Zie ook: DNA-microarrayGenenscanner helpt kankerdiagnoseDoor S. M. de Bruijn De bestrijding van een van de meest gevreesde ziektes, kanker, gaat een nieuwe fase in. Een nieuwe techniek in een Amsterdams ziekenhuis maakt een 'genetische vingerafdruk' van de tumor, waardoor kanker in de nabije toekomst gerichter en effectiever bestreden kan worden. Ik denk dat het de belangrijkste uitvinding is sinds de microscoop. De DNA-microarray zal de kankerbestrijding in een stroomversnelling brengen.
Op dit moment is er in Amsterdam nog niet veel te zien van de nieuwe apparatuur. Buiten scheurt iemand in een overall een zak cement open, terwijl twee verdiepingen hoger een groep gasten zich buigt over kleine glaasjes met DNA. Daarbuiten is de werkruimte voor onze microarray in aanbouw, zegt prof. dr. R. Bernards, sectieleider moleculaire carcinogenese van het Nederlands Kankerinstituut/Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis (NKI/AvL). Afgelopen donderdag presenteerde Bernards de genenscanner aan de pers. Hij houdt een glaasje omhoog van 3 bij 7 centimeter, de DNA-microarray. Hier passen zo'n 10.000 druppeltjes op met evenzoveel verschillende menselijke genen. Kanker is een ziekte van het DNA. Het is niet genoeg om naar enkele genen te kijken, het gedrag van tumorcellen wordt bepaald door een samenspel van heel veel genen. Met de microarray meten we van al die genen tegelijk of ze wel of niet actief zijn. De zogenaamde DNA-microarray kijkt precies welke genen actief zijn in de tumor, vergeleken met de normale cellen van de patiënt. Zo'n 'genetische vingerafdruk' verraadt de identiteit van de tumor veel nauwkeuriger dan een blik door de microscoop. De onderzoekers noemen de mogelijkheden van de genenscanner een direct gevolg van het Humaan Genoom Project, dat alle menselijke genen in kaart brengt. Dr. L. J. van 't Veer, moleculair geneticus aan het NKI/AvL, denkt dat het niet lang zal duren voordat de microarray algemeen in gebruik is. Binnen een jaar of drie is deze techniek standaard onderdeel van de diagnostiek van kanker. Ik verwacht dat voor bepaalde tumoren al binnen een jaar duidelijk is welke genen een goede reactie op een behandeling voorspellen, en na een jaar of twee, drie kunnen we hiermee een nauwkeuriger diagnose stellen en de therapie daarop afstemmen. Ook nu proberen kankerspecialisten al zo veel mogelijk maatwerk te leveren, maar zelfs als de tumoren van twee patiënten op het oog en onder de microscoop exact hetzelfde zijn, kan het ziekteverloop enorm verschillen. Bekend is het voorbeeld van een groep kinderen met een neuroblastoom, een kwaadaardige tumor die voorkomt in zich ontwikkelend zenuwweefsel. Amsterdamse onderzoekers ontdekten vier jaar geleden al dat er twee groepen patiënten zijn met op het oog niet te onderscheiden tumoren. De ene groep heeft mits de tumor vroeg ontdekt wordt een overlevingskans van 100 procent, de andere slechts van 35 procent. Bij nader onderzoek bleek het toch om twee typen tumoren te gaan. Voor de behandeling is dat van groot belang: bij een patiënt met een gunstige levensverwachting volstaat de arts meestal met een mildere chemotherapie, terwijl hij de ernstige variant met een agressieve therapie te lijf zal gaan. Het verschil tussen de tumorcellen werd pas duidelijk door de dragers van de erfelijke informatie te bestuderen, de chromosomen. Vingerafdruk
Zijn deze chromosomen met enige moeite onder een microscoop te onderscheiden, dat wordt lastiger als de verschillen nog kleiner zijn, op het vlak van de genen zelf. Van 't Veer: Zo weten we pas sinds dit voorjaar dat er twee typen grote-B-cellymfomen een tumor in de lymfeklieren zijn. Na vijf jaar is van de ene groep patiënten nog driekwart in leven, van de andere minder dan een kwart. De eerste groep reageert wel op de standaard chemotherapie, de andere niet. Het verschil tussen deze twee groepen patiënten is ontdekt door een groep onderzoekers in het National Cancer Institute (NCI) in Bethesda, in de Verenigde Staten, met dezelfde techniek als het NKI/AvL nu in huis heeft gehaald. 'Amsterdam' geeft ook ruiterlijk toe dat het de techniek voor de genactiviteitsbepaling niet zelf heeft bedacht, maar min of meer gekopieerd van de Amerikaanse collega's uit het NCI, die er nu twee jaar ervaring mee hebben. Ook daar is gekozen voor één centrale plaats om de microarrays te maken. Zo wordt ook Amsterdam de plaats waar het onderzoek met microarrays gaat gebeuren, hoewel alle Nederlandse kankeronderzoekers er gebruik van kunnen maken. De techniek belooft gouden tijden, maar het kost ook goudgeld. Toch is de microarray een absolute voorwaarde om op internationaal niveau mee te tellen in het kankeronderzoek. Daarom heeft het Koningin Wilhelmina Fonds besloten 4,5 miljoen gulden te reserveren voor de ontwikkeling ervan, zegt dr. K. W. van de Poll, algemeen directeur van het KWF. Het moment waarop het KWF met dit nieuws naar buiten komt, is dan ook zorgvuldig gekozen: enkele dagen voordat de Kankerbestrijding de jaarlijkse collecteweek houdt. |