Formatie 1998

Akkoord bereikt over financieel kader

Geraamte voor
paars II gereed

Van onze politieke redactie
DEN HAAG – De onderhandelaars Wallage (PvdA), Bolkestein (VVD) en De Graaf (D66) hebben gisteren onder leiding van het informatietrio Kok (PvdA), Zalm (VVD) en Borst-Eilers (D66) overeenstemming bereikt over het financiële kader voor het nieuwe kabinet. Daarmee is het geraamte voor paars II gereed.

Volgens Bolkestein, dagwoordvoerder van de onderhandelaars, is met het financieel akkoord „een zeer belangrijke stap gezet op weg naar een volwaardig regeerakkoord”. Ook de informateurs toonden zich gisteren, aldus hun woordvoerder, „opgelucht” over het bereikte akkoord, maar „het werd ook wel tijd”. Bolkestein denkt dat het nieuwe kabinet het werk van Kok I zal voortzetten, „maar dan nog een beetje beter”. Volgens Wallage heeft het nieuwe kabinet als wezenskenmerk dat het een „investeringskabinet” zal zijn.

Bolkestein denkt dat de onderhandelaars de rest van deze week nog nodig hebben om een aantal „hangpunten” te regelen. Zo moeten ze nog een besluit nemen over de toekomst van Schiphol, over de toekomstige structuur van het Ziekenfonds en over het al of niet privatiseren van de toekenning van een ww- of wao-uitkering.

Vervolgens hebben de fracties een week de tijd om het regeerakkoord te beoordelen. Als ze daarmee instemmen, kan het informatietrio verslag uitbrengen aan de Koningin. Die zal dan vervolgens een formateur –hoogstwaarschijnlijk demissionair premier Kok– als formateur verzoeken een kabinet samen te stellen. Bolkestein zei gisteren dat hij „voldoende tijd wil nemen voor de bezetting van de posten”.

Regeringsverklaring
Als er in de formatie geen complicaties optreden, zal het kabinet Kok II voor het eind van deze maand door de Koningin kunnen worden beëdigd. Vervolgens zal dan de Tweede Kamer begin augustus van zomerreces worden teruggeroepen voor het debat over de door het nieuwe kabinet af te leggen regeringsverklaring.

De drie onderhandelaars toonden zich gisteren ingehouden opgetogen over het bereikte akkoord over het financiële kader. Het volgende kabinet heeft in de komende vier jaren in totaal 16,5 miljard gulden extra te besteden; 4,25 miljard daarvan is afkomstig uit een behoedzame groei, die tot en met 2002 is geprognotiseerd op gemiddeld 2 procent per jaar.

Daarnaast komt 3,75 miljard extra binnen als groei-effecten van het nieuwe regeerakkoord. Verkoop van staatsdeelnemingen, opbrengsten van monetair beleid en extra aardgasbaten leveren ook nog eens 1 miljard op. Ten slotte willen de huidige en toekomstige coalitiepartijen 7,5 miljard bezuinigen op de lopende uitgaven.

Bestemming
De onderhandelaars denken te kunnen bezuinigen op de afdrachten aan de Europese Unie en door het aantal uitkeringsgerechtigden te verminderen. Daarnaast moeten verschillende departementen geld inleveren. De 16,5 miljard heeft in het bereikte akkoord ook een bestemming gekregen; 9 miljard wordt ingezet voor nieuw beleid, onder meer in gezondheidszorg (2,1), onderwijs (1,8), infrastructuur (2,0), inkomensbeleid (0,75), veiligheid (0,8) en kinderopvang (0,4).

Daarnaast is 4,5 miljard bestemd voor lastenverlichting voor burgers en bedrijven, waarbij tegelijk een ingrijpende herziening van het belastingstelsel wordt betrokken. Voor verdere verlaging van het financieringstekort is 2 miljard uitgetrokken, waardoor dat tekort in 2002 op 1,2 procent zal uitkomen. Ten slotte is voor onvoorziene uitgaven 1miljard gereserveerd.

PvdA en D66 zijn gezwicht voor de VVD-eis dat ook het volgende kabinet bij de besteding van financiële meevallers de Zalm-norm handhaaft. Die meevallers zijn er als de economische groei boven de 2 procent uitkomt. Volgens die norm worden meevallers nu gebruikt voor verdere vermindering van het financieringstekort en voor extra lastenverlichting.

Meevallers in het lopende jaar worden geheel besteed aan vermindering van het financieringstekort. Meevallers in de volgende jaren gaan voor driekwart naar het tekort en voor een kwart worden ze gebruikt voor extra lastenverlichting. Als het financieringstekort een bepaald niveau heeft bereikt (Bolkestein noemde gisteren 0,5 procent), dan wordt de verhouding 50-50.