Tijdens een dotterbehandeling wordt door middel van een catheter een ballon in de kransslagader gebracht (A) en opgeblazen (B). Door deze ballon door het bloedvat te schuiven (C), wordt de vernauwing opgeheven (D). Tijdens de ingreep ontstaan beschadigingen van de vaatwand. Die kunnen leiden tot spontane stolselvorming. Ook in deze situatie zijn antistollingsmiddelen daarom noodzakelijk.

Foto RD