Visvetten beschermen
tegen (tweede) hartinfarct

Omega-3-vetzuren uit visolie beschermen tegen een tweede hartinfarct. Dat blijkt uit onderzoek van artsen van het Italiaanse Preventiecentrum waarvan de resultaten worden vermeld in het internationale medische vakblad The Lancet.

De onderzoekers verdeelden tussen 1993 en 1995 ruim 11.000 patiënten in 172 ziekenhuizen binnen drie maanden na een hartinfarct in vier groepen. Eén groep kreeg dagelijks een voedingssupplement met 1 gram omega-3-vetzuren. Een andere groep kreeg in dezelfde periode 300 milligram vitamine E. Een derde groep kreeg beide middelen en een vierde groep neppillen. Artsen noch patiënten wisten wie wat kreeg.

De patiënten slikten hun pillen in het kader van deze studie tot 1998, afhankelijk van het begin van het onderzoek dus drie tot vijf jaar. In de omega-3-groep deden zich beduidend minder hart- en herseninfarcten voor dan in de niet-behandelde groep. Ook overleden er minder mensen in deze groep.

Vitamine E had geen effect. De onderzoekers noemen de gevonden effecten belangrijk en statistisch waardevol. In een commentaar wijst een onderzoeker van de Universiteit van Cambridge op de uitkomsten van een andere studie. Daarin kregen Engelse patiënten met kransslagadervernauwing extra vitamine E. Zij vonden, in tegenstelling tot de Italiaanse onderzoeksresultaten, wel een positief effect van deze vitamine.

Dat heeft volgens de Britse onderzoeker wellicht te maken met het feit dat Italianen via hun mediterrane voeding al hogere doses van deze vitamine binnenkrijgen dan meer noordelijk wonende volkeren. Mogelijk dat daardoor geen extra effect meer werd gevonden. Wellicht spelen ook verschillen in genetische factoren een rol.

In de European Journal of Clinical Nutrition trekken ook andere onderzoekers de conclusie dat er inmiddels voldoende bewijs is dat omega-3-vetzuren uit vis gunstig zijn voor de gezondheid, vooral voor mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en voor zwangere vrouwen en baby's. Het blad noemt het daarom verstandig om tenminste eenmaal per week vis te eten. Vette vissoorten (zoals makreel, haring, forel en zalm) hebben daarbij de voorkeur. De vetste vissoort is paling. Aangezien paling echter vaak afkomstig is uit binnenwateren met sterk vervuild slib waarvan de bestanddelen juist in het vetweefsel worden opgeslagen, is royale consumptie daarvan niet aan te raden.

Volgens het blad zouden mensen die geen vis eten dagelijks 200 milligram omega-3-vetzuren uit vis via bijvoorbeeld een voedingssupplement binnen moeten krijgen. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat door het wekelijks eten van vis het risico op hart- en vaatziekten met dodelijke afloop met 40 procent zou kunnen dalen. Omega-3-vetzuren uit vis hebben een gunstige werking op het cholesterolgehalte en de bloeddruk.