Hartinfarct door ploegendienstenDoor W. van Hengel Het risico op een hart- of vaataandoening is twee tot drie keer groter bij mensen die langdurig in ploegendiensten hebben gewerkt dan bij leeftijdsgenoten die gewoon overdag werken. De verhoogde kans op een hartaanval is gedeeltelijk verklaarbaar doordat mensen in ploegendiensten meer roken. Verder hebben zij soms een iets ontregeld hartritme. Dat blijkt uit onderzoek van ir. L. van Amelsvoort waarop hij morgen hoopt te promoveren aan Wageningen Universiteit. De promovendus onderzocht bij de sectie humane voeding en epidemiologie de gevolgen van het werken in diverse volcontinubedrijven en ziekenhuizen bij in totaal zo'n 400 mensen. Hij volgde de helft van hen gedurende het eerste jaar dat zij in ploegendiensten werkten. De overigen fungeerden als controlegroep en werkten vanaf hun aanstelling een jaar in dagdiensten. Van Amelsvoort ontdekte dat bijna de helft van degenen die in ploegendiensten werkten na een jaar soms een licht ontregeld hartritme had. Bij de controlegroep was dat niet het geval. De meesten van de onderzoeksdeelnemers waren tussen de twintig en veertig jaar oud. Zo'n vijftig van hen waren ouder dan veertig jaar. Zo'n hartritmestoornis heet in de volksmond dat je hart een slag overslaat. We noemen dat verschijnsel een ventriculaire extrasystole. Die ontstaat doordat er vanuit de hartspier zelf een elektrische prikkel wordt gegeven, waardoor de hartkamers zich minder effectief dan anders samentrekken. De normale aansturing geschiedt vanuit het meet- en regelcentrum van het hart, de zogeheten sinusknoop, die regelmatig elektrische prikkels afgeeft. Zo'n ventriculaire extrasystole is dus een onregelmatig tussendoortje. Sommige mensen merken dat, anderen voelen er niets van. Naast het onregelmatige hartritme vond de promovendus nog een andere oorzaak voor het verhoogde risico op hart- en vaatziekten: werkers in ploegendiensten roken meer dan mensen met een regelmatig dienstrooster. Van Amelsvoort denkt dat de stress die wordt veroorzaakt door tegen het normale ritme van de biologische klok in te gaan, leidt tot het vaker grijpen naar tabak. Andere verschillen in leef- en voedingsgewoonten kwam de promovendus niet tegen. Vaak is gedacht dat onder mensen in ploegendiensten meer overgewicht voorkomt en dat ze minder aan sport doen. Maar daar heb ik geen aanwijzingen voor gevonden. Scandinavisch onderzoek In Scandinavië is al veel onderzoek gedaan naar het verband tussen ploegendiensten en hart- en vaatziekten. Van Amelsvoort noemt met name dr. A. Knutsen, destijds als onderzoeker verbonden aan het befaamde Karolinska Instituut in Stockholm en nu werkzaam bij het Zweedse instituut voor arbeidsomstandigheden. Hij is morgen tijdens de promotie ook een van Van Amelsvoorts opponenten. Knutsen volgde gedurende twintig jaar een groep van 600 mensen die werkten bij een groot volcontinubedrijf. Hij legde het optreden van hart- en vaatziekten vast bij de fabrieksarbeiders die in ploegendiensten werkten en bij collega's die dagdiensten draaiden. Knutsen vond dat hoe langer mensen in ploegendiensten werken hoe hoger het risico is op het ontstaan van hart- en vaatziekten. Het hoogste risico liepen de mensen die al vijftien tot twintig jaar in ploegendiensten werkten. Zij hadden een bijna drie keer hogere kans op hart- en vaataandoeningen dan hun leeftijdsgenoten. Dat is erg hoog omdat hart- en vaatziekten veel voorkomen. De uitkomsten van het Zweedse onderzoek vormden voor de Wageningse vakgroep aanleiding om te zoeken naar mogelijke verklaringen. Van Amelsvoort: Ons projectvoorstel werd goedgekeurd en we konden subsidie krijgen van de Nederlandse Hartstichting. Roosters Hoe schadelijk ploegendiensten precies zijn, hangt voor een deel af van het soort rooster, ontdekte Van Amelsvoort. Er zijn meer dan 120 roostersystemen. Het ouderwetse systeem is gebaseerd op vijf dagdiensten, daarna een aantal dagen rust, vervolgens vijf avonddiensten en dan vijf nachtdiensten of net omgekeerd. Dit systeem van langzame rotering komt nog veel voor en lijkt het meest risicoverhogend, vooral als de dagdiensten voorop gaan. Men dacht altijd dat dit roosterschema het beste was, omdat je lichaam zich dan kan aanpassen. Toch is dat niet zo. Zodra je biologische klok gewend raakt aan het nieuwe leefritme, moet je weer veranderen. De zogenaamde snelle voorwaartse rotatie met eerst nachtdiensten, dan avonddiensten en vervolgens ochtenddiensten lijkt volgens Van Amelsvoort het minst ongezond te zijn. Zo'n rooster begint met een of twee nachtdiensten, vervolgens een of twee avonddiensten en dan dagdiensten. De biologische klok raakt dan minder uit balans, waardoor je weer snel op je oude ritme terug bent. De promovendus bepleit op dit punt verder onderzoek. Meer zekerheid over de voordelen van het systeem van snelle voorwaartse rotatie is gewenst. We beschikken nu nog slechts over aanwijzingen. Ik werk inmiddels aan de Universiteit Maastricht. De capaciteitsgroep epidemiologie wil die handschoen oppakken. In Wageningen is het onderzoek nu afgerond. Van Amelsvoort hoopt dat zijn studie zal bijdragen aan het versneld invoeren van snel voorwaarts roterende ploegenschema's in bedrijven. Helaas komt het nogal eens voor dat overname van bedrijven door buitenlandse concerns gepaard gaat met invoering van voor de gezondheid schadelijker werkschema's. Vakbonden en ondernemingsraden verzetten zich daartegen en zoeken daarbij naar argumenten. Dan komt zo'n onderzoek als dat van mij goed van pas. Het lijkt me goed om bij het samenstellen van dienstroosters zo veel mogelijk rekening te houden met onze biologische klok. Werkgevers zouden zich volgens Van Amelsvoort echter allereerst moeten bezinnen op de vraag of volcontinuwerk voor hun bedrijf wel echt nodig is. Daar is misschien nog wel wat aan te doen, hoewel ik ook besef dat het in bepaalde beroepen niet anders kan. |