Gezondheid 6 april 1999

Test op dikkedarmkanker

W. van Hengel
In Engeland start deze maand een proef waarbij mannen en vrouwen tussen de 50 en 69 jaar worden onderzocht op dikkedarmkanker. Zij ontvangen thuis een testsetje voor een ontlastingmonster. Een laboratorium onderzoekt het monster op de aanwezigheid van bloed.

De proef zal in twee gebieden worden uitgevoerd, in Engeland en Schotland. Vroegtijdige opsporing van darmkanker is van belang omdat een behandeling in dat stadium een grote kans van slagen heeft. Het probleem is echter dat de merkbare klachten (diarree, verstopping, pijn) vaak pas ontstaan als de tumor een bepaalde omvang heeft bereikt. Bloedverlies is –anders dan bij aambeien het geval is– niet zichtbaar met het blote oog, omdat het bloed tijdens de gang door de ingewanden is verkleurd. Ook is er bij mensen vaak een zekere terughoudendheid om met hun dokter of familie te praten over een gestoord ontlastingspatroon. Dat kan eveneens leiden tot verlies van kostbare tijd. Er is dan een gerede kans dat het gezwel zich heeft uitgebreid naar omliggend weefsel en dat tumorcellen ook in het lymfesysteem zijn terechtgekomen –langs de darm lopen veel lymfebanen– waardoor zij zich elders in het lichaam kunnen nestelen.

Vroege ontdekking is dus van belang. De tumor is dan nog klein. Maar niet te klein voor opsporing. Want ook in dat stadium is er vaak al sprake van verborgen bloedverlies, veroorzaakt doordat de darm vernauwd raakt en de darminhoud langs het tumoroppervlak schuurt.

Het Engelse experiment is bedoeld om juist dit vroegtijdige, nog verborgen bloedverlies op te sporen. Als de test positief uitpakt, wordt de proefpersoon benaderd voor verder onderzoek in een ziekenhuis.

Veelvoorkomend
Dikkedarmkanker is een zeer veel voorkomende aandoening. Eerdere kleine studies geven aan dat vroegtijdige opsporing de sterfte met 15 procent kan terugbrengen.

Er is gekozen voor de leeftijdsgroep van 50 tot 69 jaar, omdat deze mensen het meeste profijt hebben van vroegtijdige ontdekking, zo blijkt uit eerder onderzoek. Onder de 50 komt darmkanker weinig voor, zodat screening geen zin heeft. Boven de 70 zijn mensen vaak minder gemotiveerd om mee te doen, zo heeft de ervaring geleerd.

Omstreden
In een reactie zegt mevrouw C. Honing van de Nederlandse Kankerbestrijding dat er geen plannen zijn voor vroege systematische opsporing van dikkedarmkanker onder de Nederlandse bevolking.

Het is volgens haar een omstreden onderwerp. Nederlandse gastro-enterologen zien weinig in onderzoek naar bloed in de ontlasting. De tests zijn nog te weinig trefzeker en er zou sprake zijn van veel vals-positieve uitslagen. Eventueel gevonden bloed kan immers ook afkomstig zijn van slokdarm of maag. Soms schort het aan motivatie van de deelnemers aan dergelijke onderzoeken. En mensen met een positieve uitslag haken nogal eens af in volgende onderzoeksronden. Alleen in families waarin erfelijke dikkedarmkanker voorkomt en bij patiënten met de ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa heeft screening wel zin, zo is op dit moment de heersende mening.

Amerikaans advies
Amerikaanse maagdarm-specialisten zien echter wel perspectief in onderzoek van de bevolking op dikkedarmkanker. Zij raden iedereen boven de 50 een jaarlijks bloedonderzoek van ontlasting aan en elke 5 jaar een kijkonderzoek van het rectum, het laatste deel van de dikke darm, elke 5 tot 10 jaar een buikoverzichtsfoto na het slikken van contrastvloeistof en elke 10 jaar een kijkonderzoek van de hele dikke darm (colonscopie).

Deze aanbevelingen zijn in 1997 vastgelegd in officiële richtlijnen van het Genootschap van Amerikaanse gastro-enterologen.