Gezondheid12 juni 2001

Pijnpioniers in Rijnstate

Door H. de Vries
Een van de vervelendste complicaties van een herniaoperatie is terugkeer van de klachten door littekenweefsel dat na verloop van tijd op de zenuw gaat drukken. Opnieuw opereren is nauwelijks een optie. Verwijdering van het weefsel leidt hoogstwaarschijnlijk tot nieuwe verklevingen.

Sinds enkele jaren is er een therapie die meer soelaas biedt: de epiduroscopie. De epiduroscoop, ontwikkeld in de Verenigde Staten, bestaat uit een klein kastje met daaraan een lange, dunne buis, voorzien van een minuscule camera. Onder lokale verdoving wordt de scoop via het staartbeen en de ruimte tussen de ruggenmergvliezen naar de te behandelen plek gevoerd, waarbij de camera informatie over het gebied geeft. Eenmaal op de plaats van bestemming wordt het littekenweefsel tussen de wervels opgerekt, zo nodig met een ballonnetje dat via de scoop is ingevoerd. Vervolgens worden twee medicijnen ingebracht: een middel dat dient tot herstel van de geplaagde zenuw en een middel dat het littekenweefsel oplost.

In Amerika zijn al duizenden patiënten op deze wijze behandeld. In Nederland wordt de techniek alleen in het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem toegepast, door de anesthesiologen Jos Geurts, Jan-Willem Kallewaard en Gert-Jan van Oss. Ze introduceerden de therapie in Nederland ten bate van uitbehandelde rugpatiënten met uitstralende pijn in het been. Voor de behandeling van rugpijn is epiduroscopie ongeschikt.

Ontsteking
Inmiddels hebben een kleine honderd personen in Arnhem de behandeling ondergaan. Aanvankelijk zonder uitzondering mensen die in het verleden aan een hernia zijn geopereerd, maar desondanks ernstige pijn behielden. Op basis van de jongste inzichten is het volgens Geurts nog maar de vraag of die pijn wordt veroorzaak door druk op de zenuw.

„Die geeft wel de uitvalsverschijnselen, maar de pijn is waarschijnlijk het gevolg van een ontsteking van de zenuw door stoffen die zijn vrijgekomen uit de tussenwervelschijf. We hebben de indruk dat die ook voor een belangrijk deel verantwoordelijk zijn voor de littekenvorming.”

De huidige gedachte is dat bij een deel van de patiënten de ontstekingsstoffen na een chirurgische ingreep aanwezig blijven in de verklevingen ten gevolge van de operatie. Bij de epiduroscopie snijdt het mes aan twee kanten. De druk op de zenuw wordt verkleind of weggenomen door het aanpakken van de verklevingen. De ontsteking wordt bestreden door een medicijn met een ontstekingsremmend effect. De beschadiging van gezond weefsel is minimaal, waardoor de negatieve effecten van opereren achterwege blijven. Voor de verwijdering van littekenweefsel zullen de Arnhemse anesthesiologen op termijn ook laserbehandeling via de epiduroscoop gaan toepassen.

Uitbehandeld
Inmiddels hebben ook niet-geopereerde herniapatiënten met chronische uitstralende pijn in het been de weg naar Arnhem gevonden. Waarmee de epiduroscopie tevens een primaire behandelingsmethode lijkt te worden. Het spectaculairste resultaat boekte Kallewaard bij een vrouw bij wie zelfs MRI-onderzoek geen hernia aantoonde. „Tijdens de epiduroscopie ontdekten we een bindweefselstrengetje rondom een zenuw, die op die plek ontstoken was. We hebben het strengetje losgemaakt en medicijnen achtergelaten. Die vrouw is nu vrij van klachten.”

De Arnhemse anesthesiologen blijven de behandelde patiënten geruime tijd volgen om de resultaten op lange termijn vast te kunnen stellen. Tot nu toe lijkt de epiduroscopie effectief. Bij pakweg 60 procent van de behandelde personen is sprake van een sterke afname van de pijnklachten. „Waarbij je niet moet vergeten dat we over mensen praten die zo'n beetje alles hadden geprobeerd”, benadrukt Kallewaard. „Ze gingen als uitbehandeld door het leven.”

In het algemeen wordt volgens Geurts in Nederland veel te weinig geïnvesteerd in pijnbestrijding. „We steken veel geld in psychotherapie die mensen moet leren met pijn om te gaan, maar heel weinig in het ontwikkelen en toepassen van adequate technieken ter bestrijding van de pijn. Daarin zijn Amerika en een aantal buurlanden in Europa veel verder.”

Kentering
Momenteel valt een kentering te bespeuren. De belangstelling voor het werk van de pijnspecialisten uit het Rijnstate Ziekenhuis is overweldigend. Inmiddels hebben ze besloten in oktober een cursus te starten om hun kennis over te dragen aan collega's. De directie van Rijnstate gaf toestemming voor veertig epiduroscopieën per jaar, de wachtlijst telt reeds 800 personen. „Er moet snel iets gebeuren”, concludeert Geurts.

De aanmeldingen voor de cursus komen uit het hele land. Tot vreugde van de anesthesiologen, die de epiduroscopie het liefst zo snel mogelijk in tal van ziekenhuizen toegepast zien. Geurts verwacht dat de herniaoperatie in de toekomst steeds zeldzamer zal worden.

„Het overgrote deel van de hernia's blijkt spontaan te genezen. Voor de mensen die uitstralende pijn in het been houden, lijkt de epiduroscopie goede resultaten te bieden. Alleen bij verlammingsverschijnselen en uitval van de blaas zou je volgens ons moeten opereren. Bij voorkeur via een kijkoperatie. Hoe minder beschadigend, hoe beter.”