Gezondheid 25 januari 2000

Luteïne en zeaxanthine
tegen gezichtsverlies

De stoffen luteïne en zeaxanthine bieden bescherming tegen netvliesdegeneratie, de belangrijkste oorzaak van gezichtsverlies bij mensen boven de vijftig.

Dat gegeven is bekend. Nieuw is, dat er door dr. John Landrum van de Universiteit van Florida in Miami opnieuw bewijs voor is aangedragen. Landrum gaf patiënten met netvliesdegeneratie dagelijks 2,4 milligram luteïne.

De concentraties van de stof in het bloed stegen daardoor. Belangrijker echter was dat de conditie van de gele vlek er aanzienlijk op vooruitging. De gele vlek bevindt zich midden op het netvlies, de binnenbekleding van de achterzijde van het oog, en is rijk aan zintuigcellen voor het scherp zien en het zien van kleuren. Schade aan deze cellen is onomkeerbaar.

Het netvlies bevat in het lichaam de hoogste concentratie luteïne en zeaxanthine. Uit een groot aantal onderzoeken blijkt inmiddels dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen tekorten aan deze stoffen en achteruitgang van het netvlies (maculadegeneratie). Die tekorten kunnen ontstaan door onvoldoende toevoer via de voeding en/of door vernauwing van de oogbloedvaten ten gevolge van aderverkalking. Daardoor worden onvoldoende voedingsstoffen aangevoerd en kunnen afvalstoffen zich ophopen.

Vandaar dat een goede volwaardige voeding met veel groenten en fruit, de juiste vetten (olijfolie, raapzaad- en lijnzaadolie), regelmatig vis- en matig vleesgebruik, voldoende beweging en afzien van roken niet alleen goed is voor het hart, maar ook voor de ogen en andere vitale organen.

In een interview in deze krant, eind 1998, zei prof. dr. J. E. E. Keunen, hoogleraar oogheelkunde in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), dat er veel wordt gepubliceerd over het verband tussen voeding en netvliesdegeneratie. „Tien jaar geleden zeiden we: Dat is flauwekul. Maar langzamerhand komen er steeds meer studies waarin wordt aangetoond dat er wel degelijk een verband bestaat. We kunnen er gewoon niet meer omheen.”

Luteïne zit vooral in groene groenten (zoals broccoli, boerenkool). De andere stof, zeaxanthine, komt vrijwel niet voor in groene groenten, maar wel in gele paprika's. Maïs en eigeel zijn rijk aan beide stoffen.

Er zijn ook voedingssupplementen verkrijgbaar met luteïne en zeaxanthine.