Financiën en Economie

Topman hekelt Philips-cultuur in interview

Boonstra noemt zijn
eigen benoeming fout

Van onze redactie economie
AMSTERDAM – Philips-topman Cor Boonstra zou zichzelf nooit als grote baas van het elektronicaconcern hebben aangesteld. „Ik vind het onjuist dat een bedrijf als Philips een voorzitter van de raad van bestuur heeft die op het laatst van zijn carrière is binnengekomen. Dat ík hier zit, is principieel fout.”

Boonstra doet deze opmerkelijke uitspraak in het weekblad Elsevier. Hij vindt zijn benoeming fout omdat een concern als Philips geen bestuursvoorzitter moet hebben die van buiten de organisatie komt. „Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik de voorkeur geef aan de benoeming van mensen uit eigen gelederen. Het is levensgevaarlijk wanneer je te veel mensen van buiten haalt. Philips is een complexe organisatie. Ik heb zelf ervaren dat het een hele poos duurt voordat je als buitenstaander weet wat er allemaal in het concern omgaat.”

In Elsevier zet ook de voormalig Philips-topman Wisse Dekker vraagtekens bij de benoeming van Boonstra. Dekker was destijds voorzitter van de raad van commissarissen die Boonstra in de raad van bestuur benoemde. „Achteraf kun je zeggen dat we zijn verleden beter hadden moeten nagaan of een betere schets van zijn persoonlijkheid hadden moeten maken”, zegt Dekker. Een andere ex-commissaris is positiever. „Boonstra had prima financiële prestaties op zijn cv staan. Cor maakte indruk door zijn charme.”

Achterhaald
In het vraaggesprek hekelt Boonstra opnieuw de cultuur binnen Philips. „Het kan geen kwaad dat het zwaar overdreven zelfrespect dat binnen dit bedrijf altijd heeft geheerst, eens in zijn juiste proporties wordt geplaatst. (...) Een van de bijzondere kenmerken van Philips is dat de president-directeur hier traditioneel beschouwd wordt als het boegbeeld van de organisatie. Dat vind ik achterhaald.”

Hij stelt vast dat bij „Philips altijd sprake is van een extreme vorm van opwaarts delegeren van verantwoordelijkheden. Het boegbeeld is verantwoordelijk voor alles wat goed en fout gaat. Maar zoiets kun je niet waarmaken. Philips heeft ongeveer 115 businesses die overal in de wereld op twintig verschillende plaatsen worden geattaqueerd. Er wordt verondersteld dat ik lijntjes heb lopen naar al die bedrijven en in staat ben me te bemoeien met hun doen en laten. Absurd.”

De Philips-voorman noemt als zijn voornaamste verantwoordelijkheden het maken van „strategische keuzes” en het personeelsbeleid. Als het weekblad hem vervolgens confronteert met de veel bekritiseerde strategische keuze om miljarden te investeren in Amerikaanse consumentenelektronica, antwoordt hij: „Het is niet Boonstra die beslist. U maakt de fout dat u personifieert. Uiteindelijk nemen we een besluit in de groepsraad. Vervolgens zal ik de beslissingen verwoorden, uitdragen.”

Computermarkt
Een van Boonstra's ondergeschikten, directeur H. Brogan van de divisie Peripherals, vindt dat Philips weer helemaal terug is op de computermarkt. De revival betreft niet de productie van pc's, maar de ontwikkeling en fabricage van randapparatuur. Zo is het elektronicaconcern in de tweede helft van vorig jaar naar de eerste plaats geklommen als producent van monitoren, de grootste markt op het gebied van randapparatuur. Concurrenten als Sony, Siemens en Samsung volgen op korte afstand.

De markt voor randapparatuur zal in 2002 ook groter zijn dan die van pc's: 120 miljard tegen 90 miljard gulden. Nu ligt de waarde van draadloze muizen, luidsprekers, camera's en printers nog rond 60 miljard gulden. De productie van beeldschermen levert de elektronicaconcerns het meest op: 30 miljard gulden. „Gemiddeld koopt de consument één computer en daarbij bijna twee randapparaten.” Dit zal volgens de Philips-directeur alleen maar toenemen omdat de computer een steeds grotere plaats in het huishouden gaat innemen.