretatieruimte geeft aan hen die ermee moeten werken. Want hoeveel restmateriaal van ggo's mag er in een product zitten? Niemand weet het. En bestaan er detectietechnieken om vast te stellen hoeveel erin zit? Volgens mij niet. In elk geval stimuleert zo'n formulering niet tot het hoogst haalbare.”

Tijdwinst
Het RPF-kamerlid ziet voor dit moment dan ook maar één verstandige oplossing: het instellen van een moratorium, dat wil zeggen een tijdelijke stop op de productie en import van genetisch veranderde organismen. „Zo'n moratorium biedt tijdwinst, zodat we ons grondig kunnen bezinnen op deze ontwikkeling. Dat moeten we onszelf gunnen: wat betekent nu een paar jaar uitstel op de duizenden jaren die achter ons liggen? Het kabinet vreest dat het Nederlandse bedrijfsleven op achterstand komt ten opzichte van het buitenland. Het wil daarom een krachtige, stimulerende rol spelen ten aanzien van genetische manipulatie. Maar dat is van twee walletjes eten. Zo maak je geen wezenlijke keuzes.”

Instelling van een moratorium heeft volgens Stellingwerf talloze voordelen. „Er zijn nog zo veel onbeantwoorde vragen. Hoeveel afstand moet er bestaan tussen een perceel met ggo's en een perceel met traditionele gewassen? 100 meter? 200? En wie is er aansprakelijk als er in de toekomst iets misgaat? De boer of de overheid die de vergunning verleende? Laten we daar eerst eens helderheid over zien te krijgen.”

Zo'n moratorium maakt politiek gezien toch geen kans?
„Dat hoor je mij niet zeggen. De race is nog niet gelopen. Laten we eerst de argumenten uitwisselen. Ik begrijp best dat politici vanuit de evolutiegedachte tot een positieve beoordeling van gentechniek komen: de natuur wordt immers door de eeuwen heen steeds beter en daar kun je als mens een handje bij helpen. Wij redeneren echter vanuit een door de Schepper gegeven structuur, wat ons bescheiden maakt in onze pretenties. Toch kun je ook vanuit andere levensovertuigingen tot de conclusie komen dat een moratorium het beste is. Twee jaar geleden was ik er ook niet zeker van dat de Kamer mijn motie zou aanvaarden. Het is wel gebeurd.”