Dure pond doet Rover 1500 banen schrappenLONDEN De waardestijging van het pond sterling breekt de Britse autofabrikant Rover op. Ten minste 1500 van de 39.000 arbeidsplaatsen zullen worden geschrapt. In augustus voert Rover in drie van zijn vier fabrieken de vierdaagse werkweek in. Het is tijd voor actie, aldus een gisteren verspreide verklaring van Rover-bestuursvoorzitter Walter Hasselkus. Van gedwongen ontslagen is echter geen sprake. Via vervroegde pensionering en vrijwillig vertrek wil Rover de problemen oplossen. De autoproducent wil verder in toenemende mate onderdelen uit het buitenland gaan gebruiken. Rover maakt sinds 1994 deel uit van het Duitse BMW-autoconcern, dat ondanks de problemen goede zaken doet. De nettowinst in het eerste halfjaar van 1998 steeg met 17 procent tot 511 miljoen mark. De omzet nam met 6 procent toe tot bijna 31 miljard mark. De BMW-autoverkoop was goed voor 14,2 miljard mark, de Rover-verkoop voor 7,2 miljard mark. De waardestijging van het pond, volgens Hasselkus met 30 procent sinds 1996, voedt de discussie over het rentebeleid van de Britse centrale bank. De bank heeft in dertien maanden tijd zes keer de rente opgetrokken en wordt daarmee verantwoordelijk gesteld voor het dure pond. Hasselkus luidde de noodklok voor de problemen in de industriële sector. Volgens de Britse werkgeversorganisatie verkeert die in een recessie. Maar Hasselkus' klaagzang sloeg niet aan bij de regering. Het bureau van premier Blair zei dat de regering banenverlies betreurt en begrip heeft voor de industrie- en exportsector, maar vasthoudt aan haar beleid. |