Financiën en Economie 22 juni 1999

Minimumloon en
bijstandsuitkeringen
gaan omhoog

DEN HAAG – Het wettelijk minimumloon stijgt per 1 juli met 1,33 procent tot ƒ 2376,40 bruto voor iemand die 23 jaar of ouder is. Ook de bijstandsuitkeringen gaan omhoog. De netto-uitkering voor gehuwden en ongehuwd samenwonenden stijgt per 1 juli met ƒ 20,28 per maand.

Dat heeft ministerie van Sociale Zaken gisteren bekendgemaakt. Het wettelijk minimumloon is aangepast aan de gemiddelde stijging van de CAO-lonen. Jongeren onder de 23 jaar verdienen minder. Iemand van 22 jaar krijgt 85 procent van het minimumloon (2019,90 gulden), een jongere van 15 jaar 30 procent (712,90 gulden).

De nettobedragen zijn niet wettelijk bepaald. Welk bedrag er onder de streep overblijft, is afhankelijk van bedrijf en bedrijfstak. Dat heeft te maken met verschillen in de inhouding van premies.

Door de stijging van het minimumloon gaan ook de bijstandsuitkeringen omhoog. Gehuwden en ongehuwd samenwonenden krijgen evenveel als het wettelijk nettominimumloon. Alleenstaanden tussen 21 en 65 jaar krijgen 50 procent van het nettominimumloon en alleenstaande ouders in die leeftijdscategorie 70 procent daarvan. De stijging van het minimumloon heeft ook positieve effecten voor andere uitkeringen, zoals die voor ouderen en kunstenaars.