Gezondheid

Prof. Kromhout: Aanwijzigingen stapelen zich op

Eten van vis goed
voor gezondheid

Door W. van Hengel
De consumptie van een tot twee porties vis per week lijkt een positieve invloed te hebben op de gezondheid. Steeds meer onderzoek levert aanwijzingen op dat vetzuren uit vis goed zijn ter voorkoming van hart- en vaatziekten, dementie, beroertes, astma, suikerziekte, hoge bloeddruk, multiple sclerose, schizofrenie en wellicht ook van dikkedarmkanker.

Is vis hét middel tegen alle ziekten en kwalen? „Nee, dat ook weer niet”, zegt prof. dr. ir. D. Kromhout, verbonden aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM). „Maar er zijn inmiddels zoveel onderzoeksresultaten die wijzen op de gunstige invloed van visoliën op de gezondheid dat een algemeen voedingsadvies om een tot twee keer per week vis te eten, op zijn plaats is. Een ding is daarbij belangrijk. Vis dient een plaats te krijgen in een goed gebalanceerde gezonde voeding. Neem de bewoners van het eiland Kreta. Zij eten niet alleen veel vis, maar ze gebruiken daarnaast ook olijfolie en de consumptie van groenten en fruit ligt hoog. Dit mediterrane dieet vertaalt zich in minder hart- en vaatziekten, beroerten en andere westerse welvaartskwalen”.

Prof. Lekkerbekje
Epidemioloog Kromhout, vanwege zijn al jarenlang bestaande belangstelling voor vis door vakgenoten ook wel prof. Lekkerbekje genoemd, was afgelopen donderdag een van de sprekers op het symposium “Vis, een zee van gezondheid” in het Kurhaus in Scheveningen, dat werd georganiseerd door het Voedingscentrum. Hij geeft nog een voorbeeld dat het belang aangeeft van een goede balans in de voeding. In Finland komen vanouds veel hart- en vaatziekten voor. Toch eten de Finnen graag (veel) vis. Hoe valt dat met elkaar te rijmen?

Kromhout: „Kennelijk is het niet om het even hoe je de vis eet. Ik ken een geliefd Fins recept waarbij vis in een brood wordt meegebakken. Dat brood wordt dan met minimaal een pakje boter, verwerkt in een roomsaus, genuttigd. Daarnaast zijn de Finnen stevige rokers. Dat vertaalt zich in hoge sterftecijfers aan hart- en vaatziekten. De gunstige invloed van vis wordt zo kennelijk tenietgedaan. Maar je moet voorzichtig met zulke anekdotische informatie omspringen. Onderzoek is er niet naar gedaan”.

De belangstelling voor visvetten ontstond toen in 1980 uit een Deense studie bleek dat onder eskimo's verhoudingsgewijs veel minder hartinfarcten voorkwamen dan onder Denen. Een onderzoek onder 900 mannen uit Zutphen leverde in 1985 eveneens een belangrijke aanwijzing. In de groep mannen die geen vis at, lag het sterftecijfer aan hart- en vaatziekten bijna twee keer hoger dan in de groep met een (toch nog maar) matige visconsumptie.

Hartstilstand
Uit een Amerikaanse studie onder nabestaanden van personen die waren overleden aan een hartstilstand, blijkt dat het risico om te sterven aan een hartstilstand in de groep viseters 40 procent lager lag dan in de groep die vrijwel nooit vis at. Ook uit ander onderzoek blijkt volgens Kromhout dat een tot twee keer per week vis eten de kans op plotse hartdood doet dalen.

De vraag hoeveel vis je per keer moet gebruiken of hoeveel visoliecapsules je moet slikken om daarvan te kunnen profiteren, is volgens Kromhout nog niet te beantwoorden. „Uit epidemiologische studies kun je zulke gegevens nu eenmaal niet afleiden en er is tot nu toe geen onderzoek naar gedaan. Je kunt wel zeggen dat mensen er goed aan doen minimaal een keer per week vis te eten. Voor mensen die al een hartinfarct achter de rug hebben of een hoger risico lopen op hart- en vaatziekten, zoals suikerzieken, is het aan te bevelen ten minste twee keer per week vis op het menu te zetten”.

Daarbij verdient het, gedachtig het Finse voorbeeld, aanbeveling de vis te stoven. Vis die gebakken moet worden, kan het beste in olijfolie worden klaargemaakt.

Hartinfarct
Kromhout vertelt van een onderzoek onder 2000 patiënten die een hartinfarct hadden doorgemaakt. Een groep kreeg het advies twee keer per week vis te eten, de andere groep niet. Al na dertig dagen bleek er verschil in de overlevingscurve. Kromhout: „Dat betekent dat er snel effect lijkt te zijn. Aan het eind van het onderzoek bleken in de visgroep 94 patiënten te zijn overleden tegen 130 in de controlegroep. Dat wijst op een forse sterftereductie”. In de VS is het gunstige effect van vis op de gezondheid inmiddels diep doorgedrongen in de medische wereld. Dat blijkt uit de zogeheten Physicians Health Study, een zeer groot onderzoek waaraan vele duizenden Amerikaanse artsen al jaren zelf meedoen. Uit de gegevens blijkt dat meer dan 90 procent van de deelnemende dokters ten minste een keer per week vis eet. Meer dan 10 procent van de artsen heeft zelfs meer dan vijf keer per week vis op tafel staan.

Volgens mevr. dr. ir. E. J. M. Feskens, eveneens verbonden aan het RIVM, blijkt uit onderzoek dat vis een gunstige invloed heeft op het vetgehalte (triglyceriden) in het bloed. Vis heeft ook een antistollend effect, het verlaagt de bloeddruk en het vermindert het risico op een hartstilstand. Ingebed in een goede voeding draagt vis zeker een steentje bij aan het voorkomen van een (tweede) hart- of herseninfarct, of een hartstilstand.

Dementie
Ook op het ontstaan van dementie lijkt vis invloed te hebben. De meest voorkomende vormen van dementie zijn de ziekte van Alzheimer (72 procent) en vasculaire dementie (16 procent). Uit een recente analyse van het Rotterdamse ERGO-onderzoek onder ruim 5300 Rotterdamse mannen en vrouwen in de wijk Ommoord, blijkt het gebruik van een vismaaltijd per week het risico om in de volgende twee jaar dementie te ontwikkelen met 60 procent te verlagen. Het verband was vooral duidelijk voor de ziekte van Alzheimer. Dit kan volgens Feskens worden verklaard, doordat enerzijds atherosclerose een risicofactor is voor het ontstaan van Alzheimer en anderzijds ook het immuunsysteem een rol speelt. En visvetzuren hebben op allebei een gunstige invloed.

Feskens wijst ook op een onderzoek onder 280 Rotterdamse bejaarden. Daaruit komt naar voren, dat visgebruik samenhangt met een verminderde kans om suikerziekte te ontwikkelen. Onder eskimo's bijvoorbeeld komt diabetes weinig voor.

Ontstekingsremmend effect
Naast de genoemde effecten heeft vis ook een ontstekingsremmende invloed en bevordert het de doorgankelijkheid van celmembranen. Dat verklaart mogelijk de gunstige invloed van vis op cara: luchtweg- en longaandoeningen als astma, chronische bronchitis en longemfyseem.

Zo is onder Japanse vissers met een zeer hoge visconsumptie de sterfte aan cara zeer laag. In de Zutphen Studie werd geen effect gevonden, maar dit kan volgens mevrouw Feskens worden veroorzaakt door een te lage consumptie van vis.

Het ontstekingsremmende effect van visolie heeft mogelijk ook een gunstig effect op chronische aandoeningen waarbij het immuunsysteem een belangrijke rol speelt, zoals reuma, multiple sclerose en de ziekte van Crohn.

Over de rol van vis bij reuma is geen onderzoek beschikbaar. Wel lijken visoliecapsules in hoge dosering volgens Feskens de klachten te verminderen. Er zijn ook aanwijzingen dat vis het ontstaan van dikkedarmkanker kan tegengaan, aldus Feskens. Veel belangrijke informatie ontbreekt echter nog. Meer onderzoek is nodig.