Gezondheid

Valpartij schrik voor veel ouderen

Van de 15.000 ouderen boven de 65 jaar die jaarlijks in Nederland hun heup breken, overlijden er bijna 5000 binnen 3 maanden na de operatie. In totaal komen 1 miljoen senioren minstens eenmaal per jaar onzacht in aanraking met de grond. Vooral door de complicaties na afloop is een valpartij tegenwoordig doodsoorzaak nummer één onder ouderen.

Schokkende cijfers, die volgens de Maastrichtse huisarts Paul Stalenhoef de noodzaak onderstrepen om in een vroegtijdig stadium ouderen met een „verhoogd valrisico” op te sporen. Huisarts en thuiszorg zouden daarin gezamenlijk een preventieve hoofdrol moeten spelen, vindt Stalenhoef, die vrijdag aan de Universiteit Maastricht promoveerde op zijn proefschrift ”Falls in the elderly”.

„Vallen van ouderen, in het bijzonder herhaald vallen, moet gezien worden als een teken van ziekte, beperking of het begin van algemene achteruitgang”, stelt Stalenhoef. „Door de patiënt aan enkele eenvoudige testjes te onderwerpen en het medisch dossier in te kijken, is het voor de huisarts heel simpel te bepalen of de val van een oudere een incident is of een indicatie van een toekomstige reeks valpartijen.”

Zo heeft Stalenhoef tijdens zijn onderzoek ontdekt dat verminderde spierkracht, stramme gewrichten, depressiviteit en een loopstoornis belangrijke oorzaken zijn van herhaald vallen. Vrouwen vallen bijvoorbeeld veel vaker dan mannen, omdat ze relatief minder kracht hebben. Ook patiënten die antidepressiva slikken en daardoor minder bewust waarnemen, gaan relatief snel tegen de vlakte.

Een afnemende spierkracht en broze botten worden mede veroorzaakt door een tekort aan vitamine D, waar veel ouderen die niet meer buiten komen aan lijden, zo bleek onlangs tijdens een congres over vitaminen en ouderen. Sinds vorig jaar geldt daarom een advies van de Gezondheidsraad dat degenen die niet of nauwelijks meer in de zon komen, extra vitamine D slikken. Dat advies wordt echter vrijwel nergens in de praktijk gebracht, omdat er geen geld voor is.

Driekwart van alle valpartijen gebeurt binnenshuis. Stalenhoef stelt daarom voor de woonomgeving van bejaarden grondig te testen op mogelijke valrisico's, zoals losliggende tapijten, gladde vloeren of slechte verlichting. Hij waarschuwt echter tegen te hoge verwachtingen van dergelijke maatregelen. „Gevaarlijke trappen en het ontbreken van antislipmatjes in de badkamer zijn hooguit de aanleiding voor een valpartij. De werkelijke oorzaak ligt bij de mensen zelf, bij hun medicatie, hun bewegingspatroon.”

Stalenhoef ziet dan ook een belangrijke rol weggelegd voor de verpleegkundige van de thuiszorg, die tijdens een huisbezoek in kaart kan brengen of een oudere een verhoogd risico heeft op vallen. Een verslechtering van de toestand zou direct aan de huisarts gerapporteerd moeten worden, die vervolgens enkele testjes kan uitvoeren.