ReoPro bij dotteren spaart levens

Als na dotterbehandelingen in plaats van aspirine de stof abciximab wordt gegeven, treden minder ernstige complicaties op. Ook kan het middel dreigende hartinfarcten voorkomen. Als dit geneesmiddel, op de markt onder de naam ReoPro, vaker zou worden toegepast dan nu gebeurt, overlijden in Nederland jaarlijks enkele honderden hartpatiënten minder.

Dat stelt de interventiecardioloog H. Bonnier van het Eindhovense Catharina Ziekenhuis naar aanleiding van een nieuw Amerikaans onderzoek. Hij wil dat minister Borst meer geld uittrekt voor dergelijke heilzame innovatieve geneesmiddelen. De Amerikaanse gegevens zijn afgelopen vrijdag op een symposium in Maastricht bekendgemaakt door dr. J. Ferguson van het Texas Heart Institute in Houston.

Het middel voorkomt dat het bloed gaat samenklonteren, zodat minder snel vernauwingen van de kransslagader optreden. Uit het Amerikaanse onderzoek blijkt dat de stof opmerkelijk werkzaam is bij dotteringrepen die met stents (metalen veertjes) worden uitgevoerd. Zonder gebruik van abciximab krijgt 10 procent van de patiënten een hartinfarct. Als de stof wel wordt gebruikt voor, tijdens en na de dotterprocedure is dat de helft minder.

Ook op langere termijn blijken de kansen beter. Omgerekend zouden in Nederland, waar per jaar bijna 15.000 dotterbehandelingen plaatsvinden, met ReoPro in het eerste jaar 230 hartpatiënten minder overlijden. In Nederland wordt de helft van de behandelingen met stents gedaan in plaats van met ballonnetjes. Maar ReoPro werkt volgens Bonnier ook goed bij dotteringen met die oudere techniek.

In het Amerikaanse onderzoek met stents traden ook minder nieuwe vernauwingen op. Het ging om een afname van 18 procent en bij diabetespatiënten zelfs van 50 procent. Daardoor zijn minder nieuwe dotterprocedures of bypassoperaties nodig.

Abciximab is in Nederland al 5 jaar op de markt, maar het middel wordt slechts beperkt toegepast omdat het duur is (2200 gulden per behandeling). In de Verenigde Staten wordt de stof wel standaard aan patiënten toegediend na een dotteringreep. In Nederland is de selectie strenger: volgens Bonnier komt eenderde van de 15.000 dotterpatiënten ervoor in aanmerking. Slechts 10 procent van hen kan hij het middel geven, omdat de kosten ervan anders te zwaar drukken op het ziekenhuisbudget.

De Vereniging voor Nederlandse Cardiologen, waarin Bonnier namens de interventiecardiologen zit, gaat minister Borst opnieuw vragen snel meer geld voor dit soort nieuwe succesvolle middelen te reserveren. „We hebben daar al jaren geleden om gevraagd. De nieuwe wet voor innovatieve geneesmiddelen die dit moet regelen, laat al jaren op zich wachten”, zegt Bonnier.