Gezondheid 28 november 2000

Artsen zonder Grenzen legt vinger bij realiteit

Geen pillen tegen
tropische ziekten

Door W. van Hengel
Diverse tropische ziekten zouden goed te behandelen zijn als er maar effectieve medicijnen waren. Daaraan ontbreekt het echter in veel ontwikkelingslanden. Onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen tegen tropische ziekten heeft maar mondjesmaat plaats. Het loont nu eenmaal niet om pillen te ontwikkelen voor straatarme patiënten. Patentregelingen en handelsafspraken werken belemmerend. Maar wat is belangrijker: het patent of de patiënt?

Farmaceutische bedrijven investeren liever in onderzoek naar weer een nieuwe cholesterolverlager, een middel tegen zwaarlijvigheid of kaalheid bij rijke westerlingen, dan in een onmisbaar medicijn tegen een dodelijke tropische infectieziekte. En de beschikbare geneesmiddelen zijn soms zo duur dat patiënten in arme landen ze niet kunnen betalen. Aan aids, tuberculose, malaria, kala azar, slaapziekte en andere, in principe behandelbare aandoeningen, sterven daardoor in derdewereldlanden jaarlijks zo'n 15 tot 17 miljoen mensen. Vele duizenden worden blind bij gebrek aan effectieve medicijnen.

Neem de ziekte kala azar. Deze aandoening komt onder andere voor in het noordwesten van Ethiopië, delen van Zuid-Sudan, Zuid-Amerika en India. Zonder behandeling is de aandoening, die veel lijkt op malaria, in 95 procent van de gevallen dodelijk doordat de weerstand wordt ondermijnd. De patiënt raakt daardoor vatbaar voor andere infectieziekten.

De ziekte wordt verspreid door geïnfecteerde zandvliegjes. In Ethiopië belagen ze de tienduizenden seizoensarbeiders die in de regentijd de weelderig groene landbouwgebieden opzoeken. De dagloners zijn vaak arm en ondervoed en vormen onderweg een gemakkelijke prooi voor de zandvliegjes. De meesten halen het ziekenhuis niet eens en sterven zonder te weten wat ze mankeren langs de kant van de weg.

Veldwerkers van de hulpverleningsorganisatie Artsen zonder Grenzen (AzG) kunnen slechts een deel van deze arme sloebers helpen. Ze hebben onderzoek gedaan naar een effectief en goedkoop middel (Sodium Stibogluconate). Een injectiekuur kost slechts 35 gulden, veel goedkoper dan het vroeger gebruikte middel Pentostam. Volgens AzG-veldwerkster Betty Kruuk is het echter veel beter kala azar te voorkomen dan te genezen. Dat zou kunnen met een muskietennet. Deze luxe is in het straatarme Ethiopië meestal echter niet voorhanden. En een effectief vaccin bestaat er ook niet. Kruuk: „Onderzoek naar de ontwikkeling van goedkope en effectieve medicijnen tegen kala azar heeft geen prioriteit.”

Realiteit
Het is de trieste realiteit waar de veldwerkers van AzG zich in veel arme landen en bij tal van ziekten mee geconfronteerd zien. Vandaar dat de hulpverleningsorganisatie eind vorige week een campagne is gestart onder het motto ”No pay, no cure, goedkope medicijnen van levensbelang”. In het Tropenmuseum is een fototentoonstelling opgezet. Tevens is er een reizende foto-expositie die de komende maanden alle universitaire medische centra zal aandoen.

„Het is de eerste keer in de geschiedenis van onze organisatie dat we zo'n campagne voeren”, vertelt Marcel van Soest, operationeel directeur van AzG, tijdens een discussiebijeenkomst ter gelegenheid van de campagnestart. „Veel infectieziekten zijn goed te behandelen, maar toch sterven honderdduizenden patiënten omdat ze te arm zijn om medicijnen aan te schaffen. De maandelijkse kosten bedragen niet zelden het dertigvoudige van wat ze verdienen.”

Maar daar is niet alles mee gezegd. Het probleem is complexer, schetst Van Soest. Farmaceutische bedrijven investeren niet in de ontwikkeling van nieuwe medicijnen tegen tropische ziekten. Investeren is niet winstgevend en de afzet is te klein. Zelfs bestaande, levensreddende medicijnen worden van de markt gehaald omdat ze niet meer (voldoende) winstgevend zijn. Van Soest noemt als voorbeeld chlooramfenicol op oliebasis, een goed medicijn tegen hersenvliesontsteking (meningitis). In 1995 werd de productie gestaakt. In hetzelfde jaar stopte ook de fabricage van een geneesmiddel tegen slaapziekte.

Prijsmechanisme
Ook het prijsmechanisme werkt vaak remmend op een goede geneesmiddelenvoorziening. Van Soest: „In arme landen zijn medicijnen soms duurder dan in het welvarende Westen. Het is bijvoorbeeld goedkoper om malaria in Zweden te behandelen dan in Kenia. Dit Afrikaanse land vormt voor de farmaceutische industrie een lucratieve afzetmarkt.”

De AzG-directeur stelt overigens nadrukkelijk dat de campagne niet is bedoeld om de farmaceutische industrie te stigmatiseren. „Bedoeling van de actie is het publiek bewust te maken van de problemen. In de hoop dat dit zal leiden tot beleidsveranderingen bij overheden en in de farmaceutische wereld. Er moeten nieuwe medicijnen worden ontwikkeld en onderzocht. Oude middelen moeten weer in productie komen.”

Paul Rosenmöller, fractieleider van GroenLinks en aanwezig bij de start van de AzG-campagne: „Het moet op de een of andere manier profijtelijk worden voor de farmaceutische industrie om ook voor arme landen medicijnen te ontwikkelen en te produceren. Je zou moeten proberen om via een internationaal fonds afzetgaranties te geven. Doorbreken van de huidige spiraal vraagt initiatieven van diverse spelers. De eerste verantwoordelijkheid ligt bij de industrie zelf. Zij moet zorgen voor betaalbare prijzen. Verder zijn politici in het Westen en de derdewereldlanden medeverantwoordelijk. Niet-gouvernementele organisaties als AzG kunnen in dit krachtenveld een internationale rol spelen.”

Basiszorg belangrijk
Charles Boucher, arts-viroloog in het Universitair Medisch Centrum Utrecht, onderschrijft de idealen, maar wijst er tegelijkertijd op dat er meer nodig is dan „het goedkoop dumpen” van geneesmiddelen. „Met 4 dollar kun je overdracht van het aids-virus van moeder op kind tijdens een bevalling voorkomen. Als door ondeskundigheid verkeerd met zo'n medicament wordt omgesprongen, is het virus binnen de kortste keren ongevoelig. Goede geneesmiddelen gratis in ondeskundige handen geven, zou de grootste fout zijn. Er is veel meer nodig. Je moet werken aan een goede basisgezondheidszorg. Dus de campagneslogan ”Goede medicijnen van levensbelang” had wat mij betreft beter kunnen luiden: ”Goede cure van levensbelang”.”

Van Soest onderschrijft het belang van een goede cure, maar wijst er tegelijkertijd op dat ook als de zorg op een redelijk peil staat toch vaak de goede medicijnen ontbreken om patiënten te behandelen. Omdat ze niet bestaan of omdat ze te duur zijn. Volgens een deelnemer aan de discussie moet je het probleem niet alleen focussen op de aids-remmers. „Slaapziekte en kala azar zijn heel goed te behandelen als er maar de juiste medicijnen zijn.”