Gezicht is spiegel van het brein

Bij wetenschappers van de faculteit letteren is de rechter gezichtshelft verhoudingsgewijs groter dan de linker. Bij wetenschappers van de faculteit wis- en natuurkunde is juist de linkergezichtshelft groter dan de rechter.

Dat ontdekte de Amerikaanse psycholoog dr. W. M. Smith in een onderzoek naar grootte van gezichtshelften bij wetenschappers, dat onlangs gepubliceerd werd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Cognitive Neuroscience. Naast wetenschappers van de faculteiten letteren en wis - en natuurkunde faculteiten onderzocht Smith ook psychologen en een groep willekeurig gekozen mensen. Deze laatste twee groepen lieten geen verschillen zien in de grootte van hun linker en rechter gezichtshelft.

Volgens Smith zijn de resultaten van zijn onderzoek te verklaren door de controle die de hersenen uitoefenen op de ontwikkeling van de musculatuur van de gezichtshelften. De linker gezichtshelft wordt daarbij aangestuurd door zenuwen van de rechter hersenhelft en viceversa. Mensen die heel goed in taal zijn, hebben meestal een dominante linker hersenhelft, wat kan verklaren dat de rechter gezichtshelft iets groter is bij wetenschappers van de faculteit letteren. Abstract ruimtelijk denken, wat kenmerkend is voor wiskunde en natuurkunde, doet daarentegen vooral een beroep op de rechter hersenhelft.