„In Thailand 33 keer
minder borstkankers”

„Ik denk dat voedingsfactoren ook van belang zijn bij erfelijk bepaalde kankers. Daar zijn alle aanwijzingen voor als ik bijvoorbeeld kijk naar landen als Thailand en Japan. In Thailand komt 33 keer zo weinig borstkanker voor als in Nederland en in Japan tien keer zo weinig. In Thailand is het een zeldzame ziekte. Daarbij ga ik ervan uit dat ook in die landen zo'n 5 procent van de borstkankers erfelijk bepaald is. Vermoedelijk heeft de levensstijl ook invloed op de erfelijke vorm van borstkanker.”

Dat zegt arts-bioloog drs. E. Valstar uit Den Haag, compagnon van de bekende alternatieve kankerbehandelaar dr. A. J. Houtsmuller. Uit onderzoek is volgens hem gebleken dat onder meer de consumptie van sojaproducten en groene thee een rol speelt bij de kankerpreventie.

Valstar is overigens voorstander van de nieuwe Europese studie, omdat borstamputatie daarbij niet vooropstaat maar intensieve controle in combinatie met hormoonpreparaten.

Een belangrijke vraag is volgens Valstar of de voordelen van hormonen voor vrouwen met een algemeen verhoogd risico op borstkanker ook gelden voor de groep vrouwen met een erfelijk verhoogd risico. „Ik verwacht dat de hormoongroep het in de komende studie veel beter gaat doen dan de controlegroep die een nepmiddel krijgt, mede op grond van eerdere resultaten in de VS met het middel tamoxifen in een groep vrouwen met een verhoogd borstkankerrisico.”

Valstar heeft de indruk dat veel vrouwen zich te veel door angst laten leiden als ze beslissen hun borsten te laten weghalen. „Iedereen is het erover eens dat deze maatregel zeer ingrijpend is. Het is naar mijn mening het laatste wat je moet doen. Dat er gezocht wordt naar goede alternatieven vind ik positief. Jammer vind ik het dat er daarnaast niet wordt gekeken naar leefstijlfactoren. Het is nog niet bewezen dat je met voeding het verhoogde risico terugbrengt, maar er zijn wel degelijk aanwijzingen voor. Want hoe komt het dat borstkanker zo weinig voorkomt in Thailand en Japan? Als Japanse vrouwen als meisje van tien verhuizen naar Amerika krijgen ze in de loop van hun leven hetzelfde risico als Amerikaanse vrouwen, zo blijkt uit epidemiologische studies. Dat lijkt er toch op te wijzen dat het voedingspatroon een heel belangrijke rol speelt.”

Aan vrouwen met een verhoogd (erfelijk) risico op borstkanker die kiezen voor frequente controle, adviseert Valstar een Houtsmuller-dieet, met daarin onder andere sojaproducten, groene thee, olijfolie, veel vis en weinig vlees en zure zuivelproducten. Daarnaast adviseert hij een aantal vitamines, spoorelementen en andere specifieke stoffen te gebruiken, zoals onder meer isoflavonen uit soja en shitake, een preparaat van een Japanse paddestoel.

Persoonlijk zou hij nog een stap verder gaan: „Als ik een vrouw in mijn spreekkamer krijg van wie uit genetisch onderzoek is gebleken dat ze een verhoogd risico heeft op erfelijke borstkanker, dan zou ik haar als mijn persoonlijk advies meegeven om de eierstokken te laten weghalen en daarnaast tamoxifen te slikken. Ik verwacht dat haar borstkankerrisico dan dicht in de buurt komt van dat van andere Nederlandse vrouwen. Daarnaast kan ze het Houtsmuller-dieet plus aanvullende stoffen gebruiken.”