Aantal mensen met
RSI-klachten stijgt

De voorlichtingscampagnes om het aantal RSI-gevallen te beperken, leiden niet tot een daling van het aantal mensen dat zich meldt met klachten, zo constateert het RSI-Centrum in Utrecht, dat onder meer voorlichting geeft over het ziektebeeld.

Volgens het centrum stijgt het aantal mensen met klachten nog steeds. De onderzoekers komen tot die slotsom na nieuw onderzoek naar het tijdstip waarop mensen klachten krijgen en wanneer ze die melden. Het eerste onderzoek vond 29 februari plaats op de nationale RSI-Dag.

Van de meer dan 750 ondervraagde personen onderneemt 23 procent bij de eerste aanwijzingen actie. „De overigen komen pas later met klachten, waardoor de kans op genezen veel kleiner is”, meldt het RSI-Centrum. Positief lijkt dat meer mensen zich melden met nek- en schouderklachten. „Dit zou kunnen wijzen op eerdere erkenning van RSI, omdat RSI vaak start met problemen in nek en schouders.”

Het RSI-Centrum heeft geprobeerd een verband aan te tonen tussen risicofactoren als hoge werkdruk en het ontstaan van klachten aan pols, elleboog en handen of vingers. „RSI blijkt deels te worden veroorzaakt door de werkplek, maar vooral door factoren die te maken hebben met de organisatie, zoals werkdruk en de mate waarin het werk kan worden afgewisseld.”

Verder speelt bijvoorbeeld mee of iemand de neiging heeft al het werk zelf te doen. De relatie met stress is nog niet aangetoond: „Wel lijkt stress het moment van uitbreken van klachten te beïnvloeden.”

Het RSI-Centrum werkt aan een lesmethode die leerlingen van basisscholen op een goede manier leert werken met de computer zodat het risico op het ontstaan van lichamelijke klachten zo klein mogelijk wordt.