Formatie 1998

Zie ook: Informateurs weigeren Kamer te informeren

Werkgroep Belastingplan spat uit elkaar

Paars II kiest voor
één politieminister

Van onze politieke redactie
DEN HAAG – In een tweede paars kabinet zal slechts één minister verantwoordelijk zijn voor de politie. Dat moet de minister van binnenlandse zaken zijn. De onderhandelaars Wallage van de PvdA, Bolkestein van de VVD en De Graaf van D66 zijn dat gisteren overeengekomen.

De drie paarse partijen zijn het erover eens dat de huidige bevoegdheidsverdeling tussen de ministers van justitie en binnenlandse zaken te wensen overlaat. Op 42 plaatsen spreekt de Politiewet over overleg tussen de twee ministers over de te nemen besluiten. In de praktijk is gebleken dat het resultaat daarvan is dat de werkelijke verantwoordelijkheid tussen wal en schip komt te liggen.

Het ontbreekt de top van de politieorganisatie aan daadkracht, zo legden de drie onderhandelaars gisteravond uit aan de pers. VVD-leider Bolkestein noemde daarbij expliciet de benoemings- en ontslagperikelen van korpschefs. Met name de zaak van de ontslagen Rotterdamse korpschef Brinkman heeft de afgelopen vier jaar veel stof doen opwaaien.

Bolkestein denkt met de andere onderhandelaars dat een daadkrachtiger politieke leiding in dat soort operaties beter in staat is te sturen. Hij zei daarbij verder niet te willen tornen aan de organisatiestructuur van de politie. De indeling van Nederland in 25 politiekorpsen blijft ongewijzigd. De minister van justitie behoudt ook zijn invloed op de aansturing van de politiek waar het gaat om criminaliteitsbestrijding.

De onderhandelaars van de paarse partijen achten het niet uitgesloten dat het formatieproces nog meer kleine wijzigingen voor de politie zal bevatten. Zelf spraken ze daarover gisteren nog niet in besluitvormende zin. Ze wachten vanuit hun fracties nog „een aantal organisatorische ideeën” af.

VVD en D66 hebben de ene politieminister in hun verkiezingsprogramma staan. Het PvdA-programma spreekt niet over de politieke aansturing van de politieorganisatie. Wel is in het recente verleden al vanuit PvdA-kring de bereidwilligheid voor de wijziging uitgesproken.

Tegenvaller
Behalve de belangrijke opsteker van de eenheid over de politieminister kregen de informateurs en onderhandelaars gisteren ook een forse tegenvaller op hun bord. Een van de door hen ingestelde werkgroepen, die voor het belastingplan, spatte uit elkaar.

De werkgroep was samengesteld om de verschillende standpunten over het belastingplan uit te wisselen en voor de informateurs en onderhandelaars te inventariseren en op schrift te stellen. Binnen de werkgroep laaide de discussie echter al op. Vooral de werkgroepleden van de PvdA en die van de VVD botsten met elkaar.

Het conflict spitst zich toe op de vraag welke inkomensgroepen moeten profiteren van de verandering van het belastingstelsel. De VVD zet in op een lastenverlichting over de hele linie. De PvdA ziet daar weinig in. De sociaal-democraten pleiten voor een forse lastenverlichting voor de lage inkomens, forser dan wat de VVD voor die groep weglegt.

De PvdA wil dat aan het huidige belastingstelsel van drie schijven een vierde, onderste schijf wordt toegevoegd. In die schijf van zo'n 20 procent moeten de laagstbetaalden terechtkomen. Ook zouden laagbetaalde werknemers netto een evenhoog belastingvrij bedrag moeten ontvangen als de hoogstbetaalden (de heffingskorting).

Laconiek
Tijdens hun ontmoeting met de media reageerden de onderhandelaars gisteravond vrij laconiek op het uit elkaar vallen van hun werkgroep. Volgens VVD-leider Bolkestein is het helemaal niet verbazingwekkend dat de leden van een van de werkgroepen met elkaar botsen. Hij vindt het overdreven wanneer gesproken wordt van het uiteenspatten van de werkgroep.

„In de loop van het formatieproces zullen wij ook nog wel eens met de koppen tegen elkaar aanlopen”, glimlachte de VVD-leider naar zijn medeonderhandelaars. Bij die opmerking keek Bolkestein toch iets meer in de richting van PvdA-onderhandelaar Wallage dan D66'er De Graaf.