Formatie 1998

Instemming met hoofdlijn regeerakkoord

Paarse fracties dienen
veel amendementen in

Van onze politieke redactie
DEN HAAG – De fracties van PvdA, VVD en D66 hebben gisteren tijdens hun besprekingen van het ontwerpregeerakkoord tientallen amendementen geformuleerd om de tekst naar eigen inzichten bij te stellen. Bij D66 gaat het om circa 35 wijzigingsvoorstellen, bij VVD en PvdA om ongeveer het dubbele. Desondanks is het de verwachting dat de paarse fracties uiteindelijk zonder veel problemen zullen instemmen met het ontwerpakkoord.

Veel amendementen hebben betrekking op kleine punten of zijn bedoeld om te kunnen uitwisselen met voorstellen van andere fracties. Het is daarom de verwachting dat de definitieve tekst wel op tal van punten zal verschillen van het ontwerpregeerakkoord, maar zonder aantasting van de hoofdlijnen. Die liggen na de langdurige onderhandelingen vast.

PvdA-fractievoorzitter Melkert ziet dan ook „geen politieke obstakels” bij zijn fractie over het regeerakkoord. „Er is voldoende in huis om een vliegende start van het nieuwe kabinet mogelijk te maken”.

Toch wil de PvdA nog graag veranderen dat de extra uitgaven voor de gezondheidszorg voor een deel weer tenietgedaan worden door tegenvallers. Ook zal de cultuurparagraaf, als het aan de sociaal-democraten ligt, in het regeerakkoord steviger aangezet worden. De PvdA wil verder de garantie dat de afspraken over het asielbeleid niet strijdig zijn met internationale verdragen. De concepttekst zou daarover te vaag zijn.

VVD-leider Bolkestein zei gisteravond dat hij het aantal wijzigingsvoorstellen van zijn fractie aan de hoge kant vindt. Niettemin wegen sommige amendementen volgens hem wel degelijk zwaar. Volgens bronnen in de fractie wil de VVD in elk geval de aanleg van een aantal wegen explicieter omschreven hebben. Ook de aangekondigde bezuiniging op Defensie valt, zoals was te verwachten, niet goed bij de liberalen. Vooral VVD-minister Voorhoeve heeft zich daartegen steeds verzet.

Positief
D66 is in grote lijnen positief over het conceptakkoord. Fractieleider De Graaf noemde het een „goed en evenwichtig stuk”, waarin de belangrijkste D66-punten „voldoende tot hun recht komen”. Toch hebben ook de democraten ideeën over de bijstelling van het ontwerpakkoord.

D66 wil meer geld uit het budget voor Ontwikkelingssamenwerking kunnen vrijmaken voor milieu-investeringen. De Graaf heeft op dit punt al een voorbehoud gemaakt aan de onderhandelingstafel. Verder willen de democraten een wat „steviger” grotestedenbeleid en een beter toegankelijk openbaar vervoer voor gehandicapten. De OV-kaart voor studenten wil D66 in de huidige vorm handhaven. De PvdA deelt die mening. In het regeerakkoord staat dat „moet worden bezien” of het wijzigingsbesluit voor de OV-kaart moet worden uitgevoerd.

Te weinig sociaal
De oppositiefracties zijn zeer kritisch. Vooral GroenLinks en de Socialistische Partij vegen de vloer aan met de paarse plannen, die volgens hen te weinig sociaal zijn. Beide partijen hadden meer willen bezuinigen op Defensie en meer willen investeren in zorg en ontwikkelingssamenwerking. GroenLinks vindt bovendien de aandacht voor het milieu onvoldoende.

Het CDA vindt dat paars II de verwachtingen over het wegwerken van de wachtlijsten in de zorg niet waarmaakt, dat het onduidelijk is hoeveel extra agenten er op straat komen en dat het financieringstekort niet voldoende omlaag gaat.

CDA-leider De Hoop Scheffer wijst erop dat in het regeerakkoord niet wordt gesproken over oplossen van de wachtlijsten, maar over „aanvaardbare wachtlijsten”. Ook wordt volgens hem onvoldoende geld uitgetrokken voor meer „blauw op straat” en is het onduidelijk hoeveel agenten erbijkomen.

Over de financiële uitkomsten bestaat volgens het CDA grote onzekerheid. „Ondanks alle grote woorden van met name VVD-leider Bolkestein komt het financieringstekort niet uit op 1 procent aan het eind van deze kabinetsperiode. Verder zijn veel extra uitgaven afhankelijk van inverdieneffecten, zoals bijvoorbeeld een lager aantal uitkeringen”.

SGP, RPF en GPV tonen zich vooral teleurgesteld over het duidelijke accent op het financieel-economische beleid, dat ook in paars II terug lijkt te keren. Van der Vlies bespeurde dat al tijdens de onderhandelingen. Het verdriet hem dat „relatief lang werd gepraat over het financiële klimaat, terwijl immateriële kwesties als het homohuwelijk en de euthanasie snel werden afgedaan”. Ook RPF-leider Van Dijke toont zich bezorgd over de haast die het akkoord lijkt te hebben met vooral de euthanasiekwestie.

Van der Vlies en Van Dijke zien de onderhandelaars en informateurs liever werk maken van het herstel van waarden en normen, zeker na alle commotie rond gevallen van zinloos geweld. „Een visie daarop is niet ontwikkeld”, aldus Van der Vlies. „Het geestelijk klimaat wordt niet gecorrigeerd”. Verder betreurt Van der Vlies het samen met Van Dijke dat levensbeschouwing nergens in het akkoord naar voren komt als ordenend principe in onderwijs en zorg. Van Dijke wijst erop dat paars „zorgwekkende” plannen heeft met de grondrechtelijke vrijheid van onderwijs.

In het algemeen maakt „paars van de mens een homo-economicus”, meent RPF-leider Van Dijke. Hij stootte zich in dat verband vooral aan de zin uit de inleiding van het conceptakkoord: „Samenwerken is een van de belangrijkste factoren die mensen bindt”. „Volgens mij is dat niet zo. Andere structuren als de kerk, het gezin of de vereniging zijn veel belangrijker. Maar paars denkt over mensen in termen van efficiency en doelmatigheid”.

Wel is Van Dijke blij met het pleidooi in het conceptregeerakkoord voor het verbeteren van sociale samenhang, maar hij vindt dat het zichzelf daarin tegenspreekt. „De onderhandelaars willen boven de huidige inspanningen flink investeren in kinderopvang en naschoolse opvang. Dat staat haaks op het versterken van gemeenschapszin”.

Meer van hetzelfde
Fractieleider Schutte van het GPV denkt dat paars II „meer van hetzelfde” zal worden. „Dat betekent dat op terreinen waarop paars I tekortschoot, zoals het sociale beleid en de zorg voor milieu, paars II onvoldoende beterschap belooft. Dat is extra kwalijk, omdat de economische situatie een keuze voor het zwakke en kwetsbare mogelijk zou maken”. Schutte vreest een „voortzetting van het gezinsonvriendelijke beleid van het vorige kabinet”. „Tweeverdieners krijgen het aanmerkelijk beter, gezinnen met één kostwinner blijven opnieuw achter”. Hij noemt het „navrant” dat „de verre naaste het met minder zal moeten doen”, doordat diens aandeel in de bestemming van het budget voor ontwikkelingssamenwerking kleiner wordt.