Gezondheid

Deense cardioloog betreurt beperktheid onderzoek

Coënzym Q10 helpt het hart

Door W. van Hengel
Coënzym Q10. Wie kent niet de schreeuwerige teksten met gezondheidsclaims in huis-aan-huisbladen over de heilzame effecten van dit lichaamseigen enzym bij hart- en vaatziekten? Ze boezemen weinig vertrouwen in. Toch is het onjuist om coënzym Q10 daarmee af te schrijven. Uit diverse onderzoeken blijkt namelijk dat het middel als aanvullende therapie bij kransslagadervernauwing, na een hartinfarct of bij hartfalen een gunstig effect op de aandoening kan hebben. Ook worden gunstige effecten gemeld bij parodontitis (geïnfecteerd tandvlees). Het zou verder het afweersysteem versterken, reden waarom het ook wordt ingezet bij immuunziekten zoals aids.

Prof. dr. Svend Aage Mortensen, chef de clinique in het hartcentrum van het Rikshospitalet in Kopenhagen, weet waarover hij praat als hij het heeft over coënzym Q10. Hij promoveerde destijds op onderzoek naar Q10. En nog altijd volgt hij nauwgezet de ontwikkelingen rond deze lichaamseigen stof. Eind mei nog bezocht Mortensen een congres in de Amerikaanse stad Boston waar cardiologen, internisten en biochemici zich bogen over de betekenis van coënzym Q10 als aanvullende behandeling bij hart- en vaatziekten en de fundamenteel-wetenschappelijke stand van zaken met betrekking tot deze lichaamseigen stof. Onlangs sprak hij op een congres in de RAI in Amsterdam over de rol van coënzym Q10 bij hart- en vaatziekten, georganiseerd door het Deense farmaceutische bedrijf Pharma Nord.

Aanvullende therapie
Mortensen behandelt in het Rikshospitalet patiënten met chronisch hartfalen, waardoor de pompwerking van het hart ernstig tekortschiet, met Q10. Het is een aanvullende therapie naast de standaardbehandeling met de bekende medicamenten voor hart- en bloedvaten.

De Deense cardioloog ziet hoopgevende resultaten. Patiënten voelen zich minder moe als zij coënzym Q10 slikken. Maar er is meer. Uit een studie waarbij de resultaten van veertien onderzoeken met Q10 werden gecombineerd, een zogeheten meta-analyse, blijkt dat bijvoorbeeld ook de hartactie verbetert. Zo leidde coënzym Q10 bij patiënten met hartfalen tot een betere pompfunctie en een groter zogeheten slagvolume (de hoeveelheid bloed die per hartslag het hart verlaat).

Opzienbarend is de gang van zaken rond enkele patiënten die de afgelopen jaren in het Rikshospitalet ontkwamen aan een harttransplantatie vanwege zeer ernstig hartfalen. Zij kregen naast de gebruikelijke medicijnen coënzym Q10 als hartversterker terwijl ze op de wachtlijst stonden voor transplantatie. Vervolgens knapten ze zo op, dat ze van de wachtlijst konden worden afgevoerd. Een zeer ongebruikelijke gang van zaken. Mortensen: „Het is verleidelijk om coënzym Q10 hiervan ten minste een deel van de eer te geven, maar we moeten voorzichtig zijn met het trekken van conclusies. Het blijft evenwel opmerkelijk”.

Mortensen: „Er is een consensus onder Deense cardiologen dat coënzym Q10 wordt toegevoegd aan de lijst van aanvullende behandelingen waarvan is aangetoond dat ze gunstige effecten hebben. De studies zijn helaas niet groot genoeg om iets te zeggen over de invloed op de sterftecijfers. Maar aan de cijfers in de dubbelblinde onderzoeken zie je wel dat de sterfte in de behandelde groepen lager ligt, al zijn die verschillen niet statistisch significant”.

Ook in een grote zesjarige studie in de VS onder patiënten met hartzwakte (cardiomyopathie) vonden de onderzoekers een lagere sterfte in de patiëntengroep die werd behandeld met coënzym Q10 dan in de controlegroep.

Bij kransslagadervernauwing heeft coënzym Q10 een gunstig effect op de doorbloeding waardoor het hart meer bloed en zuurstof krijgt, zo blijkt uit diverse kleine studies. De patiënten hoeven daardoor minder nitroglycerine te slikken.

Mortensen kent ook een studie waarin werd gewerkt met een combinatie van coënzym Q10 en het spoorelement selenium als aanvullende therapie na een hartinfarct. De effecten zijn volgens hem zo gunstig dat een groter vervolgonderzoek op zijn plaats is.

De Deense cardioloog wijst op de mogelijkheden ter voorkoming van een hartinfarct bij mensen met kransslagadervernauwing. En ook patiënten die een bypassoperatie hebben ondergaan, kunnen baat hebben bij coënzym Q10.

Antioxidant
Q10 is een zogeheten antioxidant die de weefselschade ten gevolge van een zuurstoftekort in de hartspier kan beperken. Die schade ontstaat onder invloed van zogeheten vrije radicalen, agressieve zuurstofdeeltjes die in groten getale vrijkomen tijdens een zuurstoftekort in de hartspier, zoals dat optreedt bij kransslagadervernauwing (angina pectoris) en tijdens een hartinfarct.

Q10 speelt een belangrijke rol bij de energieproductie in lichaamscellen. De cel haalt deze energie uit voedingsstoffen, met name koolhydraten, en daarnaast ook uit vetten en eiwitten. Bij de verbranding van deze stoffen in de cel is zuurstof nodig. Behalve afvalstoffen (water, kooldioxide en ureum) komt daarbij verbrandingsenergie vrij. Die wordt als chemische energie gebonden in het molecule ATP (adenosine-trifosfaat).

Als een cel energie nodig heeft, wordt ATP gesplitst. Daarbij komt energie vrij die kan worden gebruikt voor het samentrekken van spieren, voor groei en instandhouding van cellen en weefsels, bijvoorbeeld doordat stoffen met behulp van ATP kunnen worden getransporteerd door celwanden.

In het lichaam dienen voortdurend nieuwe ATP-moleculen te worden gevormd. Zonder dit belangrijke transportmiddel zouden de energiedepots snel leegraken, vooral in cellen die veel energie nodig hebben, zoals hart-, spier- en levercellen.

Bij de aanmaak van ATP-moleculen en de omzetting van koolhydraten en vetten in kooldioxide en water, speelt coënzym Q10 een belangrijke rol. Een relatief tekort aan Q10 verstoort de energieproductie in de cellen. Een dergelijk tekort komt voor bij hartpatiënten. Bij het ouder worden verliest de lever bovendien een deel van haar vermogen om Q10 aan te maken uit de grondstoffen die zich bevinden in het voedsel dat we eten. Dat is mede een reden dat het oudere mensen soms “ontbreekt aan energie”.

De positieve invloed van coënzym Q10 op het hart is mogelijk te verklaren door een verhoogde productie van ATP in de hartspier, waardoor deze meer energie krijgt en de pompfunctie verbetert. De hartspier is een zeer actieve spier die non-stop gemiddeld zo'n 60 keer per minuut samentrekt, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar, een mensenleven lang. De hartcellen zijn daarom voortdurend afhankelijk van energie. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat de hoogste concentratie van coënzym Q10 juist in de hartspier wordt aangetroffen.

Interesse
Mortensen meldt een toenemende belangstelling onder cardiologen voor de rol van voedingssupplementen, tevens antioxidanten, zoals coënzym Q10, selenium en vitaminen (onder andere A, C, E en betacaroteen) waarvan in diverse studies is aangetoond dat ze een gunstige invloed hebben op (het voorkomen van) hart- en vaatziekten. „Je merkt dat op congressen, zoals onlangs nog in Atlanta. Er wordt veel over dit soort stoffen gesproken”.

Een probleem is volgens Mortensen dat de grote farmaceutische bedrijven nauwelijks geïnteresseerd zijn in onderzoek naar natuurlijke stoffen die ze niet kunnen patenteren. Grote studies die zoden aan de dijk zetten, worden dan ook niet opgezet. „Daarom gaan de ontwikkelingen op dit gebied langzaam. Ongelukkigerwijze is coënzym Q10 geen betablokker of een calcium-antagonist, maar een lichaamseigen stof waarvan de grondstoffen voorkomen in tal van voedingsmiddelen. Farmaceutische bedrijven kunnen Q10 dus niet patenteren en in de periode dat het patent loopt het onderzoeksgeld terugverdienen en winst maken. Grote onderzoeken waarbij je wilt kijken naar de invloed van een middel op de sterfte van patiënten zijn zeer duur. Als arts werkend in een ziekenhuis is het niet mogelijk zo'n studie financieel rond te krijgen”.

Als de grondstoffen voor Q10 voorkomen in tal van voedingsmiddelen zoals soja, hoe komt het dan dat je toch een tekort kunt ontwikkelen aan coënzym Q10?
„Uit eigen onderzoek en dat van enkele Italiaanse collega's blijkt dat de veelgebruikte cholesterolremmers bij hart- en vaatziekten, de zogeheten statinen zoals simvastatine (Zocor), pravastatine (Selektine) en lovastatine (niet in Nederland verkrijgbaar, WvH) de aanmaak van Q10 in de lever sterk afremmen, zodat het Q10-niveau daalt tot nog maar 75 procent van de normale waarden. We weten niet precies hoe dat in zijn werk gaat en wat daarvan de mogelijke schadelijke gevolgen zijn. Onderzoek daarnaar lijkt me dan ook zeker op zijn plaats. Mensen die cholesterolremmers slikken, doen er in ieder geval goed aan coënzym Q10 erbij in te nemen.

Er kan ook een verhoogde vraag zijn naar Q10 bij diverse aandoeningen. Bij patiënten met hartzwakte bijvoorbeeld hebben we tekorten gevonden van coënzym Q10 in het bloed en in de weefsels. Zulke patiënten reageren heel goed op toediening van extra Q10. Ook een tekort aan selenium en vitaminen uit de B-groep (B1, B2 enzovoorts) kan leiden tot een verminderde aanmaak van Q10”.

Kijkend naar de toekomst, verwacht u dan dat coënzym Q10 een plaats zal krijgen bij de reguliere behandeling van patiënten met kransslagadervernauwing, na een hartinfarct of bij hartfalen?
„Artsen kunnen coënzym Q10 gebruiken als toegevoegde therapie bij hartfalen, naast een behandeling met plastabletten en ACE-remmers. Coënzym Q10 is niet toxisch. Het is een lichaamseigen antioxidant. Bijwerkingen zijn er in de dubbelblindstudies niet gevonden, althans niet meer dan in de groep patiënten die neppillen slikten. Na een paar weken gebruik van coënzym Q10 kun je positieve effecten verwachten. Ook na een hartinfarct en bij kransslagadervernauwing (ook voor en na bypassoperaties) zijn in kleine studies gunstige effecten gemeld. Het zou mooi zijn als die bevindingen in grotere onderzoeken konden worden bevestigd”.

Wat is de normale dosering van Q10?
„De farmacologisch meest effectieve dosis is nog niet precies vastgesteld. Ik kan alleen zeggen welke doseringen zijn gebruikt in de onderzoeken. Dat varieert van 60 mg tot 200 mg per dag”.

Meer informatie over coënzym Q10 staat opgetekend in het boekje “Q10, brandstof voor het lichaam”, van de arts Knut Flytlie en de journalist Bjorn F. Madsen. Het boekje (92 blz.) is gratis verkrijgbaar bij het Deense farmaceutische bedrijf Pharma Nord, Postbus 141, 3740 AC Baarn. Tel.: 035-5 43 09 91.

Q10 wordt door diverse farmaceutische bedrijven op de markt gebracht. In vloeibare vorm in gelatinecapsules zou het middel het beste door het lichaam worden opgenomen. Ze zijn verkrijgbaar in reform- en natuurvoedingswinkels waar ook verdere informatie is te verkrijgen. Het verdient vooralsnog aanbeveling geen Engelse merken te nemen, aangezien gelatine (uit de capsules) nog altijd een verdacht product is in het kader van de gekke-koeienziekte.


Prof. dr. Svend Aage Mortensen