Gezondheid

Bypass-operatie

Het gebruik van twee borstslagadertjes en één maagslagadertje voor omleidingen langs sterk vernauwde kransslagaders naar het hart leidt tot minder klachten van pijn op de borst (angina pectoris). Verwacht wordt dat de tienjaarsoverleving ook beter zal zijn.

Dat stelt hartchirurg dr. J. Grandjean van het Academisch Ziekenhuis Groningen (AZG) naar aanleiding van een publicatie van hem en zijn collega's over een nieuwe vorm van bypass-operatie in het jongste nummer van het Amerikaanse tijdschrift Circulation.

Aanvankelijk gebruikten hartchirurgen voor een omleidingsoperatie aders uit het been. Aders bleken echter niet zo goed bestand tegen de hogere druk in het slagaderlijke systeem, waardoor op den duur achteruitgang en verkalking optrad. Daarom werd halverwege de jaren tachtig ter vervanging van vernauwde kransslagaders overgestapt op het gebruik van twee borstslagaders die links en rechts achter het borstbeen lopen. Grandjean: „Die kun je daar wel missen. Er bleef echter een probleem: bij mensen waar we drie omleidingen moesten aanleggen, hadden we maar twee slagadertjes. Dus werd toch weer een beenader erbij gehaald”.

De Groningse hartchirurg zocht een kleine tien jaar geleden naar een andere oplossing. Daarbij maakte hij gebruik van een maagslagader die langs de buitenbocht van de maag loopt. Via een klein gaatje in het middenrif legde hij over de lever heen een verbinding aan naar het hart. Dat blijkt zeer goed te voldoen. Grandjean laat de maagslagader bij het begin in de buik vastzitten, snijdt hem vervolgens verderop door en koppelt het einde vast aan het hart. Inmiddels zijn zo'n 900 patiënten in Groningen op deze manier geholpen.

Uit de in Circulation gepubliceerde onderzoekscijfers blijkt dat van de 256 patiënten zeven jaar na de ingreep ruim 85 procent geen klachten heeft van pijn op de borst. In de groep patiënten bij wie wel een beenader werd geplaatst, ligt dat percentage op 60 procent. Een opmerkelijk verschil.

Grandjean tekent hierbij aan dat met het verstrijken van de tijd dit verschil naar verwachting alleen maar groter zal worden, omdat aders slechts een jaar of tien meegaan. Hoewel er nu nog geen verschil is in overlevingscijfers, verwacht hij dat dit over enkele jaren ook gaat veranderen.

De nieuwe methode van bypass-chirurgie wordt door de bekende Amerikaanse hartchirurg Denton Cooley in een begeleidend commentaar in Circulation enthousiast begroet. Grandjean is daar blij mee, maar blijft nuchter. „Ik heb al heel wat collega's hier langs zien komen. Ze waren eveneens positief over de methode. Maar als je dan later nog eens contact met hen opneemt, blijken ze de methode zelf in de praktijk toch niet te hanteren. De ingreep is iets ingewikkelder dan de traditionele methode, duurt ook een halfuur langer –je moet even de buik in– en daar schrikken mensen soms toch van terug. Er kunnen ook organisatorische redenen een rol spelen of „een baas die het niet ziet zitten”.

Het AZG is dan ook het enige hartchirurgische centrum in Nederland dat de nieuwe methode inmiddels routinematig uitvoert. Andere centra zetten de eerste stappen.

Grandjean hoopt dat de publicatie in Circulation, het vakblad van de cardiologen, de hartspecialisten ertoe zal aanzetten hun patiënten die geopereerd moeten worden, te wijzen op de nieuwe methode. „Ik ben er op grond van de onderzoekscijfers namelijk van overtuigd dat die patiënten daar op termijn beter mee af zijn”.


Hoge bloeddruk ouderen

Het aantal beroertes en hartaanvallen onder ouderen kan worden teruggedrongen door vroegtijdige behandeling van een hoge bovenbloeddruk. Met medicijnen zijn afwijkingen aan hart en bloedvaten goed te genezen.

Dat stelt de Groningse arts dr. W. Heesen in zijn proefschrift waarop hij vorige week woensdag promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Uit een bevolkingsonderzoek van de cardioloog in opleiding blijkt dat een verhoogde bovenbloeddruk onder ouderen de meest voorkomende vorm van hoge bloeddruk is. Een op de tien zestigplussers lijdt eraan.

Toch wordt de aandoening, in tegenstelling tot een verhoogde onderdruk, doorgaans niet behandeld. Een verhoogde bovenbloeddruk wordt gezien als een „gewoon ouderdomsverschijnsel”. Heesen is het daar niet mee eens.

„Vaak wordt gezegd dat iemands bloeddruk zo hoog mag zijn als honderd plus de leeftijd. Ouderen met een bovenbloeddruk boven de 160 moeten echter behandeld worden. Bij een matige verhoging kan een dieetverandering, zo nodig afslanken en meer bewegen soms volstaan, maar dan moet de bloeddruk wel lager worden en moeten er geen andere risicofactoren zijn. Anders is alsnog behandeling noodzakelijk”.

Een verhoogde bovenbloeddruk verdikt de hartspier en de spieren van de vaatwanden. Een verdikte hartspier kan leiden tot ritmestoornissen of een hartaanval. Stugheid van de bloedvaten doet de bloeddruk verder toenemen, wat de kans op een beroerte nog groter maakt.

De onderzoeker beklemtoont dat stugge bloedvaten geen normaal ouderdomsverschijnsel zijn, maar worden veroorzaakt door de hoge bovendruk. De onderdruk blijft vaak wel normaal, doordat de toegenomen soepelheid van de kleinere bloedvaten, de verminderde rekbaarheid van de aorta en grote lichaamsslagaders compenseert.

Heesen ontdekte dat de verdikking van de hartspier effectief kan worden behandeld met moderne bloeddrukverlagers (ACE-remmers) en met de aloude plastabletten. Deze medicijnen zorgen na zes maanden al voor een verminderde stugheid van de bloedvaten. Na twee jaar zijn de bloedvaten van deze patiënten weer bijna net zo goed als die van gezonde ouderen.

De Groningse cardioloog pleit daarom voor het actief opsporen van oudere mensen met een verhoogde bovenbloeddruk. Huisartsen moeten deze patiënten regelmatig voor controle oproepen. De extra werkdruk kan volgens hem worden opgevangen door het inschakelen van de doktersassistente.

Hartspierverdikking kan eenvoudig en nauwkeurig gemeten worden door middel van een echo. Vaak wordt echter een goedkoper hartfilmpje (ECG) gemaakt. Deze methode is echter veel minder betrouwbaar, aldus Heesen. Bijkomend voordeel van een echo is volgens de cardioloog dat tevens te zien is of de patiënt andere hartafwijkingen heeft.

Heesen ontwikkelde een grafiek waarop snel en eenvoudig is te zien of de hartspierdikte normaal is. Hij constateerde dat zelfs patiënten die nog verkeren in het schemergebied tussen een normale en een te dikke hartspier, al een verhoogde kans hebben op hart- en vaatziekten.


Hartstilstand door klap op de borst

Een welgemikte klap op de borst kan het hart tot stilstand brengen, zo blijkt uit Amerikaans onderzoek. De studie naar dit verschijnsel, commotio cordis genaamd, kan verklaren waarom kinderen en sporters soms omkomen na een relatief lichte tik op de borstkas.

De klap moet op een bepaald gedeelte van de borststreek gericht zijn en binnen een marge van vijftienduizendste van een seconde plaatsvinden. Deze schok veroorzaakt dan een hartstilstand.

De onderzoekers van het Tufts-New England Medisch Centrum in Boston publiceerden hun bevindingen vorige week in de New England Journal of Medicine. In de Verenigde Staten komen regelmatig gevallen van commotio cordis voor. Zo overleed vorige maand nog een jongen van 14 toen hij tijdens een karatewedstrijd een lichte klap op de borst kreeg.