Forum 23 december 2000

Ouders moeten bouwen en bewaren, maar ook zorgen en opvoeden

Overheid breekt kostwinnersmodel af

Bedrijven en instellingen kunnen met moeite personeel vinden. Politiek Den Haag zoekt een oplossing en wil nu huisvrouwen stimuleren te gaan werken. De Reformatorisch Maatschappelijke Unie uitte daar haar zorgen over. Anderen vroegen zich af of het kostwinnersmodel wel zo bijbels is. P. Schalk legt uit wat hij gezegd heeft en wijst op de bijbelse achtergronden van zijn standpunt.

Nee, nee, het kostwinnerschap is geen bijbels gezinsmodel. Dat is te veel eer voor dit model, dat nog maar vijftig jaar oud is. Wel biedt het mogelijkheden om vorm te geven aan bijbelse noties in onze tijd. Daarom is het van belang om het kostwinnersmodel eens onder de loep te nemen.

Het kostwinnerschap ontstond ongeveer vijftig jaar geleden als gevolg van een ontwikkeling die in grote lijnen in de negentiende eeuw begon. Tot ver in de negentiende eeuw was er sprake van een agrarische familiale samenleving. Werk en gezinsleven speelden zich bij elkaar af en liepen min of meer door alles heen.

Door de industriële revolutie verplaatste het werk zich van het huis naar fabriek en kantoor. Gezinnen trokken naar de steden. Maar het hele gezin bleef betrokken bij de arbeid. Mannen werkten in de fabriek, vrouwen werkten veelal buitenshuis bij de welgestelden, de kinderarbeid was een feit. Door de toenemende welvaart ontstond er een middenklasse, die in navolging van de welgestelden vond, dat de vrouw geen arbeid buitenshuis moest verrichten. Men kon zich echter geen dienstbodes permitteren. Zo ontstond de situatie dat de man buitenshuis voor het gezinsinkomen zorgde en dat de vrouw huisvrouw werd. Het huisvrouwenmodel deed zijn intrede.

Naar tweeverdiener
Na de Tweede Wereldoorlog, toen 98 procent van de gehuwde vrouwen huisvrouw was, groeide het huisvrouwenmodel uit tot het kostwinnersmodel. Op dit moment is het nauwelijks te geloven dat dit model tot stand kwam door nauwe samenwerking tussen overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties, en dat het gezien werd als het ideale model dat aansloot bij de christelijke opvattingen over huwelijk en gezin.

Dat ligt inmiddels wel even anders. In de rolverdeling van toen heeft een aardverschuiving plaatsgevonden door enkele belangrijke trends. De eerste is de emancipatie, waarin gestreefd wordt naar volledige gelijkschakeling van mannen en vrouwen. De tweede trend is de individualisering, waarin ieder mens als zelfstandig individu en als zelfstandige economische eenheid als het ideaal wordt gezien. En de derde oorzaak voor de breuk met het kostwinnersmodel is het gunstige economische klimaat, waardoor de overheid naarstig zoekt naar het zo genoemde ”onbenut arbeidspotentieel”. Huisvrouwen vallen onder die noemer.

Afbraak
Misschien markeert de volgende uitspraak het begin van de afbraak van het kostwinnersmodel: „De traditionele dagindeling uit de tijd van het gezin met één kostwinner zit ons danig in de weg zodat er veel meer keuzemogelijkheden opdoemen. Hoe moet je het leven organiseren van twee partners met twee kinderen, twee carrières, twee maal twee steeds oudere ouders, twee huisdieren, één balletles en één pianoles, twee sportclubs, één avondcursus, één voorleesochtend en twee zwemlessen per week.”

Deze uitspraak deed de heer Melkert als minister in het eerste paarse kabinet toen hij op zoek ging naar een nieuw scenario voor de verdeling van arbeid en zorg. Verschillende commissies gingen aan het werk en brachten rapporten uit, waarbij je soms je ogen even moest uitwrijven. Zo deed de Commissie Dagindeling onderzoek naar de mening van kinderen. Uit het rapport bleek dat de meeste kinderen het liefst hebben dat zij uit school thuis opgevangen worden met een kopje thee, om even wat na te praten over de dag. De Commissie Dagindeling kwam toen tot een opmerkelijke conclusie: kinderopvangplaatsen moeten in de buurt van het ouderlijk huis worden ingericht. Een wonderlijke redenering!

Ook stelde de Commissie Dagindeling vast dat „het noodzakelijk is dat we loskomen van het traditionele denkpatroon met de kostwinner als uitgangspunt”. De zogenaamde taakcombineerder (arbeid en zorg) werd de nieuwe norm, door maatregelen als de flexibilisering van arbeidspatronen, het ontmoedigen van het kostwinnersmodel, het bevorderen van betaalde uitbesteding van zorgtaken en andere maatschappelijke maatregelen zoals ruimere winkelopenstelling.

Het is duidelijk dat de overheid het kostwinnersmodel nu ontmoedigt en het beleid richt op arbeidsdeelname van vrouwen. Natuurlijk is het op zich geen probleem dat zowel mannen als vrouwen op de arbeidsmarkt participeren. Het is ook helemaal niet erg als mannen meer aandacht krijgen voor zorg- en opvoedingstaken.

De zorg over de afbraak van het kostwinnersmodel heeft meer te maken met de onbalans die ontstaat. Alles is gericht op zelfontplooiing, individualisme, economische zelfstandigheid. Dat lijkt de basis te zijn. Maar uiteindelijk dreigt de zorg het sluitstuk te worden. De vrijheid om te kiezen voor het kostwinnersmodel wordt steeds kleiner. Als de maatschappij ingericht is met de tweeverdiener als norm, dan zal meer en meer blijken dat de gedoogde eenverdiener het moeilijk krijgt om de touwtjes aan elkaar te knopen. Dat is vreemd in een tijd waarin de vrije keuze van ieder gepreekt wordt door de overheid.

Bijbelse noties
Juist ook bij dit onderwerp is het dan ook van belang om keuzes te doen, met inachtneming van de opdrachten die de Heere geeft. Opdrachten die te maken hebben met rentmeesterschap, maar ook met ouderschap. Bouwen en bewaren, maar ook zorgen en opvoeden. Gods Woord mag als normgevend worden beschouwd. En dan blijkt dat het kostwinnersmodel nauw aansluit bij bijbelse noties. Binnen dit model kan recht gedaan worden aan de roeping die man en vrouw hebben op alle terreinen van het leven. Beiden dienen zorg te dragen voor levensonderhoud en gezin, met inachtneming van bijzondere kenmerken die behoren bij het eigene van het geslacht.

Dan is het bijvoorbeeld geen vraag of het geoorloofd is voor een man en een vrouw om beiden te werken. Er zijn immers vele situaties denkbaar waarin het heel begrijpelijk is, en ook voluit Bijbels, dat man en vrouw beiden werken. Het voorbeeld van Spreuken 31 spreekt wat dat betreft duidelijke taal.

Maar datzelfde bijbelgedeelte reikt ook belangrijke noties aan voor andere zwaarwegende verplichtingen naast het werk. Bijvoorbeeld de zorg voor kinderen, die is zeer zwaarwegend. Zij hebben recht op aandacht, op warmte, geborgenheid en veiligheid, op een thuis. Kinderen zijn immers een geschenk. En er is een opdracht aan dit geschenk verbonden die prachtig verwoord is in het doopformulier, waar staat dat we onze kinderen moeten onderwijzen en doen of helpen onderwijzen. Deze opdracht ligt in eerste instantie bij de ouders zelf en het kostwinnersmodel biedt mogelijkheden om daar werkelijk inhoud aan te geven. En dat binnen het gezin, dat niet mag verworden tot een verzameling op zichzelf staande individuen, maar dat de hoeksteen is voor de samenleving. Het gezin is een basis, waarbinnen de leden een eenheid vormen, zowel economisch als sociaal gezien.

En wellicht geven deze bijbelse noties beperkingen in de economische ontplooiing, en stellen ze eisen aan eventuele noodzakelijke kinderopvang. Maar ze geven ook richting aan de manier waarop de arbeid en zorg binnen het gezin worden verdeeld. Niet geperst in het maatschappelijk keurslijf zijn, ingegeven door een verregaand individualisme, maar vanuit een bewuste keuze die past bij een christelijke levenswandel.

De auteur is directeur van de vakorganisatie RMU.