Gezondheid 20 juni 2000

Thuisblijven tijdens risicozwangerschap

Door Alice de Stigter-de Jong
Zwangere vrouwen die bedrust en extra controle nodig hebben, hoeven niet langer noodgedwongen in het ziekenhuis te liggen. Uit onderzoek blijkt dat controle, behandeling en bewaking van risicozwangeren thuis een goed alternatief is voor ziekenhuisopname. Het is net zo veilig voor moeder en kind, efficiënter door de lagere kosten en heeft de voorkeur van de meeste zwangeren.

Tot deze conclusie komt gynaecologe-in-opleiding Wilma Monincx in haar onderzoek naar thuismonitoring van risicozwangeren, waarop zij vorige week samen met Erwin Birnic is gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam. Het proefschrift is een evaluatie van een experimenteel project waarbij zwangeren thuis konden blijven.

Aan vrouwen die een verhoogd risico liepen op complicaties tijdens de zwangerschap werd gevraagd aan het onderzoek mee te doen. De helft mocht thuisblijven, de andere helft werd opgenomen in het ziekenhuis. Sinds de proef in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam, waaraan 150 vrouwen uit Amsterdam-Zuidoost deelnamen, is het mogelijk voor zwangere vrouwen met een speciale indicatie om thuis te blijven. Soortgelijke projecten lopen vol- gens dr. Monincx ook in Utrecht, Den Haag, Dordrecht, Gorinchem en Helmond. De vrouwen mogen niet te ver van het ziekenhuis wonen en daarnaast is het van belang dat ze thuis volledig tot rust kunnen komen.

Groeivertraging
„Het gaat om zwangeren die te maken krijgen met hoge bloeddruk, suikerziekte of groeivertraging van de baby.” Het hangt wel van verschillende criteria af of ze thuis kunnen blijven, geeft de gynaecologe-in-opleiding aan. „Is de bloeddruk te hoog, dan is het te gevaarlijk. Maar vrouwen met zwangerschapsvergiftiging hoeven niet altijd in het ziekenhuis te liggen. Ze moeten echter wel goed in de gaten worden gehouden, zodat zij bij dreigend gevaar voor de gezondheid van de baby direct naar het ziekenhuis kunnen. Bij hoge bloeddruk of zwangerschapsvergiftiging kan de functie van de placenta ernstig verstoord zijn.”

Ook bij een groeivertraging van de baby kan de moeder thuisblijven, mits de conditie van de baby goed in de gaten wordt gehouden. Bij thuismonitoring worden dan ook dagelijks hartfilmpjes van de baby gemaakt. Verloskundigen nemen een draagbaar apparaat mee waarmee ze thuis een cardiotocogram (CTG) maken. Zo krijgen ze direct informatie over de hartslag van de baby. Daarnaast meten ze de bloeddruk van de vrouw. Als ze het niet vertrouwen komen ze dezelfde dag nog een keer terug, om daarna te beslissen of een ziekenhuisopname alsnog nodig is.

Bij suikerziekte moeten de suikers in het bloed van de moeder goed in de gaten worden gehouden. Dat kan in het ziekenhuis, maar ook thuis door middel van bloedproeven. Die neemt de zwangere vaak zelf omdat ze dit toch al gewend is. Maar ook dan is het heel belangrijk om door middel van hartfilmpjes goed naar de conditie van het kind te kijken, geeft Monincx aan. Eventuele echo's worden niet thuis, maar in het ziekenhuis gemaakt. „Door een echo kun je zien of de baby groeit, maar om de groei te kunnen meten moeten er zo'n twee weken tussen zitten. Vrouwen die thuis worden verpleegd, moeten toch elke week naar de gynaecoloog in het ziekenhuis. Het gaat tenslotte om vrouwen met een medische indicatie.”

Verloskundigen
De controles bij de zwangere vrouwen worden uitgevoerd door verloskundigen die in dienst zijn van het ziekenhuis. Voor de toekomst denkt de promovenda dat er ook een regeling mogelijk is met verloskundigen uit de regio. Hier zouden dan goede afspraken mee gemaakt moeten worden. Monincx geeft toe dat verloskundigen met een enorme werkdruk kampen en niet op extra werk zitten te wachten. „In de toekomst komt er waarschijnlijk toch een heel andere werksituatie. Daar zou je deze veranderingen ook goed kunnen inpassen.”

De gegevens van moeder en kind worden elke dag door de verloskundige naar het ziekenhuis gestuurd, waar ze beoordeeld worden door de behandelend gynaecoloog. Die houdt de supervisie. Ook al gaat het thuis goed met de zwangeren, voor de bevalling moeten zij naar het ziekenhuis. „Er zijn toch risico's die het voor de vrouw en het kind veiliger maken om in het ziekenhuis te bevallen. Daar zijn ook allerlei medische voorzieningen voor de baby voorhanden.”

Van groot belang is dat de vrouwen thuis volledig tot rust kunnen komen. Als er kinderen thuis zijn, moet er gezinshulp worden geregeld. Ook hulp in de huishouding is nodig. Nu is dat niet eenvoudig met lange wachtlijsten voor gezinszorg, en ook de familie kan niet altijd voor voldoende hulp zorgen. Bij het project van het AMC bleek dat vier jaar geleden heel goed te regelen, weet de gynaecologe-in-opleiding. „Het gaat om gezinshulp voor gemiddeld een dag of tien, soms liep het uit tot drie weken. Meestal lukte het ook nog wel de hulp van familie in te schakelen. Vergeet niet dat er in de gezinnen van de vrouwen die wel in het ziekenhuis liggen ook het een en ander geregeld moet worden. De familie moet dit dan zelf zien op te lossen, want dan krijg je niet zomaar gezinshulp.”

Veilig
Bij haar onderzoek vond Monincx geen verschillen tussen de conditie van de baby's van wie de moeder thuis was verpleegd of van wie de moeder in het ziekenhuis had gelegen. Ook de zwangerschapsduur, het gewicht van de baby's en de manier van bevallen waren bij beide groepen vergelijkbaar. „Je kunt dan ook de conclusie trekken dat thuiszorg bij een risicozwangere net zo veilig is als opname. De vrouwen zelf vinden het veel prettiger om gewoon thuis te kunnen blijven. Toch wil een aanzienlijke minderheid van de zwangeren (30 tot 40 procent) liever worden opgenomen in het ziekenhuis. Dit is vooral omdat zij vinden dat een opname een groter gevoel van veiligheid geeft.”

Thuisbegeleiding van risicozwangeren is kostenbesparend. Gemiddeld bespaar je zo'n acht à negen dagen per zwangere, rekent Monincx voor. „Deze zorg is dan wel goedkoper, maar wat je als ziekenhuis bespaart, krijg je niet contant in het laatje. Er komen op deze manier wel bedden vrij, maar die worden onmiddellijk opgevuld door anderen. De wachtlijst is groot genoeg.”

De overheid staat positief tegenover thuisbegeleiding van risicozwangeren en er bestaan regelingen met zorgverzekeraars voor het vergoeden van deze vorm van zorg, weet dr. Moninxc. „Minister Borst heeft in '96 al de thuiszorgmonitoring van geselecteerde groepen aanbevolen. In de toekomst kun je verwachten dat deze manier van zorg steeds vaker voorkomt.”