Hartpomp na infarct naast het bed

Vanuit de lies maakt prof. dr. P. W. Serruys, hoofd van de afdeling interventiecardiologie van het Hartcentrum in Rotterdam, een doorgang naar de linkerboezem van het hart. Via die linker-boezem wordt zuurstofrijk bloed naar een bloedpomp geleid die de geblokkeerde functie van het linker gedeelte van het hart tijdelijk overneemt. Wanneer de hartspier weer voldoende is hersteld, meestal een week na een acuut hartinfarct, wordt de pomp, die buiten het lichaam verblijft en bediend wordt naast het bed, verwijderd. Daarna wordt de hartfunctie met medicijnen ondersteund.

Prof. Serruys: „Deze methode is alleen nog in Leipzig en in Johannesburg uitgevoerd. Daar is een aantal patiënten met deze tijdelijke hartpomp behandeld. Vanwege het succes dat men daar heeft geboekt, heb ik deze methode ook hier geïntroduceerd. En met succes. De eerste patiënten bij wie ik dit heb toegepast maken het uitstekend.”

De ernstigste vorm van acuut hartfalen noemt Serruys een groot hartinfarct, waarbij het spierweefsel van de linker hartkamer zo is verzwakt, dat het nauwelijks meer bloed naar de grote lichaamsslagader (aorta) kan pompen. „Wanneer je in zo'n situatie met medicijnen gaat proberen de pompkracht van het hart te vergroten, loop je kans dat de hartspier op de plek van het verse infarct scheurt. „Vandaar dat we de linker hartkamer dan helemaal stilleggen. Wanneer na een week het infarct is gestabiliseerd, halen we de pomp weer weg. Het hart moet dan weer op eigen kracht, ondersteund met medicijnen, zijn werk doen.”