Financiën en Economie

Voormalige accountant motor achter doorstart

Topman Cor Baan
neemt afscheid van DAF

President Cor Baan (60) van DAF Trucks in Eindhoven legt zijn functie op 1 juli neer. Hij maakt gebruik van de mogelijkheid om met pensioen te gaan. Karrenvrachten kritiek heeft hij over zich heen gekregen, minstens net zo veel lof is hem toegezwaaid. Maar dat het hart van de voormalige accountant van het type turbodiesel was, daarover zijn vriend en vijand het eens. „Als je hem aankijkt, zie je een truck. Een DAF-truck.”

Baan heeft in 1993 geschiedenis geschreven. Als motor achter de doorstart van de failliete vrachtwagenbouwer, natuurlijk. Maar nog meer omdat hij tekende voor een unicum in de geschiedenis van het Nederlandse bedrijfsleven: nooit eerder mocht een directeur die medeverantwoordelijk was voor de ondergang, op zijn post blijven bij de doorstart van het bedrijf.

„Vanuit verschillende kanten is toen geroepen: waarom stapt hij niet op”, herinnert Frank Koolen, in 1993 bestuurder van de Industriebond FNV, zich. Ten dele was dat terecht, vindt Koolen. Maar: „Hij was nodig voor de redding van DAF.”

Florissant
Na de doorstart verdampte de kritiek. Zo uitzichtloos als de situatie bij het oude DAF was, zo florissant stond het bedrijf ervoor na de doorstart. DAF maakte winst, produceerde 40, 100 en later zelfs 110 voertuigen per dag. Toen hij in oktober 1996 het bedrijf verkocht aan het Amerikaanse Paccar, beleefde Baan zijn finest hour. Eindelijk had DAF de sterke partner gevonden die de truckbouwer al 10 jaar zocht.

De carrière van Baan verraadde niet meteen 's mans vrachtwagenbloed. Pas in 1981 kwam de zoon van socialistische ouders, die in de jaren zestig actief was binnen de PvdA, de top van de fabriek binnen. Al snel viel hij in positieve zin op. Hij was belast met marketing en verkoop en met de buitenlandse contacten. En hij was bezig met de overname van Leyland, de Britse dochter waarmee Baan het paard van Troje binnenhaalde. De verliezen in Engeland waren het begin van het einde van DAF, iets wat Baan tijdens de problematische periode regelmatig is ingewreven.

De beursgang van het oude DAF in 1989 zorgde opnieuw voor kritiek. Directieleden van DAF kregen aandelen en tijdens de gekte vlak na de beursintroductie –de koers schoot tientjes omhoog– maakten zij hun stukken snel te gelde. Kort daarna daalde de koers alleen nog maar.

Niet weglopen
Hoezeer zijn hart ook bij DAF was, Baan had altijd oog voor de realiteit. Al in 1990 analyseerde hij de fundamentele problemen, zoals de overproductie. Toen hij in 1992 de voorzittershamer overnam van Aart van der Padt, zette hij het mes in het personeelsbestand, maar DAF was niet meer te redden.

Volgens omstanders is het onder meer aan Baans nimmer aflatende optimisme te danken dat de doorstart is geslaagd. Werkdagen van 20 uur maakte hij in de spannende periode in de eerste maanden van 1993. Hij wilde niet weglopen van de problemen, maar ze zelf oplossen.

Baan, die de laatste jaren tobde met zijn gezondheid, heeft nog met de gedachte gespeeld vorig jaar al op te stappen. Door zijn Amerikaanse superieuren liet hij zich ervan overtuigen dat hij noodzakelijk was voor de integratie van DAF en Paccar. Nog een jaar liet hij de motor draaien. Het is nog niet bekend wie hem op gaat volgen. De raad van commissarissen doet daar op korte termijn een mededeling over, aldus het bedrijf.