Gezondheid 6 april 1999

Diagnose hartafwijking
via vinger in de lies

Een vinger aan de pols geeft de dokter vaak onvoldoende informatie; een vinger in de lies kan meer opleveren. Die kennis is van belang om uit te vinden of pasgeboren baby's een hartafwijking hebben.

Bij jonge zuigelingen zijn de longslagader en de lichaamsslagader met elkaar verbonden. Vaak sluit die verbinding een dag of wat na de geboorte. Wanneer de ductus –zo heet die verbinding– pas na enige weken verdwijnt, neemt de kans toe dat een serieuze hartafwijking over het hoofd wordt gezien.

„Wanneer de ductus in de eerste weken na de geboorte nog open is, merk je daar niets van”, zegt kindercardioloog dr. N. Sreeram in Scan, het blad van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Het tekort aan bloed wordt dan aangevuld door de ductus. Als die na 5 of 6 weken dichtgaat, treffen artsen een baby aan die kortademig is en slecht drinkt. Dan wordt niet in eerste instantie aan een hartprobleem gedacht.

Volgens Sreeram, werkzaam bij het Wilhelmina Kinderziekenhuis, verspillen artsen veel kostbare tijd door te zoeken naar een eetprobleem. Sommige baby's zijn niet meer te opereren omdat ze door een slechte bloedcirculatie al te veel nier- en hersenschade hebben opgelopen. Terwijl volgens Sreeram toch vrij gemakkelijk te bepalen is of er hartafwijkingen zijn. Een vinger aan de pols geeft weinig informatie aangezien de bloedcirculatie in hoofd en armen na het sluiten van de ductus meestal geen probleem oplevert. De onderkant van het lichaam is wel afhankelijk van de ductus. Als het hart niet in de lies klopt, is er echt iets mis.