Gezondheid 22 augustus 2000

Snelgroeiende baby's hebben
groter risico op suikerziekte

Door A. M. Alblas
Kinderen die in het eerste levensjaar sneller groeien dan leeftijdgenootjes, lopen meer kans om op latere leeftijd diabetes te krijgen.

Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van prof. dr. Mu Bruining, kinderarts van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Sophia en bijzonder hoogleraar diabetes in de kindergeneeskunde aan de faculteit der geneeskunde en gezondheidswetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

„We hebben dit onderzoek opgezet omdat het aantal kinderen met suikerziekte explosief toeneemt. Het aantal diabetespatiëntjes in de leeftijd van 0 tot 5 jaar is de afgelopen tien jaar verdubbeld”, zegt prof. Bruining. Volgens hem wordt al snel gedacht dat hierbij sprake is van een welvaartsziekte. Kinderen zouden gewoonweg te veel eten. Bruining wuift die suggestie weg. „Van te veel eten krijgen kinderen geen diabetes”, zegt hij. „Wel hebben we nu ontdekt dat kinderen die op latere leeftijd suikerziekte krijgen in het eerste levensjaar forser waren –zowel zwaarder als langer– dan hun broertjes en zusjes die geen diabetes kregen. Ook in hun tweede en derde levensjaar werden ze, net als hun broertjes en zusjes, langer dan gemiddeld. Daarna stabiliseerde de groei zich in vergelijking met andere kinderen.”

Vergelijking
De onderzochte patiëntengroep bestond uit 91 Nederlandse kinderen die tussen de 5 en 14 jaar kinderdiabetes hebben gekregen. Daarnaast zijn 125 niet-zieke broertjes en zusjes bij het onderzoek betrokken. Hun ouders verstrekten de gegevens uit het 'groeiboekje' van de consultatiebureaus. In het onderzoek zijn verder groeigegevens van jonge diabetespatiënten uit Zuidwest-Nederland vergeleken met de groeicurven van ruim tweeduizend gezonde kinderen.

Een vergelijking met een veel grotere groep kinderen was mogelijk dankzij medewerking van Preventieve Gezondheidszorg TNO, dat recent de gezondheid van Nederlandse kinderen in kaart bracht.

Uit het onderzoek van Bruining, waarover vorige week in het Engelse medische tijdschrift The Lancet werd gepubliceerd, blijkt dat de 'overgroei' van baby's kan worden toegeschreven aan de productie van een overmatige hoeveelheid natuurlijke insuline. Deze mogelijk erfelijk bepaalde vermeerderde insulineproductie in de eerste levensjaren is dus een extra risicofactor voor het later krijgen van suikerziekte.

Afbraak
Insuline-afhankelijke diabetes mellitus is een stoornis in de koolhydraatstofwisseling door een verstoorde insulinehuishouding. De aandoening wordt veroorzaakt door afbraak van de ”eilandjes van Langerhans” in de alvleesklier. Deze eilandjes produceren de natuurlijke insuline van de mens. In Nederland worden ongeveer vierduizend kinderen onder de achttien jaar behandeld voor deze ziekte.

Bij de te snel groeiende baby's die later diabetes kregen, troffen de onderzoekers de auto-antistof IA-2 aan, een antistof tegen tyrosinefosfatase, zoals dat in de eilandjes van Langerhans voorkomt. Een teveel aan deze antistof zou de oorzaak kunnen zijn dat baby's op latere leeftijd diabetes krijgen.

Bruining en de zijnen kunnen deze conclusie echter nog niet hard maken. „Met dezelfde patiëntengroep gaan we nu verder onderzoek doen naar specifieke genen die de insulineproductie bepalen. Het gaat om de volgorde van de bouwstenen van het DNA rondom het insuline-gen en het insuline-growth factor-I-gen. Deze lijken een rol te spelen bij de ontwikkeling van diabetes voor het dertigste levensjaar”, aldus Bruining. De resultaten van dat vervolgonderzoek zullen naar verwachting voor de zomer van 2001 bekend zijn. Bruining: „We hebben de hoop kinderdiabetes nauwkeuriger te kunnen voorspellen, ruim voordat de ziekte zich openbaart. Dan kunnen we nader te bepalen maatregelen nemen.”