Kabinet op zoek
naar een „missie”

Volgens Bolkestein streven de drie partijen naar een passage van zo'n 25 regels in het regeerakkoord waarin de leidraad van het nieuwe kabinet wordt uitgewerkt. Dat stuk moet „niet te lang zijn en toch voldoende punch hebben” om te laten zien hoe paars II zich ten opzichte van paars I wil profileren. De onderhandelaars zullen hier de komende tijd verder over spreken en zich tegelijkertijd over de inhoud van het regeerakkoord buigen. Het motto van paars II zal pas aan het slot van de onderhandelingen bekend worden gemaakt.

„Motorblok”
Paars I ging aan de slag onder de slogan “Werk, werk, werk”. Het zal naar verwachting niet gemakkelijk zijn een dergelijke kreet voor het nieuwe kabinet te vinden. Binnen de PvdA-fractie wordt gedacht aan het motto „sociale cohesie”. Maar de sociaal-democraten denken daarbij vooral aan armoedebestrijding, terwijl de liberalen bij dat woord eerder aan de duurzaamheid van de overheidsfinanciën denken. D66 mijmert over het begrip „econologie”, het compromis tussen economische groei en milieu.

Vandaag zijn de drie onderhandelaars met de informateurs Kok (PvdA), Zalm (VVD) en Borst (D66) begonnen met de bespreking van het eerste onderwerp, het sociaal-economisch en financieel beleid. Wallage noemde dit hoofdstuk „het motorblok” van het nieuwe regeerakkoord. De PvdA-fractieleider benadrukte dat op dit terrein sprake is van „belangrijke verschillen” tussen met name PvdA en VVD.

„A-teams”
Morgenochtend zal in twee aparte sessies worden gesproken over bestuurlijke vernieuwing en de kwaliteit van het openbaar bestuur. Dit is een onderwerp dat vooral D66 na aan het hart ligt. Deze partij maakt zich onder meer sterk voor de gekozen burgemeester.

Morgenmiddag komen de ruimtelijke en economische inrichting van Nederland aan de orde. Het zal daarbij gaan om zaken als infrastructuur en de inpassing daarvan in het milieu, maar ook het grotestedenbeleid en „kennisinfrastructuur”. Het is de bedoeling dat alle onderwerpen een of meer keren op hoofdlijnen door de onderhandelaars en de informateurs „verkennend” worden doorgenomen. Liggen er dan nog „vragen of dilemma's”, dan worden die doorgeschoven naar de specialisten in de drie fracties. Die moeten gezamenlijk tot een oplossing zien te komen.

De aanpak lijkt op de methode die vier jaar geleden bij de formatie van paars I is gehanteerd. Toen droegen „A-teams” van vooraanstaande fractiespecialisten bij aan de belangrijkste compromissen voor het regeerakkoord.