Oplagecijfers kranten
fractioneel hoger

Van de kranten is 90 procent bedoeld voor abonnees, terwijl 10 procent via losse verkoop aan de man wordt gebracht. Dat is ongeveer dezelfde verhouding als in 1997.

Per honderd huishoudens worden volgens schattingen van de Cebuco dagelijks 69 kranten in de bus geduwd. Een op de vijf lezers geeft de krant overigens door. De organisatie berekent de oplage op een nieuwe wijze. In plaats van het gemiddelde van één maand (september) gaat Cebuco uit van een jaargemiddelde. Het gevolg is dat de oplage van de dagbladen ruim 5 procent lager is uitgekomen in vergelijking met de oude rekenmethodiek.

Het Telegraaf-concern lijkt het meeste garen bij de nieuwe berekening te spinnen. De uitgever van onder meer De Telegraaf en de Gooi- en Eemlander haalde wel het Nieuws van de Dag van de markt, maar zag tegelijkertijd zijn marktaandeel stijgen. Dit bedraagt nu 26 procent, tegenover 25,4 procent volgens de oude methode. PCM Holding komt 0,1 procent hoger uit op 30,8 procent. De VNU-dagbladen hebben een marktaandeel van 17,7 procent (was 17,8 procent) en Wegener Arcade is goed voor 15 procent (was 15,9 procent).

Sterkste stijger
De landelijke dagbladen hebben allemaal hun oplage zien stijgen, terwijl de regionale kranten hun lezerskring kleiner zagen worden. De sterkste stijger procentueel gezien is het Financieele Dagblad, dat zijn oplage met 10,6 procent zag stijgen tot 50.126 exemplaren. Het Reformatorisch Dagblad komt 0,8 procent hoger uit op 58.032 exemplaren. De oplage van het Nederlands Dagblad stijgt met 2,1 procent naar 30.887 kranten en die van het Friesch Dagblad met 2,7 procent tot 21.140.

De grootste krant blijft De Telegraaf, die zijn oplage met 5,3 procent tot 802.500 exemplaren ziet stijgen. Een groot deel van de lezers van het opgeheven Nieuws van de Dag stapte over naar De Telegraaf. Het Parool ziet zijn vernieuwing beloond met een stijging van 7 procent naar 90.040 exemplaren.