De eeuw in het hart

„Geruisloze acceptatie film”

Door E. van Dijkhuizen
„Het is een groot goed dat vijf kerkelijke groeperingen elkaar hebben gevonden in een school als de onze. Dat mogen en moeten we uitdragen naar onze leerlingen. Maar we gaan tijdens de lessen kerkgeschiedenis niet voorbij aan het eigene van de afzonderlijke kerken en het feit dat het van grote waarde is heel bewust van je eigen kerk deel uit te maken. Kerkelijk bewustzijn, geen kerkisme, moet echter in het gezin en op de catechisatie ontwikkeld worden”.

Dat zegt M. F. van Leeuwen, locatiedirecteur van het Van Lodensteincollege in Amersfoort. Hij reageert daarmee op het verwijt dat reformatorische scholen het kerkelijk besef van jongeren afbreken vanwege hun interkerkelijke karakter. Van Leeuwen wijst die gedachte af. Bovendien, zegt hij, zijn reformatorische scholen niet de enige plaatsen waar jongeren uit diverse kerken elkaar ontmoeten. „Dat geldt ook voor SGP- en SRB-bezinningsbijeenkomsten”.

Net als Büdgen ontkent Van Leeuwen dat de achterban van zijn school de afgelopen jaren is verbreed waardoor er een verlinksing optreedt. „Op het Van Lodensteincollege heeft geen noemenswaardige verschuiving plaatsgehad naar kerkelijke achtergrond van de ouders. De veranderende denkbeelden zijn voornamelijk te wijten aan het secularisatieproces in de participerende kerken zelf”.

Een soms bijna waterdichte scheiding tussen de zondag en de rest van de week komt bepaald niet alleen bij jongeren voor, stelt Van Leeuwen, maar ook bij ouderen. Toch ziet hij wel een taak voor zijn school. „Tijdens de dagopening proberen we met een thematisch bijbelrooster de grote waarde van Gods Woord voor het persoonlijk leven en dat van alledag onder de aandacht van de leerlingen te brengen. Deze week is het thema “discriminatie” aan de orde. Vorige week bespraken we het thema “eigen wegen en Gods wegen”. In de godsdienstlessen worden lijnen uitgezet naar het dagelijks leven én naar het persoonlijk leven als het gaat om de noodzaak van waarachtige wedergeboorte, gewerkt door de Heilige Geest”.

Confrontatie
Ook het spanningsveld tussen de leerlingen beschermd op te voeden en tegelijk te confronteren met de wereld om hen heen, krijgt veel aandacht op de Amersfoortse scholengemeenschap. Van Leeuwen: „Een commissie is bezig met het ontwikkelen van een leergang waarin de toerusting en vorming van de leerlingen in de verschillende vakken wordt geïntegreerd. Het is nadrukkelijk de bedoeling de leerlingen hier actief bij te betrekken, zodat zij gestimuleerd worden hun mening onder woorden te brengen. Tijdens studiedagen in een pre-examenklas zijn groepjes leerlingen naar diverse niet-christelijke instellingen geweest om in gesprekken met andersdenkenden hun mening te leren vertolken”.

Het aantal reformatorische leerlingen dat bezwaar heeft tegen bioscoopbezoek is, vergeleken met het onderzoek uit 1981, gedaald van 67 tot 44 procent. Ook ouders worden minder stellig in het afwijzen van de bioscoop. Van Leeuwen: „Helaas is er een geruisloze legalisering gaande van films met gedramatiseerde gebeurtenissen uit de geschiedenis, gelardeerd met een grote dosis amusement.

Te denken valt aan films als “Ben Hur” en niet te vergeten “Titanic”. Jammer genoeg worden op deze manier ook onze jongeren over de drempel van de bioscoop getrokken. Vaak is het overigens een groepsgebeuren, waarin de een niet wil onderdoen voor de ander”.

Vrouwen
Drastisch veranderd zijn ook de standpunten van leerlingen en ouders over de positie van de vrouw. Driekwart van de leerlingen heeft geen moeite met een vrouwelijk Tweede-Kamerlid, een meerderheid van de ouders (56 procent) ook niet. Wat vindt Van Leeuwen, zelf een ervaren gemeenteraadslid en wethouder, van deze ontwikkeling? „In de afgelopen jaren is de gehuwde werkende vrouw in brede lagen van de gereformeerde gezindte geaccepteerd. Het is voluit bijbels dat een gehuwde vrouw stopt met werken zodra zij een kind krijgt. Deze gedachte is onder ons geen gemeengoed meer. Als we ruimhartig meegaan met de emancipatiegolf maar het regeerambt in de politiek daarvan uitzonderen, komt dat bij jongeren gekunsteld over”.

„Ik ken een docent maatschappijleer die als startpunt van zijn lessen over de emancipatiebeweging een gedeelte uit het huwelijksformulier voorleest. Een voorbeeld dat navolging verdient en bijdraagt aan een bijbelse visie op de plaats van man en vrouw in gezin en samenleving”, aldus Van Leeuwen.

15 oktober 1998


VAN LEEUWEN