Gezondheid23 januari 2001

Een vrouwenkwaal

Dat vrouwen vaker dan mannen last hebben van blaasontsteking heeft te maken met de geringe lengte van de plasbuis en de korte afstand tussen de uitgang van de urinebuis en de anus. Een opstijgende infectie kan daardoor veel gemakkelijker optreden dan bij mannen. Een goede toilethygiëne (van voor naar achteren vegen) en uitplassen na geslachtsgemeenschap kan in dit verband veel narigheid voorkomen. Eventuele bacteriën die door het lichamelijke contact in de plasbuis zijn terechtgekomen, worden dan met de urinestroom weer meegenomen.

Ook tijdens de zwangerschap en ten gevolge van een verzakking kan, door een andere positie van de blaas, gemakkelijker een blaasontsteking ontstaan. In de blaas blijft dan wat rest-urine achter, die een goede voedingsbodem vormt voor micro-organismen. Datzelfde probleem kan zich voordoen bij oudere mannen met een prostaatvergroting. Deze kan een volledige lediging van de blaas verhinderen, waardoor urine achterblijft.

Een blaasontsteking gaat meestal gepaard met goed herkenbare klachten, zoals: voortdurend kleine hoeveelheden moeten plassen, 's nachts uit bed moeten om te plassen, een brandend of pijnlijk gevoel bij het plassen, troebele urine met een sterke geur en ook wel bloedspoortjes. Lichte koorts, rillerigheid en/of zweten, misselijkheid en pijn in de lenden of de rug zijn eveneens veelvoorkomende verschijnselen.

De behandeling van een doorsnee blaasontsteking bestaat uit een kuurtje van zeven dagen met een antibioticum. Het maken van een urinekweek is meestal niet nodig. Dat gebeurt pas als er sprake is van ernstige klachten of als de kuur niet de gewenste uitwerking heeft.