Kabinet en vakbeweging oneensLoonmatiging lijkt moeilijk punt bij winteroverlegVan onze redactie economie APELDOORN Is het poldermodel bestand tegen het wassende water van lagere economische groei? Het antwoord op de vraag komt morgen. In het gebouw van de Sociaal-Economische Raad (SER) praten het kabinet en de sociale partners met elkaar. Voor de tweede keer dit najaar overleggen zij over de belangrijkste sociaal-economische kwesties in dit land. Het kabinet komt met een zware delegatie, tien man sterk, naar het overleg. Zij zullen er alles aan doen om de vakbeweging te overtuigen van het nut van loonmatiging volgend jaar. Sinds Kok en de zijnen de werkgevers- en werknemersorganisaties eind september hebben ontmoet, zijn de economische vooruitzichten ingrijpend veranderd. Het najaarsoverleg dreigt daardoor ook letterlijk een winteroverleg te worden. In september zaten de partijen al niet op één lijn. Op Prinsjesdag liet het kabinet in de Miljoenennota weten een groei van 3 procent voor volgend jaar te verwachten. De bonden hadden voor dat jaar een looneis van tussen de 3,25 procent (CNV) en 3,5 procent (FNV) in petto. De kloof is sindsdien alleen maar groter geworden. Het Centraal Planbureau heeft zijn ramingen neerwaarts bijgesteld. Het CPB ziet de economie met nog maar 2,25 procent groeien. De rekenmeesters van het kabinet vinden dat de lonen dan met niet meer dan 2,5 procent mogen stijgen. Geen bijstelling Dit advies was aan geen dovemansoren gericht. Premier Kok riep de vakbeweging op haar looneisen te matigen. De achterban van FNV en CNV blijkt daar geenszins toe bereid. De federatieraad van FNV besloot maandag bij zijn looneis van 3,5 procent te blijven. De arbeidsvoorwaardencoördinatoren van de CNV-bonden zagen gisteren in de CPB-ramingen geen redenen om de looneis bij te stellen. Wij corrigeren niet, maar blijven waakzaam, aldus beoogd CNV-voorzitter Terpstra. Hij vindt het logisch dat het kabinet de vinger aan de pols houdt. Het moet zich niet dirigistisch opstellen. De bonden moeten de ruimte krijgen om op decentraal niveau hun verantwoordelijkheid te bewijzen. Maar los van het werkgelegenheidsbeleid heeft het kabinet ook nog een andere reden om op loonmatiging aan te dringen. Het moet de ambtenarensalarissen in de hand zien te houden. Die zijn op basis van de eerdere CPB-ramingen te royaal begroot. Mocht de vakbeweging vasthouden aan haar huidige looneisen, dan komt het kabinet zelf in financiële problemen. Intussen zijn het juist de onderwijs- en ambtenarenbonden die erop gebeten zijn een goed resultaat binnen te halen. De leraren willen na een aantal sobere jaren geld zien. Ook de rijksambtenaren willen hun inspanningen in klinkende munt uitbetaald krijgen. Zij verzetten zich ook tegen het dreigend banenverlies op de departementen. Sluitende aanpak Terpstra is ondanks het verschil over de loongroei niet pessimistisch over het verloop van het overleg morgen. Hij verwacht met het kabinet op tal van punten overeenstemming te kunnen bereiken. Tot de belangrijkste behoort de sluitende aanpak van de werkloosheid. Het is de bedoeling dat elke werkloze binnen een jaar begeleid wordt naar een baan, werkervaringsplaats of opleiding. De financiering van deze aanpak is nog een punt dat vandaag in de werkgroepen die het overleg voorbereiden uitonderhandeld moet worden. Op één punt, de reïntegratie van arbeidsongeschikten, hebben de sociale partners de afgelopen weken al overeenstemming bereikt. Voor het weer aan het werk helpen van wao'ers zijn zij een decentrale infrastructuur overeengekomen. |