Gezondheid 2 maart 1999

„In nieuwe WKZ staat belevingswereld van kind centraal”

Nieuwe start Kinderziekenhuis

Door A. M. Alblas
Twee verbouwde woningen in de Utrechtse Oude Kerkstraat. Dat was in 1888 het begin van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) in Utrecht. Na 10 jaar barstte het ziekenhuisje uit zijn voegen. Het verhuisde naar de Nieuwegracht. Deze week verhuist het WKZ naar een nieuw gebouw, vlak naast het Academisch Ziekenhuis op De Uithof. Het ziekenhuis is van de modernste snufjes voorzien en de hele familie is er welkom. Wat er in een eeuw kan veranderen.

Het WKZ was lang een plaats voor „arme zieke kinderen.” De angst voor besmetting was groot. Knuffelen van zieke kinderen was verboden. Ziekenbezoek was meer een noodzakelijk kwaad dan een welkome afwisseling voor de kleintjes. Het WKZ was tevens een „krachtig middel tot bestrijding van pauperisme”, vermeldt de geschiedschrijver. „Zieke kinderen konden toch nog 'flinke staatsburgers' worden. Dat hielp tegen de armoede.”

Glazen entree
De zwarte leistenen vloer en de slechtverlichte hal aan de Nieuwegracht hebben plaatsgemaakt voor een ruime glazen intree. Het heeft de vorm van een duikboot. De binnenhuisarchitect heeft er het thema ”avontuur” aan gegeven. Het moet de kinderen die het nieuwe WKZ binnenkomen een gevoel van rust en veiligheid geven. Een aantal buizen draagt als holle bomen een dak waarop een mostuin moet groeien. Vanuit de hal is er zicht op een binnentuin met een reuzenbeeldengroep.

Talloze loopbruggen vormen de toegang tot poliklinieken, behandel- en verpleegafdelingen. Allemaal zijn ze van elkaar gescheiden. De poliklinieken liggen aan een 60 meter lange polipromenade. De verschillende specialismen worden met kleuren aangegeven. Ieder bouwdeel van het complex heeft zijn eigen kleur. Speelotheek, videotheek, het winkeltje ”Alles kits” en de speeltuin op het dak moeten het verblijf van de kinderen veraangenamen.

De hele omgeving creëert een sfeer van ontspanning en rust die aansluit op de leeftijd van het kind. „Iedere ontwikkelingsfase heeft zijn eigen belevingswereld”, zegt voorlichter Martijn Sobels.

Zo bevinden de ramen in de klapdeuren zich op kinderhoogte. Als volwassene moet je bukken om te zien wat er aan de andere kant van de deur zit. De balies zijn eveneens op kinderhoogte afgesteld. Ook de ziekenkamers ademen de belevingswereld van het kind. Het verlaagde plafond boven het bed moet een gevoel van veiligheid geven, terwijl het bij de raampartij omhoog loopt. Dat zorgt weer voor ruimte en licht, veel licht vooral. Vanuit de gang verhinderen plakstrips op de ramen dat iedereen het zieke kind in bed ziet liggen.

Slaapbanken
De ouders kunnen op de kamer van het kind slapen. Er zijn twee slaapbanken, gesponsord door instellingen, bedrijven en particulieren. Overdag zijn het comfortabele banken in de ziekenkamer, 's nachts zijn het royale bedden. Door het hele complex bevinden zich ook ouderslaapkamers, eveneens gesponsord. Daarnaast kunnen ouders een plekje krijgen in het nabijgelegen Ronald McDonald Huis. Wanneer er behoefte aan is, kan men zich terugtrekken in een stiltecentrum, een plaats waar je tot jezelf kunt komen, waar rust heerst in de verder drukke ziekenhuiswereld.

„Laatst zat in de hal van het oude WKZ een vader”, zegt voorlichter Martijn Sobels. „Hij had zich de hele tijd goed gehouden tegenover zijn kind. Nu kon hij zijn tranen niet langer binnenhouden. En dat tussen de druk heen en weer lopende mensen, ratelende telefoons, gelach uit de koffiehoek, spelende kinderen. Een schrijnend voorbeeld van de noodzaak van een stiltecentrum in het nieuwe WKZ.”

De gulle gevers hebben met elkaar bijna 5 miljoen gulden bijeengebracht. Het ziekenhuis zelf heeft ongeveer 235 miljoen gulden gekost. Daarvoor heeft het 220 bedden, bijna vijftig meer dan op de oude locatie, worden er jaarlijks 4000 kinderen opgenomen en vinden er 45.000 polikliniekbezoeken plaats. Ook de Bloedbank Midden-Nederland krijgt een plek in het nieuwe WKZ.

Verhuizing
Morgen verhuizen de kinderen vanuit de binnenstad naar de nieuwe locatie. Komende zaterdag worden moeders met hun baby's van de kraamafdeling van het Academisch Ziekenhuis Utrecht (AZU) overgeplaatst naar het WKZ. Beide locaties op de Uithof zijn met een 250 meter lange tunnel (”de navelstreng”) met elkaar verbonden.

Kinderen van 16 tot 18 jaar kunnen voortaan aangeven of ze opgenomen willen worden in het nieuwe WKZ of toch liever naar de kinderafdeling van het AZU gaan.

Ook voor zwangere vrouwen die in het AZU onder controle zijn, verandert er vanaf deze week het nodige. Zij moeten voortaan naar het WKZ, ook voor de bevalling. In het moderne Perinatologisch Centrum (perinatologie = rond de geboorte) is de zorg voor moeder en kind samengebracht. Verloskunde en neonatologie (een afdeling die gespecialiseerd is in de behandeling van zieke en te vroeg geboren baby's), couveuse en babykamers, de verpleegafdeling voor de moeders, alles komt samen onder één dak. Het voordeel daarvan is dat daardoor een nog betere afstemming mogelijk is tussen de hulpverleners over de zorg van moeder en kind.

Via een directe cameraverbinding (ook bekostigd door sponsors) hebben de moeders voortdurend zicht op hun kind. Zo kunnen ze vanuit het ziekenhuisbed de eerste belangrijke dagen meemaken van hun kindje in de couveuse. Dit ”live”-contact via de camera betekent veel voor een moeder die zelf te ziek of te zwak is om het ritje naar de couveuse te maken, of om lang bij haar kindje te blijven. Via regelmatig visueel contact met haar baby kan ze toch een band opbouwen. Dat kan veel ongerustheid en stress voorkomen.

Kinderhartcentrum
Ook het kinderhartcentrum heeft een nieuwe push ondergaan. In december 1995 was het WKZ genoodzaakt vanwege tegenvallende resultaten en te hoge sterftecijfers het hartoperatieprogramma af te bouwen. Een maand later besloot het zelfs voorlopig helemaal geen hartoperaties meer uit te voeren. In september 1996 werd een nieuwe start gemaakt.

Er werden vervolgens twee ervaren en internationaal als zeer deskundig omschreven hartspecialisten aangetrokken, prof. dr. J. F. Hitchcock en dr. N. Sreeram.

Sindsdien zijn tot en met 1997 in totaal weer 230 hartoperaties uitgevoerd. De resultaten tonen aan dat ook op langere termijn de bij de herstart genomen maatregelen efficiënt zijn. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft op 6 januari 1998 het kinderhartcentrum gevisiteerd. De inspectie was zeer onder de indruk van het enthousiasme waarmee de medewerkers van het centrum over hun werk vertelden en prees de goede sfeer en organisatie. In totaal worden er zo'n 5000 operaties per jaar uitgevoerd. Het oude WKZ telde vier operatiekamers; het nieuwe WKZ heeft er zes.

Ziekenhuisschool
De ziekenhuisschool verhuist ook mee. Kinderen die langer dan 2 weken in het ziekenhuis moeten verblijven, krijgen onderwijs in een van de lokalen of zelfs aan bed. In nauw overleg met de school, ouders en ziekenhuismedewerkers wordt een lesprogramma opgesteld om de ontwikkeling van de kinderen zo ongestoord mogelijk te laten verlopen. Zo vormt het onderwijs voor de kinderen een belangrijke verbinding met de buitenwereld.

„Het WKZ mag zich weer rekenen tot de topvier van de acht Nederlandse kinderklinieken”, zegt prof. dr. H. Büller, hoofd kindergeneeskunde van het Sophia Kinderziekenhuis, een onderdeel van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam. Hij zou zijn kind 3 jaar geleden niet aan het WKZ hebben toevertrouwd. „Gelukkig is het WKZ weer opgekrabbeld tot een wetenschappelijk topinstituut”, zegt hij zonder enige schroom.