Financiën en Economie

Suriname profiteert van deskundigheid Nederlandse specialisten

En na pensionering is er Pum

Van onze correspondent
PARAMARIBO – Duizenden Nederlandse gepensioneerde deskundigen reizen de hele wereld rond om in ontwikkelingslanden hun kennis over te dragen en adviezen te verstrekken. Dat gebeurt in het kader van het Programma Uitzending Managers, kortweg Pum, dat mede door de Nederlandse overheid wordt gefinancierd. Ook in Suriname heeft Pum de afgelopen jaren tientallen projecten uitgevoerd.

In samenwerking met de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) is nu zelfs een steunpunt in Paramaribo opgezet. Het Programma Uitzending Managers ontstond 20 jaar geleden op initiatief van de Commissie Ontwikkelingslanden van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond (NCW) en het Verbond van Nederlandse Ondernemingen (VNO), die sinds 1996 als vereniging VNO-NCW gezamenlijk door het leven gaan.

Pum is nu een zelfstandige stichting met nauwe banden met de werkgeversorganisatie VNO-NCW. Het principe is heel simpel: deskundigen op uiteenlopende vakgebieden die vanwege hun leeftijd uit het arbeidsproces zijn gestapt, maar hun kennis graag willen overdragen aan anderen, kunnen zich als vrijwilliger opgeven en worden na gebleken geschiktheid uitgezonden om over de hele wereld adviezen te geven en projecten te begeleiden.

Vleesfabriek
Het aantal ingeschreven pum'ers bedraagt op dit moment rond de drieduizend. Pum betaalt de reiskosten voor de vrijwilligers, de bedrijven en instanties ter plaatse dienen voor huisvesting en een redelijk zakgeld te zorgen. In Suriname is Pum ook al jaren actief. Zo zijn diverse projecten uitgevoerd in ziekenhuizen. Steenbedrijven en een vleesfabriek hebben ook geprofiteerd van de deskundigheid van de Pum, terwijl dit jaar projecten zijn overgenomen van de UNDP, het United Nations Development Program.

Volgens Ed Jurg, die als landelijk coördinator vanuit het Pum-kantoor in Den Haag onder meer Suriname onder zijn vleugels heeft, zijn er dit jaar in Suriname 22 missies uitgevoerd. „Dat zullen er volgend jaar naar verwachting 25 zijn. In ziekenhuizen en bij de meest uiteenlopende bedrijven.”

De voormalige Shell-manager komt regelmatig in Suriname om zijn licht op te steken en te overleggen met bedrijven en instanties. „Afgelopen week zijn we ook in buurland Guyana geweest om te kijken of we daar missies naar toe zullen sturen. De toestemming van de autoriteiten hebben we. Maar eerlijk gezegd ben ik geschrokken van wat we daar hebben aangetroffen. De criminaliteit is er bijvoorbeeld enorm. Daarbij vergeleken is Suriname een paradijs. Ik ben er daarom ook helemaal niet zeker van dat we daar inderdaad zullen gaan beginnen.”

Waspoeder
Een goed voorbeeld van een geslaagd project in Suriname noemt Jurg het bedrijf CIC in Paramaribo, dat onder meer schoonmaakmiddelen en plastic flessen produceert. Tot voor kort was het een noodlijdende onderneming, die het extra zwaar kreeg te verduren door de toetreding 2 jaar geleden van Suriname tot het Caraïbische handelsblok, de Caricom. De concurrentie vanuit de regio deed het bedrijf bijna de das om, maar dankzij een ingrijpende reorganisatie met behulp van een pum'er wordt nu zelfs weer waspoeder geëxporteerd. „De komende maanden gaan er nog vier of vijf pum'ers heen om op verschillende terreinen advies te geven. CIC is straks een bedrijf dat klaar is voor de toekomst”, aldus Jurg.

Een sector waar men de handen ineensloeg is de grafische industrie. „Het Verbond Grafische Industrie in Suriname vroeg ons een opleiding te verzorgen voor grafici van de verschillende aangesloten bedrijven. Eerst is gekeken waar de problemen lagen, waarna een trainingsprogramma van 2 x 2 maanden is opgezet. Bovendien zijn enkele mensen opgeleid tot docent, zodat ze de verkregen kennis zelf kunnen overdragen. Een dergelijke samenwerking maakt de sector natuurlijk heel sterk”, vindt Jurg.

De verstoorde politieke relatie tussen Nederland en Suriname is niet van invloed op het aantal missies, concludeert Pum-directeur Willem Zuidhof. „Wij ondervinden daar geen problemen door. We werken immers van mens tot mens. Pum'ers zijn geen consultant, maar brengen kennis over op anderen. Bovendien dragen wij geen geld af en moeten bedrijven zelf de lokale kosten betalen.”

Adviescentrum
Het succes van Pum in Suriname heeft er mede toe geleid dat er in samenwerking met de VSB een adviescentrum is opgezet: Surinfo. Jurg: „Het is een pilotproject, dat vermoedelijk een vervolg krijgt in andere landen, zoals in het voormalige Oostblok. Vooral kleine bedrijfjes kunnen bij Surinfo terecht, bijvoorbeeld voor het opzetten van een businessplan. Vaak zijn het ondernemingen die niet het geld hebben om een pum'er aan te trekken. De bemoeienis met zo'n bedrijf duurt van 1 ochtend tot 3 dagen.”

Pum zendt regelmatig een deskundige uit naar Suriname die voor een periode van enkele maanden het adviescentrum bemant. „Veel bedrijven weten via de VSB, waar Surinfo ook is ondergebracht, van het bestaan van het adviescentrum, maar dat betekent niet dat men massaal naar ons toekomt. We moeten ze vaak zelf benaderen, want als Mohammed niet naar de berg toe komt, moet de berg maar naar Mohammed.”