Gezondheid 11 april 2000

Voedingssupplement tegen muisarm

Door W. van Hengel
Klachten ten gevolge van chronische overbelasting van spieren, pezen en gewrichten, zoals een muisarm, lijken goed te behandelen met een combinatie van bepaalde vetzuren, vitaminen en spoorelementen. Dat blijkt uit nog niet gepubliceerd onderzoek van de Deense fysiotherapeut Sören Mavrogenis uit Kopenhagen bij dertig patiënten met uiteenlopende klachten door overbelasting van spieren en pezen.

Mavrogenis en enkele collega's behandelden de deelnemers aan de studie gedurende 32 dagen in 16 sessies met ultrageluid. De helft kreeg daarnaast een voedingssupplement bestaande uit de vitamines A, C, E, B6, de spoorelementen zink en selenium en enkele essentiële vetzuren (gammalinoleenzuur en eicosapentaeenzuur). De overige deelnemers kregen een neppil. De fysiotherapeuten en de patiënten wisten niet wie van de deelnemers aan de studie een neppil kregen en wie het echte voedingssupplement.

De uitkomsten van het onderzoek werden gemeten aan de hand van een pijnscorelijst en de mate waarin de deelnemers, allen sporters, in staat waren hun trainingen te volgen. De behandelde groep was na 32 dagen weer voor 98 procent in staat te trainen. Aan het begin van het onderzoek lag dit percentage op 44. De neppilgroep kwam niet hoger dan 70 procent, terwijl het uitgangspercentage in deze groep hoger lag (59 procent).

De afname van de pijnklachten werd gemeten op een pijnschaal met cijfers tussen 0 en 10. Alle deelnemers begonnen het onderzoek met matige pijnklachten bij inspanning (6 op de pijnschaal). Na 32 dagen was de pijnscore in de niet-behandelde groep slechts licht gedaald naar 5. In de groep die het voedingssupplement kreeg daarentegen waren de pijnklachten afgenomen tot vrijwel 0.

Mavrogenis noemt de resultaten van zijn onderzoek opmerkelijk. Hij was vorige week een van de sprekers tijdens een symposium georganiseerd door het Deense farmaceutische concern Pharma Nord. Het bedrijf stelde voor het onderzoek een door hen gefabriceerd voedingssupplement (Bio Sport) en het neppreparaat beschikbaar. De Deense fysiotherapeut tekent bij de uitkomsten van zijn onderzoek wel aan dat het gaat om een eerste studie en dat verder onderzoek noodzakelijk is. Pharma Nord wil nu ook in Nederland een onderzoek opzetten en heeft daartoe onder meer contact gelegd met de Nederlandse vereniging van sportfysiotherapeuten.

RSI
Drs. M. G. W. Barnas, internist in het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU), noemt de uitkomsten van het Deense onderzoek veelbelovend. Omdat het nog slechts om de uitkomsten van een eerste studie gaat, bepleit hij verder onderzoek naar de rol van Bio Sport bij RSI. Intussen wil hij patiënten wel informeren over de resultaten van de Deense studie.

Barnas behandelt als internist onder meer patiënten met het veelvoorkomende overbelastingssyndroom RSI (repetitive strain injuries), dat kan ontstaan door langdurige repeterende bewegingen. Tevens is hij medisch adviseur van de Nederlandse RSI-patiëntenvereniging.

Overigens is RSI volgens Barnas een naam waarachter een scala van klachten schuilgaat aan nek, schouders, armen, polsen en vingers. Oorzaak van de klachten is een langdurige statische belasting al of niet in combinatie met repeterende bewegingen. Globaal de helft van de RSI-verschijnselen is goed te diagnostiseren en ook medisch verklaarbaar. Ze zijn onder te brengen bij bestaande ziektebeelden zoals het carpale tunnelsyndroom en andere aandoeningen die ook bij sporters voorkomen, zoals een tenniselleboog. Van een belangrijk deel van de RSI-aandoeningen is echter niet duidelijk waardoor de klachten ontstaan en is het volgens Barnas ook niet mogelijk een preciese diagnose te stellen.

Symptomen
De meest bekende vorm van RSI is de muisarm tengevolge van langdurig computergebruik. Ook musici, kapsters en sporters kunnen vergelijkbare klachten krijgen. Barnas noemt als symptomen van RSI: pijn, tintelingen, krachtsverlies, onhandigheid, koude sensaties en verminderd uithoudingsvermogen van de aangedane arm.

In de praktijk leidt dit volgens hem tot ernstige beperkingen. Zo is het gebruik van de computermuis, het toetsenbord of bepaalde instrumenten veelal onmogelijk. Patiënten kunnen niet meer schrijven, handenschudden, of deuren openen. Zelfs schakelen in de auto of het intoetsen van de pincode bij een betaalautomaat zijn handelingen die pijn veroorzaken.

RSI is volgens Barnas een ernstig ziektebeeld. Daarom zijn maatregelen ter voorkoming van de aandoening (regelmatig pauzeren, overbelasting tegengaan en een goede werkhouding) zeer belangrijk. Een snelle behandeling van RSI is gewenst, omdat de klachten dan nog zijn te verhelpen. Toch is de hersteltijd lang en mensen die eenmaal RSI hebben gehad, hebben een grote kans op terugkeer van hun klachten, waardoor het ziektebeeld een chronisch karakter krijgt.

Dr. ir. S. Loman is voedingskundige bij Pharma Nord. Bij RSI is volgens hem sprake van herhaalde, uiterst kleine weefselbeschadigingen tengevolge van het continu uitoefenen van bepaalde krachten. De beschadigingen leiden tot een ontstekingsachtig herstelproces, waarbij tal van stoffen vrijkomen. Dit proces kan bij blijvende belasting echter ontsporen, waardoor permanente klachten ontstaan. Het voedingssupplement Bio Sport is volgens Loman gericht op verbetering van het herstellend vermogen van de weefsels.

Essentiële vetzuren en antioxidanten spelen daarbij een belangrijke rol. Het gaat met name om vetzuren die in onze westerse voeding weinig voorkomen, zoals gammalinoleenzuur en eicosapentaeenzuur. Gammalinoleenzuur komt veel voor in raapzaad-, lijnzaad-, en teunisbloemolie. Visvetten zijn rijk aan eicosapentaeenzuur.

De vetzuren in Bio Sport beïnvloeden volgens Loman bepaalde prostaglandines en leukotriënen, waardoor ontstekingen geremd worden. De toegevoegde vitamines A, E, C en de spoorelementen selenium en zink (allemaal antioxidanten) voorkomen weefselbeschadiging door het wegvangen van agressieve zuurstofmoleculen, de zogeheten vrije radicalen. Met een vergelijkbare aanpak zijn bij reumapatiënten eveneens goede resultaten geboekt, aldus Loman.