De eeuw in het hart

„Kritische houding hoeft
geen probleem te zijn”

Door H. van den Berge
„Uiterlijke kenmerken mag je niet als ijkpunt gebruiken om iemands geloof aan af te meten. Het moet dieper gaan”, vindt ds. C. van Duijn, voorzitter van de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB). „Centraal in het leven dienen de vragen “wat is uw enige troost” en “wat dunkt u van de Christus” te staan”.

Het meest opvallende van het onderzoek onder reformatorische leerlingen en hun ouders vindt ds. Van Duijn niet de gegeven antwoorden, maar juist de gestelde vragen over bepaalde uiterlijke zaken. „Wat zeggen de antwoorden hierop nu eigenlijk? Als we onze identiteit zoeken in deze onderwerpen, heeft dat weinig betekenis. Bij het geloof moet het daarentegen gaan om de diepere vraag: wie ben ik voor Gods aangezicht? Pas dan komen de nadere kenmerken van ons leven aan bod. En dat niet als regel van de groep, maar als vruchten van de Geest”.

Goed of fout
De voorzitter van de HGJB (ruim 28.000 leden) vindt de nadruk op kenmerken een volstrekt verkeerde benadering. „Veel dingen doen we op basis van traditie. Dat blijkt wel uit het feit dat veel christenen elders ter wereld andere opvattingen over bepaalde zaken hebben. Ik zou dan ook niet direct durven zeggen dat het met de jongeren uit de gereformeerde gezindte de verkeerde kant opgaat nu uit het onderzoek blijkt dat zij over bepaalde zaken anders gaan denken”.

Ds. Van Duijn benadrukt dat het voor jongeren in onze moderne samenleving steeds moeilijker wordt om zich staande te houden. „Het is erop of eronder. Als je het alleen moet hebben van de vorm of de reformatorische zuil red je het niet. De enige remedie is de verankering in Christus. Alleen als je die band met Hem hebt, kan je verder. Dat proberen wij de jongeren duidelijk te maken bij onze catechisatiemethoden, clubavonden en dergelijke”.

Dat jongeren kritisch zijn over bepaalde tradities is volgens de predikant uit Amsterdam op zich geen probleem, zolang het niet gaat over absolute zaken zoals de Godheid en mensheid van Christus en het Schriftgezag. „Dat zijn belangrijke peilers van het geloof. Als het daarentegen gaat om relatieve zaken zoals de liturgie val ik niet om als jongeren veranderingen willen. De opvattingen daarover komen immers voort uit een bepaalde traditie en zijn daarom van minder groot gewicht”.

„Wel let ik op de motieven waarom jongeren anders denken. Als het de bedoeling is om vrijer te leven, is dat een verkeerd uitgangspunt, maar als het niet in strijd is met de Bijbel en het bovendien een oprechte afweging is, wil ik geen uitspraken doen over goed of fout. Ieder is tenslotte in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd”.

Kritisch participeren
Als uitgangspunt voor het christen-zijn pleit de HGJB-voorzitter niet voor aanpassing (assimilatie) aan de ontwikkelingen in de samenleving of juist weerstand (persistentie) daartegen. „Acceptatie van de maatschappelijke ontwikkelingen is de weg van de minste weerstand, maar ook afsluiting biedt geen oplossing. Ik ben voor kritisch participeren. Dat hoeft niet te leiden tot oppervlakkigheid, maar dan moeten we wel serieus ingaan op de vragen van de jongeren en hen bovendien leren hoe ze Hem kunnen leren kennen en wat het christen-zijn ten diepste betekent”.

10 oktober 1998


VAN DUIJN